Een fietser, zijn e-bike: een zonnefiets.

Een fietser, zijn e-bike: een zonnefiets.

“Het wordt ‘n E-Bike”

Belevenissen van een fiets en zijn berijder; een bijzondere geschiedenis

 

 

De fiets hijgt onder het gewicht van de fietsende man. Zijn cranken lijden onder het stampend gehaast. Verlichting hapert onder de pedaalslagen, de dynamo loopt rood aan.

De ketting staat droog en strak gespannen, de derailleur maakt overuren.

Tandwielen knarsen onder het geweld van het alsmaar schakelen en kogellagers willen alle kanten uit. Steeds sneller krommen en rechten de spaken zich, naven en assen weten het niet meer. De naar luchthappende banden zien af, glijden over het asfalt, profiel slijtend over de kinderkopjes. Velgen houden het niet meer. Enorme druk op de ventielen.  “Wat een fietser is die man, daarboven op het lederen zadel”  bedenkt de fiets.  De fietser zelf hijgt eveneens.

Zijn benen staan krom en gewrichten lijden, spieren als kabels tot het uiterste gespannen. Deze brute kracht slijt enkels en knieën tot op het bot. Knoken en vingers koud en verkramp, amper in staat om remkabels aan te spannen.

Maar fietsen en meters maken zal hij.

Het licht gaat bij hem aan en uit. Met pinkelende sterren rijdt de man op zijn moreel. Spieren en pezen verzuren en maken overuren, de tweede adem is in aantocht.

Longen stoten en persen de laatste lucht eruit, maken plaats voor verse.

Lichaam  en fiets teisteren het wegdek.

 

Plots liggen beide plat op hun plaat.  Oververmoeid liggen ze in de berm te hijgen en te piepen, kunnen geen woord uit brengen.

Even later; ”Dat moeten we anders aanpakken” klaagt de fietser tegen de fiets

die, op zijn beurt crankt en oreert dat het voor hem zo ook niet meer hoeft.

Met een schuin en vermoeid koplampenoog kijkt de fiets in de richting van de fietser, die met een sluiks oog terug kijkt.

“We gaan het anders aanpakken zodat we er beiden lol aan blijven beleven”.

“Dit is alleen maar fiets en fietsertje pesten” en daar waren ze het samen roerend over eens. “Maar hoe lossen we dat op?” crankte de fiets opnieuw?

“Mij naar de sloop brengen?  Nee toch”!

Op die gedachte kreeg de fiets een fikse rilling door zijn frame. “Een beetje liggen te roesten en wat nog bruikbaar is ervan afslopen?

Dat doe je mij, trouwe vélo die ik ben, toch niet aan”.

De fietser hoorde het geweeklaag en kon het inderdaad niet over zijn hart verkrijgen.

Ook hij moest erkennen dat het goede ervan af is en dat een fiets met hulpmotor, zoals je er tegenwoordig zoveel ziet rijden, wel een uitkomst was. Per slot van rekening leefde hij al jaren met een pacemaker, ook een soort hulpmotor. De fietser, hij durfde het de fiets niet te vragen en vele dagen later kwam het er toch van.

“Maatje”, zei de fietser. “Durf jij een tweede leven aan met een soort van pacemaker, een hulpmotor?”

 “Vroeger hadden we een Solex, een fiets met een hulpmotortje voor op het wiel, nu zijn ze veel moderner. Electrische fietsen”

“Overdag op ons gemakkie toeren en ’s-Avonds lekker aan het snoer, bijtanken.”  “In de mensenwereld heet dat, de accu opladen”

“Nu is dat letterlijk en figuurlijk” Leuk hè.”

“Wat is leuk hè”?  bedacht de fiets, wat verzint ie nu weer?

“We zullen deze week eens naar de fietsenwinkel gaan en vragen of de vélomonteur deze techniek onder de knie heeft”

“Kijk, die fietsenmaker verkoopt liever een nieuwe fiets, maar ik wil je niet kwijt”

Een zucht van verlichting rilde opnieuw door het oude karkas, maar een duivels dilemma kwam onverwacht op fietsers’ pad.

“Ja meneer, zo’n motorke is niet het probleem, zei de fietsenmaker.

” Ik moet die fiets voor de helft slopen en daarna moet ie verstevigd worden.

Een nieuwe pakkendrager en de elektrische aandrijf zijn te doen”

“De motor zelf en mijn uren, maken het duur. Maar ik zal eens kijken en kom dan maar de volgende week terug. Als ik ’t in de kleine en rustige uurtjes mag doen en misschien wel van drie fietsen ene nieuwe kan maken, dan zijn wij vrienden”

De fiets stond erbij en vroeg zich af;  ”Ik met onderdelen van een ander. Geen polonaise aan mijn fiets.  Ik hoor onderweg de mensen klagen over ouwe en nieuwe heupen, knieën en nog meer. Maar wat gaan ze met mij uitspoken?”

De fiets kreeg het Spaans benauwd en viel van zijn standaard.  Slag in het wiel, koplamp en spatbord scheef en een trapper ontzet.  Even later toen hij weer rechtgezet werd en bij zijn positieven was, kwam er een flinke inspectie. 

