Voetgevoel

Vogeltjesbuurt - detail

“Ooit waren we reizigers”. De ogen van de buurman gaan stralen. Bewoners van de Vogeltjesbuurt zijn trots op hun historie. Hardwerkende stoelenmatters, kundige mandenmakers of slimme stropers. Met ingebouwd wantrouwen tegen instituties. Gewend om voor zichzelf op te komen. Als er geen eten was gingen ze de boer op. Vragen om eieren, aardappelen of wat vlees. Er kwam zelden ‘Dinteloordspek’ op het brood. “Dat was iets voor burgers, die uit schaamte liever suiker gebruikten dan de straat hun armoede lieten zien”.

Decennia geleden alweer streken deze trekvogels neer in Tilburg-Zuid. Hele families vestigden zich in Merel-, Mees- of Putterstraat. Om er nooit meer weg te gaan. Bel bij twee willekeurig gekozen voordeuren aan en de kans is groot dat het ene huishouden familie is van het andere. Dat is niet veranderd na de ingrijpende renovatie en nieuwbouw van de afgelopen jaren: de meeste bewoners keerden weer terug. En zijn tevreden met hun vernieuwde stek. “We zijn er echt van opgeknapt, zelfs tussen de oren” vertelt een buurvrouw. Woningcorporatie dus Institutie TIWOS werkte niet alleen aan huizen, ook aan het onderlinge vertrouwen. Dat was ooit te paard vertrokken. Achterstallig onderhoud joeg het beest in een vlotte galop. 

Op deze zonnige maandagmorgen trekt buurtwerker Pim de buurt in. Te voet. Want zo komt vertrouwen terug.  Samen met vrijwilligers regelt hij klussen bij mensen die het niet breed hebben. Een woonkamer opknappen van een alleenstaande moeder. Net op tijd klaar voor het communiefeest van haar dochter.  Pim combineert hardnekkig optimisme met een goed ontwikkeld voetgevoel voor dun ijs. “De herstructurering zorgde voor veel energie en nieuwe verbondenheid. Ook de documentairereeks die bewoners samen maakten zette wat in beweging. Mensen kwamen hun huis weer uit. Toch lijkt die energie wat af te nemen. De voordeuren blijven vaker dicht”. Een man op straat beaamt dat. “De buurt is uit elkaar getrokken. Vroeger hielp je elkaar zonder vragen, zonder voorwaarden, tegenwoordig moet er meteen iets tegenover staan”. 

Een andere voorbijganger vindt het allemaal niet zo moeilijk te verklaren. “We missen de oudere generatie, en dan vooral de moeders. Die hielden vroeger hele families in het gareel”. Met warm eten als bindmiddel. Opeten en uitpraten. Een tanige tachtigjarige vraagt Pim iets over een klus. Zij lijkt precies zo’n moeder. “Ik bemoei me nergens mee, alleen als ik het er niet mee eens ben heb je aan mij een kwaaie”. Als het moet je dierbaren met respect de huid vol schelden. Dat uitstervende vak beheerst zij volgens Pim tot in de puntjes. 

Omroep Brabant toont de komende zondagavonden 6 inkijkjes in de wijk. Valt de Vogeltjesbuurt via Ziggo te begrijpen? Het maakt de twee buurmannen weinig uit. Ze doen maar. Voor wie per se wil staat de koffie klaar, dat dan weer wel. “Kom gewoon eens hier naar toe, dan kunnen we wat buurten”. Parkeren kan voor de deur. Maar te voet bereik je meer. 

Deze kroniek verscheen op 29 september 2015 in het Brabants Dagblad