Protest Antoniusstraat tegen fabrieksschoorsteen (1901)

Lay-out van de ververij van Gerard Bogaers in de hoek van Poststraat met Antoniusstraat

Tegenwoordig kennen we de protesten van burgers tegen windmolens, mega-veestallen en GMS-masten. Problemen die men honderd jaar geleden nog niet kende. Maar toen waren er de problemen met fabrieken die verspreid in de woonwijken lagen. Met als gevolg dat die schoorstenen nogal wat stank en vervuiling voor de omwonenden gaf. Met name als op maandag de was aan de waslijnen hing.
Als er weer zo’n schoorsteen bij kwam werd er flink tegen geprotesteerd.

De nieuwe ververij van Guillaume Bogaers

Toen de directeur van de wollenstoffenfabriek in de Tuinstraat, Vincent Bogaers in 1901 overleed had hij keurig geregeld dat zijn zonen bedrijfsverantwoordelijkheid kregen. De twee oudste zonen hielden de verantwoordelijk voor de fabriek aan de Tuinstraat en de jongste zoon Guillaume (1878-1932) werd bestuurder van een nieuw op te richten ververij op het bestaande bedrijfsterrein, maar aan de kant van de Poststraat.

De wollenstoffenfabriek ‘Gerard Bogaers’ behoorde tot de tien grootste van de stad. Begonnen in de Heuvelstraat, verhuisde het bedrijf in 1863 naar de Tuinstraat om dichter bij het nieuwe treinstation, eenvoudiger kolen en ruwe wol aan te kunnen voeren. Nagenoeg het hele terrein tussen Poststraat, Telexstraat, Poststraat en Antoniusstraat was van het bedrijf ’Gerard Bogaers’. Met uitzondering van de woningen aan de oostzijde van de Antoniusstraat en een deel aan de zuidkant van de Poststraat.
(afb. 1 met de uiteindelijke situatie in 1908, met de Poststraat aan de onderzijde en rechts de Antoniusstraat).

De hoofdingang van de fabriek van de twee oudere broers bleef aan de Tuinstraat, waar het oude kantoor uit 1863 nu nog staat.
De nieuwe ververij van Guillaume kreeg een eigen ingang aan de Poststraat.
(afb. 2)In overleg met timmerman/architect Jos Donders, die een paar huizen verder woonde in de Poststraat, is geleidelijk aan het definitieve ontwerp van de ververij ontstaan. Het eerste ontwerp van de fabriek is nog bescheiden, waarvoor in september 1900 de aanbesteding plaats vindt (afb. 3).
In januari 1901 volgt een aanvraag voor de hinderwetvergunning die hem in november wordt verleend, voor een kleine  stoommachine van 15 pk. Maar al in mei 1901 vraagt Guillaume een nieuwe hinderwetvergunning aan, nu voor 100 pk, waarvoor ook een zwaardere stoomketel nodig is.

Zoals te zien op het uiteindelijke ontwerp (afb.4) van de ververij, gezien vanuit de Poststraat staan de rechtzijde vijf verfpotten, waarin de wol werd gekookt, tegen de afscheiding met de woningen in de Antoniusstraat.Op de afscheidingsmuur van 3,15 meter stonden in mei 1901 de vijf schoorsteentjes gepland van elk 3 meter behorend bij de vijf verfpotten. Maar eind mei schrijft B&W dat deze schoorstenen niet gerealiseerd kunnen/mogen worden.

Tenslotte na intensief overleg tussen ververij, B&W en bewoners wordt in august 1901 besloten dat er in plaats van de oorspronkelijk vijf schoorstenen, op de afscheiding met de Antoniusstraat, nu maar één schoorsteen komt midden op de fabrieksterrein (afb. 4) van 34 meter, de hoogste toentertijd in Tilburg.

Protesten van de bewoners

Bijzonder zijn twee protestacties van bewoners uit de Antoniusstraat tegen de oorspronkelijke ontwerpen.

> De eerste is van de directeur van de Dionysiusschool, de meest gerenommeerde lagere schol van Tilburg toen. Met als bezwaren:
Ten 1e De aanzienlijke schade, die niet achterwege zal blijven, aangebrachte worden aan de gebouwen door het bederven van verven, het verontreinigen van gevels en daggoten.
Ten 2e Het bederven der atmosfeer op het schoolterrein, behorende bij de school, op welk terrein dagelijks +/- 300  kinderen meermalen hun uitspanning moeten genieten.
Ten 3e Het binnendringen bij de zo veelvuldig voorkomende oostenwinden, van deze onuitstaanbare en in hoge mate ongezonde rookwalm in de schoollokalen, wat bovendien te gevolge heeft, dat de zoo hoogst noodzakelijk luchtverversing, niet kan plaats hebben, iets wat een noodlottige invloed moet uitoefenen op de gezondheid van de +/- 300 leerlingen.