Gehangen aan de twee kettingen met van die halve grijpers hing hij daar te hangen. Nu kon hij al die mensenverhalen, onthouden tijdens vele fietstochtjes, wel begrijpen.

De fiets somberde dat hij overgeleverd is aan de goden, in dit geval aan de fietsenmaker. “Kom over een week of drie maar terug”, zei de fietsenmaker tegen de eigenaar van de fiets. “Ik knap hem netjes op, inclusief een gebruikt, dus tweedehands motorke”  

“Ik heb er nog eentje liggen van een oude dame, niets geleden en zo gloed als nieuw. Die meugde gij tegen inkoop hebbe en gij betaalt alleen m’n uren”

Ondertussen was de fietser ook naar zijn eigen mecanicien geweest.

Z’n huisarts. “Alles goed meneer, hartslag en bloeddruk prima in orde.”

“Fiets u veel ?” vroeg de dokter quasi dom. ” Cholesterol en de suiker zijn trouwens ook prima, maar gezien uw leeftijd raad ik u aan kalm aan te doen.”

“Je hulpmotortje doet het nog best, en”  zei de huisarts tot slot; “Ge moet oew heupen en het andere scharnierwerk rustig onderhouden, dus regelmatig op de fiets!

Fiets en fietser hadden een week of drie rust.

Verzekerd bij het ziekenfonds en de fiets tegen inkoopprijs en een fles Schrobbelèr,  waren beiden aardig opgeknapt en hadden een mooi voorjaar en zomer in het vooruitzicht.

De fiets ontwaakte uit zijn droom en keek in de spiegelruit van de werkplaats. 

De compleet nieuwe fiets moest twee keer kijken en geloofde het niet dat hij het was. De fietser, aangekomen in de werkplaats, bekeek zijn fiets op een afstandje en geloofde het ook niet.

Waar zat dat motortje nu?

Niet op het achterwiel, niet op het voorwiel, maar tussen de trappers rondom de trapas.  Ja, daar zoek je ‘m niet 

Zou dat moeilijk trappen zijn voor mijn baas, overpeinsde de  electrisch fiets, de E-bike, zoals hij hoorde vertellen en op de verpakking had gelezen.

Ja, dat ben ik nu. Een E-bike en de fiets kreeg zelfs een eigen moderne naam; “Flyer”

Alles in het nieuw.  De verbazing voorbij, kon de fiets het nog steeds niet geloven. Het ziet er degelijk uit wist de eigenaar te melden.

“Eigenlijk is ‘tie helemaal vernieuwd. Zo goed als nieuw, zeg maar helemaal nieuw”

“Zwitsers precisie?”, was de vraag aan Frank de Verzekerd bij het ziekenfonds en de fiets tegen inkoopprijs en een fles Schrobbelèr,  waren beiden aardig opgeknapt en hadden een mooi voorjaar en zomer in het vooruitzicht.

De fiets ontwaakte uit zijn droom en keek in de spiegelruit van de werkplaats. 

De compleet nieuwe fiets moest twee keer kijken en geloofde het niet dat hij het was. De fietser, aangekomen in de werkplaats, bekeek zijn fiets op een afstandje en geloofde het ook niet.

Waar zat dat motortje nu?

Niet op het achterwiel, niet op het voorwiel, maar tussen de trappers rondom de trapas.  Ja, daar zoek je ‘m toch niet 

Zou dat moeilijk trappen zijn voor mijn baas, overpeinsde de  electrisch fiets, de E-bike, de Flyer;  zijn nieuwe naam, zoals hij hoorde vertellen en op de verpakking had gelezen.

Ja, dat ben ik nu. Een E-bike met alles in het nieuw. 

De verbazing voorbij, kon de fiets het nog steeds niet geloven. Het ziet er degelijk uit wist de eigenaar te melden.

“Eigenlijk is ‘tie helemaal vernieuwd. Zo goed als nieuw, zeg maar helemaal nieuw”

“Zwitsers precisie?”, was de vraag aan Frank de mechanicien.

“Ja zeker, ook de echte Zwitserse degelijkheid” wist Frank

Luister goed, het is erg eenvoudig; Op het moment dat je wil vertrekken, stel je de gevraagde energie op het displeetje in, een duwtje op de pedaal en de motor geeft een veilige aanzet en je komt op gang. 

Dus mijnheer; geen last van stramme spieren of pijnlijke gewrichten.

Voor de fiets geen moeilijke spaken of warmgelopen assen.”

Lekker flaneren over ’s heren wegen en Brabantse dreven.

“Dus mijnheer; geen last van stramme spieren of pijnlijke gewrichten.

Voor de fiets geen moeilijke spaken of warmgelopen assen.”

De fiets had meegeluisterd en voelde zich gerust bij al dat technisch vernuft.

 

 

 

Na enige tijd de elektrieke fiets gebruikt te hebben, waren zowel berijder als E-bike erg tevreden en besloten beide in nauw overleg dat ze dit jaren eerder hadden moeten doen. Het opladen van de accu,  om de zoveel kilometer is peanuts en nu we aan de zonnepanelen zijn, rijdt de fiets als een zonnetje op zonnestroom.

Zo zie je maar weer dat enonomie en ecologie hier hand in hand gaan 

  

 

Geert van Nunen    (een gelukkige nieuwe eigenaar)