1944 Tilburgs dagboek (5)

Omschrijving Tweede Wereldoorlog. Bevrijding. Schotse infanteristen trekken op 27 oktober 1944 vanuit Hilvarenbeek in de richting van Tilburg.

DE GROOTE DAG !!!

Vrijdag, 27 October.
Broekhoven was gewoon weg een hel !
Het regende granaten. Kartetsen barstten bij honderden uiteen, half Tilburg zat in de schuilkelders en kelders, en wie die niet hadden lagen in de gangen plat op den grond of, zaten in kelderkasten. 't Waren vreeselijk angstige morgenuren. De eene inslag na de andere volgde en treffers kwamen op den Bosscheweg, Molenstraat, Hoogvenschestraat, Steenfabriek Stevens, Lijnsheike, Rosmolenplein, Enschotschestraat, R.O., enz. Het spande er geweldig dien morgen tot omstreeks 2 uur, toen werd het stil…. De menschen kwamen aan de deuren en vroegen zich angstig af, is 't nog niet gedaan en wie komt nu aan de beurt? 't Bleef goddank stil - Ja tot - - wat hoorden we daar ? Waren dat geen tanks, welke daar aanrolden? Inderdaad…..'t waren tanks.
Te 15.17 uur rolde de eerste tank het Heuvelplein op. De Tommies waren er ! En op hun tanks de joelende jubelende jeugd, vlaggen en oranje met zich dragend en zwaaiend, juichend: “Vrij - vrij - Leve Oranje ! Leve Wilhelmien !”
't Stormde de stad in: 't Was een Tilburgsche kermisdrukte, met duizendmaal grooter lawaai ! 't Was een ongekende opluchting, een en al spontaniteit.

We zouden niet volledig zijn, als we de andere zijde ven de bevrijding niet nader bekeken, Terwijl zoo'n massa's juichten en jubelden trok vanuit Broekhoven een droeve stoet van huilende vrouwen en kinderen, mannen met bleek gelaat en vertrokken van verdriet. Zij duwden kinderwagens en kleine karretjes voort bepakt met wat beddegoed en kleeren, alles wat er was overgebleven van hun inboedels, verwoest door 't granaatvuur der Engelschen.
Zij konden nog niet jubelen, want daar waren dooden, gewonden en vernielde huizen, en zij trokken naar familie of kennissen ofwel naar fabriekskelders voor een voorloopig onderdak, wachtend op de dingen, die komen zouden. Zij behoefden niet lang te wachten, die werden geholpen, en gedurende die jubeluren is ook veel goeds gedaan; men heeft in de feestvreugde den lijdenden mensch niet vergeten. Er is veel gedaan en er moet nog veel gedaan worden, doch we weten, dat Tilburg gastvrij en liefdadig is. Het komt alles in orde !

Helaas nog een onderwerp, dat we even moeten aanroeren. Was de beschieting van Broekhoven wel nodig geweest? De aanvallers verklaarden, dat zij geen contact konden krijgen met de burgerbevolking van Tilburg, waardoor zij in de meening verkeerden, dat Tilburg nog vol Duitschers zet. Er stond opnieuw een zwaar bombardement te beginnen toen drie eenvoudige mannen met name: A. Verhagen, J. Pollet en P. Jongen (1), met witte vlag de troepen tegemoet gingen en verklaarden, dat Tilburg vrij was van Duitschers.
Tot op dat moment hadden zij geen contact gehad met de ondergrondschen.

We komen nog even terug naar de feestvierende massa, waar ondergrondsche en mannen van de O.D. (Orde Dienst, oranje band) eenige leiding trachten te geven. En tijdens die drukte al begon de razia op de N.S.B.-ers. Met handen achter 't hoofd werden zij door de straten gevoerd naar stadhuis en politiebureaux. Dat hiervoor publieke belangstelling, bestond laat zich begrijpen. Later werden zij opgeborgen in het lyceum aan de Lange Schijfstraat in afwachting van hun berechting.
En waar kwamen plots al die onderduikers vandaan? Waar zaten al die jaren die joden toch, die op den bevrijdensdag reeds door de straten wandelden, doch zonder ster! We stonden daarover gewoon perplex ! En zagen we dezen dag Mr. v. d. Mortel (burgemeester) en Heer Preusting (commissaris van politie) niet op de schouders door de stad ronddragen ?

ZuIlen we nog spreken over de “sigarettenaffaires”. Niet te veel want daar zit een “luchie" aan. Onze vrouwelijke jeugd was al direct met Tommies op stap, aten fijne chocolade en biscuits, rookten Virginia's en dansten in Scala en Schouwburg.

---------

(1) Bij de drie genoemde Broekhovenaren gaat het, naar alle waarschijnlijkheid, om:
A. (Toon) Verhagen, Groenewoudstraat 3; houtventer, gehuwd 1916
J. (Jozef) Pollet, Broekhovenseweg 387; stukkenverver, gehuwd in 1918
P.C.F. (Piet) Jongen, Broekhovenseweg 397; toen wever, later militair.

---------

Uit het dagboek ‘Tilburg’s donkere dagen in 1944’ van P.G. Joosen; geboren in 1898 in Geertruidenberg en overleden in De Haag in 1949.
Gedurende zijn leven is hij rijkstelegrafist, journalist en boekhouder geweest.

 

Media