Idie Tuerlings van Theo Tuerlings Damesconfectie en Bruidsmode

winkelpui Tuerlings

Met weemoed denken velen terug aan de oude tijd van de middenstand in Tilburg. Toen je de bakker, de slager en de drogist nog bij naam kende. De winkels in de stad droegen de namen van de eigenaren. Veel van die oud-ondernemers van toen wonen nu in Het Laar, dat wel eens “Het Huis van de middenstand’ genoemd wordt. Het Laar bestaat dit jaar 40 jaar en brengt deze oud-ondernemers voor het voetlicht.

Tekst: Myriam Krol
Beeldmateriaal: Familie Tuerlings

Wie kent er Theo Tuerlings Damesconfectie en Bruidsmode nog? Daar kwamen de dames die iets meer te besteden hadden. “We hadden in Tilburg het alleenrecht op bepaalde merken”, vertelt Idie Tuerlings, die samen met Theo de winkel runde. Theo overleed niet lang geleden. Idie woont inmiddels al weer twee jaar in Het Laar.

Het ‘imperium’ Theo Tuerlings Damesconfectie en Bruidsmode begon in 1958 aan Koestraat 180, wat nu het NS-plein is, met damesconfectie. Ook aan de Korvelseweg openden ze een modezaak. Daarna startten ze een nieuwe zaak aan de Koestraat met bruidsmode. In 1967 verhuisden beide winkels van de Koestraat naar de nieuwe Schouwburgring; daar openden ze een grote zaak in damesconfectie en bruidsmode. De winkel aan de Korvelseweg specialiseerde zich in grote maten.

Het echtpaar had een feilloos gevoel voor de trends in winkelformules in die tijd. In 1969 participeerden ze in iets nieuws: de Shopcenter in de Heuvelstraat. Dat was een shop-in-shopformule, te vergelijken met de Bijenkorf. Allerlei winkels deelden dit overdekte centrum. Tuerlings verkocht er fournituren en dameskleding. In 1970 openden ze in Heuvelstraat 105 Boetiek Top 10, met jeugdig en hip spul, voor de jongeren. Het hogere segment bleef de damesconfectie. Ook in Veenendaal hadden ze inmiddels een filiaal. In 1972 betrokken ze Heuvelstraat 77 en voegden daar alle zaken samen. Theo Tuerlings Pour Vous Madame stond op het uithangbord. Vernoemd naar de zaak die daar eerst zat: ‘Madame’ van de Swart uit Amsterdam. In 1981 verkochten ze het pand en stopten met de zaak.

Idie weet nog precies te vertellen hoe ze elk van haar klanten speciaal benaderde. “Ik keek altijd in de krant naar de familieberichten en overlijdensadvertenties. Zo wist ik wat er in de families van mijn klanten gaande was. En als er dan iemand van hen in de zaak kwam, dan reageerde ik anders, met mededogen, of met blijdschap. Dat kost niks en mensen voelen zich extra welkom in de zaak.”

Ze had oog voor die service. Op den duur betaalt zich dat echt wel uit, vertelt ze. “Je hebt altijd klanten die komen kijken en niks kopen. Toch schonk ik altijd aandacht. Dan blijven ze komen omdat ze zich welkom voelen. ‘Mevrouw, het allerbeste met u’, zei ik als ze de winkel weer verlieten. En zie, na drie keer kopen ze wel iets. We hadden veel vaste klanten, je kocht in op hun smaak. Daar kwamen de klanten dan speciaal voor. Ook de klanten die niet meer zo mobiel waren, bezocht ik. Ik kende hun smaak en nam kleren voor hen mee op zicht.”

In de mode draait het om uitstraling. Een vermelding waard is de koets van Theo Tuerlings. Velen zullen zich dat aparte voertuig nog weten te herinneren. Door Theo helemaal zelf ontworpen en gebouwd op het onderstel van een eend. Idie weet nog goed hoe ze de bestellingen bij de klanten bezorgde met de koets. “Als de bruid de laatste passessie had gehad, leverde ik haar jurk de dag voor de bruiloft in de koets bij haar thuis. Het arriveren van de koets was een speciaal moment! Soms hielp ik op de dag zelf de bruid aankleden. Onze klanten mochten de koets gebruiken voor hun bruiloft. En dat gebeurde regelmatig.”

De bruidsmode van Tuerlings was vermaard. Bruidsatelier Très Chic leverde het maatwerk. Idie herinnert zich nog een spoedklus: “Een jonge bruid had buiten de stad een jurk aangeschaft. Op de dag voor de bruiloft kreeg ze spijt, ze kocht op de valreep toch nog bij ons een mooie japon!” Ook de damesconfectie bediende een eigen segment in de stad. “Theo en ik kochten samen in Amsterdam in. Om in Amsterdam snel van modehuis naar modehuis te rijden bedacht Theo toentertijd de vouwfiets. Die paste in de achterbak van de auto. Zijn idee is door Gazelle uitgevoerd, de Gazelle Kwikstep. Dat sleutelen was een echte hobby van Theo. Hij heeft nog veel oldtimers gehad.”

Het modehuis organiseerde ieder jaar een modeshow. In de Tilburgse schouwburg of in de Harmonie, met een hapje en een drankje, alles erop en eraan. De klanten konden daar kaartjes voor kopen. Voor de winkel was het een evenement van formaat. De shows werden gelopen door een professioneel model, Riet Krol, maar ook de dochters Ingrid en Charlotte en een aantal medewerkers liepen mee als mannequin. “Ons personeel vond het fijn om bij ons te werken, ze hebben nog ieder jaar een reünie. We waren een grote familie, Theo en ik waren niet de baas, dat waren we samen.”