Vertelvehaoltjes uit Tilburg 104

Rond 1900 waren Boetestelsels normaal voor de fabrikanten .Niet alleen de wollenstoffenfabrieken hanteerden boetes ,ook de andere fabrieken kenden een boetestelsel.

De familie Gimbrere heeft enkele paraplufabrieken in Tilburg gehad,voordat zij met modehuizen zijn begonnen.

Gimbrere maakte het bont op zijn paraplufabriek.Door een klein ruitje dat gesloten kon worden door een plankje hield Gimbrere toezicht op het werklokaal.Van tijd tot tijdloert hij door dit ruitje en de werknemers merken in hun loonzakje hoeveel boete zij de afgelopen week opgelopen hadden.

De boetes waren praten 2 cent,lachen 2 cent,te laat komen 5 cent,s`avonds na 6 uur een behoefte doen 5 cent,een bewijs leveren van doorluchtigheid of normaal gezegd een scheet laten kost 2 cent.

Dat deze boeteseen bron van onredelijkheid en ergernis waren voor de arbeiders moge duidelijk zijn.