Het blijkt uit een drietal foto’s in ons Beeldonline-archief dat de Duitse bezetter al direct in mei 1940 in Tilburg begonnen is met het plaatsen van luchtafweergeschut. Op die plaatsen die voor de bezetter belangrijk waren om te verdedigen, zoals het NS-Atelier en de spoorbrug over het Wilhelminakanaal. Dit afweergeschut, de zogenaamde FLAK (FLugAbwehrKanone) werd ongetwijfeld geplaatst omdat men bang was om al snel door de Engelse luchtmacht aangevallen te zullen worden.
Foto 1 van mei 1940 toont de stellage op een gebouw van het NS-atelier, waarbij men nog bezig is om het geschut te plaatsen.
Foto 2 en 3 tonen opgewekte timmerlieden die aan de noordwestkant van de spoordijk bij de spoorbrug over het Wilhelminakanaal bezig zijn de geschutstoren bij de spoorbrug te bouwen.
Of om bij luchtaanvallen niet al te nadrukkelijk als afweergeschut over te komen. Of om de Tilburgse bevolking niet te veel af te schrikken, kreeg deze geschutstoren het aanzien van een spoorweg-seinpost. Een gebruikelijk hoog gebouwtje bij een belangrijke spoorwegkruising om van daaruit de wissels en seinen te bedienen.
De geschutstoren bij het Wilhelminakanaal
Hoe die geschutstoren van foto 2 en 3 er uiteindelijk uit heeft gezien was tot nu toe een raadsel. Maar nu zijn er in Duitsland foto’s gekocht waarop deze geschutstoren wel in zijn uiteindelijk vorm te zien is.
Foto 4 toont deze geschutstoren met op de achterzijde van de foto de eufemistische vermelding ‘Zugbefehlstelle’ oftewel ‘seinpost’. Terwijl toch duidelijk op de foto nog de Duitse ‘luchtmachtadelaar’ te zien is (afb. 5).
Ook nog herkenbaar op de foto is de schoorsteen van de Tilburgse Katoenspinnerij, een bedrijf dat tot 1969 aan de Lovensekanaaldijk ruim 500 mensen werkgelegenheid bood.
Foto 6 met de geschutstoren van opzij.
Foto 7 is van na de bevrijding in 1944 en toont vaag de contouren van de dan nog bestaande ‘seinpost’.
Over de kapotte spoorbrug op de foto is hier al eerder iets geschreven.
Met dank aan L.P.