Zegeltjes plekken in ‘Oud Tilburg’

Zegeltjes plekken in ‘Oud Tilburg’

 

  

Nu de carnaval achter de rug is en lege kruiken geen statiegeld opleveren en we op het laatste afschrift van de bank de afschrijving van het laatste saunabezoek zien, zagen we in de lage laoj van de meidekaast zegelbuukskes ligge.

Shell en drogisterij 'de Gier'. Daar ontvang je nog spaarzegels als je daar brandstof en gezondheid gaat tanken.

Op een goede dag, toen de temperatuur lichtjes boven  het vriespunt sjokte, besloot ik het er op te wagen. We wilden de waarde ervan verzilveren.

Bij de een moet je veel moeite doen om je gespaarde punten om te zetten in een fraai kedoo.

“Zelluf opstuure, meneer en ge kunt er ôk digitale punten van maken en eventueel laten samenvoegen met de Airmiles. We hebbe schôon kedoos”

Bij 'de Gier' is dat wat eenvoudiger.

Bij aankoop van al dat gezonds ontvang je meters zegels en mistal hedde te weining buukskes om ze in te plekke.  Mar plekke hebbe we gedaon.

Bij het afscheuren van de zegels hadden we veel pech.

De zegels scheurden niet op de kartelraand af, maar midde in het zegeltje.  Wat een gedoe.

Als je zo een half uurtje onderweg bent, heb je een leren lap oftewel een uitgedroogde tong.

Op de zaak hadden wij vroeger van die zegelsponsjes in een rubber bekske.  “Vruuger is voorbij lieverd”  kwam er uit de keuken.

Om een natte tong te krijgen, moette vingersalminiak eten.  “Wat zeg je? Vingersalminiak!”

Bij de gedachte eraan krijg je al speekselvorming en pijnigt het in je wangen.

Weer had mijn vrouw gelijk en kon ik er zo’n postzegelsponsjebekske mee vullen.

Na de koffie; wat een verstandige ‘move’ van mijn vrouw, werd er verder geplekt en onze naam op de boekjes gekalkt. 

Ik mocht ze gaan inleveren en mocht ôk wè langer wegblève. 

Daarom besloot ik tot een fietstochtje door de ouw buurten, die ik vruuger fréekwenteerde. 

Dan ziede half Tilburg en gaode in gedachten terug naor oewe jeugd.

Bij de drogisterij aangekomen werd ik vriendelijk door de winkeldames ontvangen.

Het was er erg druk, veel verschillend grijs dartelde er rond.

“Zeg het maar meneer” Een aimabel en vriendelijk wijs glimlachende dame sprak me vertrouwenwekkend aan.

Ja, ik mocht de zegeltjes nog inleveren.

Ik kreeg de waarde ervan in mindering gebracht bij aankoop van vitamine in een doosje.

“Ja, zo denken we er thuis over.”

“We kunnen het best goed gebruiken.

Een dure carnaval en voor lijf en leden een gezond saunabezoek.”

Ze beaamde het hoofdschuddend en instemmend.

Thuis waren we het er dus over eens;

Eind van de maand, eind van het kwartaal.  De automatische afschrijvingen komen er aan.

A.P.K. en grote beurt, contributies van teen en tander

Gereserveerde vakantiebestemmingen vooruit betalen. Concertbezuuk in juni van dees joar deze maond overmaken

De uitverkoop was ook niet mals; ’n nuuw truike en nuuw sniekers in de leste mode.

Vur de vekaantie een gloedjenuuw Tablet meej wiefie, intje mee veul piksels vur de allermooiste kiekjes.

O ja. Een nieuwe Tom-Tom meej filemelding, want de leste kilometers zijn vaak de moeilijkste.

“Lieverd, als we toch belastinggeld terug krèège dan zette we dé weg vur die verbeterd rendementketel. Toch? “

“We willen er toch warmpjes bij zitten, niet waar?

En ik baal van dat Rutte-effect, Gij ôk?”   

Ikke zeker,en hedde gij nog rekening gehouden met ons vakantiegeld en wat we daar mee gaan doen?”

“Vekaantie viere!” was het aperte antwoord.

“Och meneer” zei de geduldig oplettende dame.

Als je nog last van je stijve spieren hebt, dan heb ik hier iets voor u.

Dit flaconnetje is gratis en voor goede klanten als u hebben we daar wat van achter gehouden.  Goed voor u als u te lang achter de P.C zit.

Uit welke buurt komt u en gaat u over dezelfde route terug naar huis?”

Ze had het goed in de gaten.  Luisteren en observeren.

“Doe de dè dikkels?” vroeg ze quasi nonsjalant  voor de vuist weg.

“Fietsen?” “Ja.” zei ik.

“Noem het maar nostalgie op de fiets”.

“En als je zo door Tilburg fietst, ziede dè onze vruugere Burger “Kees ” veul gesloopt hee.

In de plaats daarvoor ook veel goeds en ik zie momenteel een toename in de geriatrische hoogbouw, luxe appartementjes en zo.

Overal van die hoge woonkastelen voor de vergrijzende golf die er momenteel waait.

Maar dan vraag ik me af wat er mee gebeurt als die golf uitgeraasd is.

Leegstand van al dat luxe grijze wooncomfort en verpaupering daarvan?

Ik denk dat binnenkort de straten uitgesleten zullen zijn door allerlei soorten van  hulpdiensten; de thuiszorg en thuisverpleging omdat we de zorg aan het onderuithalen zijn.”

Ontslagen medewerkers, medewerkers die door hun gouden gangen op nul gezet zijn. Gekwalificeerde mensen vervangen of ontslaan. Deze worden vervangen door niet of slecht opgeleid schoonmaakpersoneel.

Niets te kwade daarvan, maar waarom in Gods naam?

“Sorry mevrouw dat ik zo uit mijn dak ga. Ik moet wat genuanceerder zijn maar ik heb last van het Rutte-effect. Er zijn genoeg mensen die kwaliteiten hebben en deze voor de gemeenschap kunnen inzetten.

Kijk maar eens naar het huidige kabinet. Daar zitten er zat en wat hebben ze het moeilijk! Ik heb meelij met ze. Geef mij portie maar aan Fikkie”.

“Nog bedankt voor het flesje inwrijfolie, ik zal het erin wrijven en denk dan aan uw wijze woorden. Tot de volgende keer”.

 

Buiten gekomen bedacht ik nog even ergens anders te gaan plekken.

Maar bij wie en waar dan en helemaal in m’n eentje

Bij d’Anvers smaakt de koffie ook, bedacht ik.

Dus, op mijn fietsje door “Oud Tilburg” naar de oude Markt.

Onder de warme veelampen gezeten komen we gelukkig wat ‘Praat’ tegen.

Gelukkig zijn we het meteen eens met elkaar en vinden we dat het verrekte koud is, dat Willem II van zunne sokkel af zou vallen wanneer hij om de veertien dagen naar zijn elftal ging kijken.

Rutte?  Welke bedoelde?

Zegelkes plekke? Doe de dè dikkels.

Lest laage ze bij ons Mien in de loaj. En ik zee nog;  “Mien, lôt ligge, we leej, leej!.....  Mar, ik moes en zou plekke”.

Hier kon munne ‘Praat’ nie meer teege op en het werd een ‘Ouwerwets Schrobbelèrke’ en tèèd om de fiets te vatten en thuis nog wat te plekke.

De leste snert stond dampend te wochte meej un kliekske slaoi meej aai meej juin. 

Na het verorberen daarvan vielen de ögskes dicht en waren de zegeltjes passé.


                                                    Geert van Nunen