> Het tweede protest met elf ondertekenaars; bewoners van de Antoniusstraat samen met enkele andere buurtbewoners,  van 30 mei 1901:
                                                                        Aan Heren Burgemeester en Wethouders Van Tilburg                  Edelachtbare Heren,

 Ondergetekenden, allen bewoners van – en - om de Antoniusstraat geven met verschuldigde eerbied te kennen:

 - Dat sinds maanden geleden, door de Heer Vincent Bogaers, op zijn terrein achter de Antoniusstraat en aan de Poststraat, is opgericht een wollenstoffenververij, en sinds enkele maanden in werking is gesteld.

- Dat nu eerst, volgens annonce in de Tilburgsche Couranten, daarvoor aanvraag bij Burgemeester en Wethouders is gedaan.

- Dat vermoedelijk die aanvraag door de Heer Vincent Bogaers is gedaan, om rede, bij Burgmeester en Wethouders, schriftelijke bezwaren, als nadelig voor de belendingen waren binnengekomen.

- Dat de bezwaren van dien aard zijn, dat vele der bewoners, mede ondertekenaars, nog ramen of deuren hunner woningen kunnen openen, door de dikwijls dikke - vuile rook en dampen van die ververij.

- Dat één der ondertekenaars, zekere H. van Gerwen, sinds ruim 4 jaar door blindheid geslagen, zijn enige gelegenheid, om van de open lucht te genieten, door de oprichting der ververij, daarvan is beroofd, rede tegen zijn klein erf, een der rookschouwen is geplaatst, waardoor dat erf steeds is besmet.

- Dat wanneer het wasgoed op de belendende erven ter bleeking of droging wordt gelegd of gehangen, dat goed als de ververij in werking is, wordt bevlekt.

- Dat het water der welputten van de belending door die ververij onbruikbaar wordt.

- Dat zij zich verplicht gevoelen de Maatschappijen waarbij hun goederen verzekerd zijn van de belending van die ververij kennis te geven, aangezien die ververij slechts op 8 meter van hun woningen is gebouwd.

- Dat de Eerw. Fraters, zowel voor hun zelve als woning al voor school, tegen het bestaan van die ververij bezwaren hebben.

- Dat zelfs één der Heren Bogaers(zoon) persoonlijk ten huize van de ondergetekende Van Gerwen is komen zien, en zich van de door hem ingediende gegronde bezwaren, overtuigd gevoelde.

- Dat de muur der ververij belendende, de bewoners van de Antoniusstraat, slechts een hoogte heeft van 3,15 m. en dat de daarop geplaatste stenen schoorsteentjes, vijf in getal, slechts 3 m. hoog zijn.

Redenen waarom ondergetekende, Weledelachtbare verzoeken, deze hunnen bezwaren in overweging te nemen, ter verkrijging van geen beletsel- of – hinder, of schade voor de gezondheid, door die ververij.

Tilburg 30 mei 1901                 
Hetwelk doende:

 (Antoniusstraat)
F. Ooms (eigenaar Ant. Strt 4, timmerman StaatsSpoor (SS),winkeleigenaar; mogelijk Franciscus Ooms overl. 1944, 72 jr)                                   
J.B. Riemen (wisselloper vG&L, Ant. Strt. 8; overl. Tilburg 1916)

 H. van Gerwen (voormalig schoenmaker, nr. 10)                 

 Th. C. Herminez (1900/1911 bew. Ant. strt. 14 )

 H. van Groenendaal  (Ant. Strt. 18, muziekonderwijzer; mogelijk Hendricus H.C., geb. T. 3-11-1872)                                         

 M. Eijndhoven (op nr. 22 woonde Joh. W.P. Eijndhoven , chef de bureau vG&L,) p/o Th. Van Lieshout (Ant. Strt. 18, fabrieksarbeider)

 P. Hamers (wed. Hamers-v.d.Waerden; Ant. Strt 28)

 J.A. v.d. Waerden (Ant. Strt. 34, smid SS ; Johannes Ambrosius)

 (Overig)
K.J. Blous (Nieuwlandstraat 16, koopman en winkelier)

J. Janssen (-Boes; mogelijk winkelier Tuinstraat )

 Van Leil ?

 

Met dank aan Jacques de Bakker; B.E.

 

Media