Dagboek Mandos (5)

De winkel van het echtpaar Mandos-Knegtel  -

Op vrijdag 22 september 1944 vervolgt mevrouw Maria Mandos-Knegtel haar (oorlogs)dagboek in briefvorm, gericht aan haar kinderen Anny in Maastricht en Ad in Amsterdam, als volgt.  

Bij het ontwaken hoorde ik dat de spoorbrug (over het Wilhelminakanaal, LS) om 10 uur wordt opgeblazen. Ik keek even uit het raam. Overal werd aangebeld door de gehelmde mannen van de Luchtbescherming. Alle ramen moesten opengezet worden. Iedereen was in spanning. Wij hoorden eenige zachte knallen. Zouden dit de voorbodens zijn? Eenige minuten later een paar flinke harde, maar toch niets om een brug te (laten) springen.  

Nu verspreidde zich de mare door de stad dat de werkplaats (het NS-atelier, LS) werd vernield. En het is werkelijkheid. Den ganschen dag ontploffingen, de een al harder dan de andere. Geheel Tilburg is er van onder den indruk. Zoo’n vernieling van machines en materiaal en daarbij nog die enorme voorraden. Zoals je wel uit dit schrijven bemerkt, zitten wij ook volop in het oorlogsgeweld. Het zal wel niets beteekenen tegen hetgeen jelui mede gemaakt hebben.  

Van de brug (laten) springen is niets gekomen. Eerst zou het dan weer om twaalf uur plaats hebben. Er gaat ook het praatje dat er gesaboteerd is. In ieder geval is er iets voorgekomen. Vader heeft het bevel gelezen om te zeggen dat de brug opgeblazen moest worden.  

Marie-Thérèse vertelt dat Helmond beschoten wordt. Mij dunkt zoo dat Hein en Miep vandaag toch wel wat bezorgd zijn voor hun hebben en houden in Eindhoven. Vader en ik zijn naar v.d. Waerden gegaan om te vragen of die een kans zagen om Eindhoven te bereiken. Maar tevergeefs was ons beroep. Zij moeten dus nog in onzekerheid blijven.’  

Op zaterdag 23 september 1944 vervolgd met:  

‘Geheel den dag knallen de ontploffingen door de stad van de werkplaats. ‘t Is een vreselijk gehoor. Vanmiddag heeft ons huis verschillende keren getrild. Gelukkig hebben wij de etalages afgeplankt en tot heden hebben wij geen glasschade.  

Vader komt met Marie-Thérèse thuis en nu staat geheel de werkplaats in lichte laaie. Morgen gaat het station eraan. Hein en Miep zijn vandaag niet meer zoo bezorgd. Vader heeft ook gehoord dat het centrum niets geleden heeft. Ik hoop het voor hun beiden. Hein zegt maar: alles kan vervangen worden, maar mijn boeken niet.’  

Wordt vervolgd.  

 

Louis Sparidans