Diejen drank, diejen drank toch......

Fotonummer 008642

De drank, het is een van de oudste en meest verbreide ondeugden. Er is geen land en geen tijd waarin de drank niet zijn kwalijke rol speelde.

Het is bekend dat een goede 100 jaar geleden, in een tijd van groot maatschappelijk en sociaal onrecht, toen velen armoe leden, en de rijkdom hypocriet rondwaarde, veel armoedzaaiers in hun ellende naar de fles grepen.

En laten we er niet omheen draaien: ons Tilburg is niet het mooiste voorbeeld van fiere Christelijke deugd geweest, toen. Tilburg heeft niet zo’n héél goed cijfer voor drankbestrijding gekregen - wat dus voor een goed deel te verklaren is.

Pastoor van Zinnicq Bergmann, de pastoor van de Noordhoek – helaas ook uit andere (onbewezen) hoofde bekend geworden – richtte in 1898 voor de arbeiders de Sint Paulus Vereeniging op, waaruit later het Tilburgsche Kruisverbond voortkwam. Ik laat hem even aan het woord:

“Men begint ’s morgens jenever te drinken. Na den middag vergast men zich aan een stevig glas bier of wijn en daarna besluit men de dag, om den maag weer te verwarmen, met eenige glaasjes jenever, brandewijn of cognac. Anderen laten zelfs bier en wijn staan en bepalen zich uitsluitend tot sterken drank vóór en na den middag”.

Doel van dit groepje drankbestrijders was toen de “halfdaagse” afschaffing van sterke drank te bereiken. ’s Middags moesten de Tilburgers bier en-of wijn drinken, in plaats van jenever en zo. Een heel vriendelijke drankbestrijding…….. Maar na verloop van tijd ging een groep aanhangers actie voeren voor totale geheelonthouding, en, als mogelijk, drooglegging. Dat werd het Tilburgsche Kruis Verbond (T.K.V.).

Dat T.K.V. meldde in 1914 in het uitgegeven handboekje: ”Ouders, hebt Gij Uw kind lief, geef het dan nooit sterken drank, likeur, bier of wijn”. Men had het toen over kinderen beneden 16 jaar………..

In 1898 werden er 588 bekeuringen wegens openbare dronkenschap in Tilburg uitgedeeld. In 1900 waren het er plm. 1000.

In 1898 konden onze over-opa’s op 259 plaatsen in de stad sterke drank krijgen, en op 109 plaatsen zwak alcoholische drank. Voor zowat 40.000 Tilburgers dus één drinkgelegenheid op zowat 108 mensen. (vrouwen en kinderen inbegrepen). Maar de drinkgelegenheden moesten wel gesloten zijn van 11.30 uur ’s avonds tot 4.00 uur ’s morgens.

De prostitutie. Nee, In onze fiere Katholieke stad, ons goede Roomsche Tilburg kwam dit niet voor. Maar de politieverordening behandelde toch wel het geven van gelegenheid om ontuchtige handelingen te plegen. En de politie hield een oogje in het zeil, onder andere in de Antoniusstraat en in de huizen van ene “B”aan de Bossche Steenweg, en die van “V”en “S”aan het Piusplein, waar het in zedelijk opzicht niet allemaal klopte……

Ene meneer Drieburgen veegde in 1909 in een brochure de vloer aan met het Tilburgse werkvolk dat, al drinkende, duizenden individuen bleef toevoegen aan de maatschappij, welke bevolkingsaanwas een lastpost werd, in de vorm van idioten, misdadigers, achterlijken en zieken………Geen wonder dat de fabrikanten de lonen niet willen verhogen, want meer inkomsten zou toch leiden tot nog groter drankmisbruik……….

Het stond er echt, allemaal.

De heer Van Aken van de T.K.V. draaide de zaak om en pleitte in 1906 voor loonsverhoging. Betere omstandigheden zouden het drankmisbruik doen afnemen. Maar dat had hij beter niet kunnen zeggen. Dat was puur socialisme………Hoe durfde meneer Van Aken het volgende te zeggen: ”Het is gemakkelijk de arbeiders te beschuldigen, hen niet te helpen en hun streven naar lotsverbetering als oproerigheid en socialisme te bestempelen”.

Meneer Van Aken is door een tijdskanon duidelijk naar het verkeerde tijdperk geschoten ! Zijn geschrijf ging, als ik goed begrepen heb, dan ook de mist in.

De eerste wereldoorlog vergrootte de ellende, mede door de komst van duizenden soldaten en Belgische vluchtelingen in Tilburg. Het sociale leven werd ontwricht, waardoor agressie, prostitutie en drankmisbruik toenamen. De politie moest toen uitgebreid worden met 25 agenten en 13 veldwachters.

Om dronkenschap, agressie en prostitutie tegen te gaan werd tijdens de 1e wereldoorlog de verkoop van sterke drank verboden. De maatregel liet men vervallen, in de loop van 1915, toen bleek dat illegale drankgelegenheden het gat in de markt opvulden………De T.K.V. telde op een gegeven moment 1200 leden maar vermocht de maatschappij niet tot bekering te brengen. Ondanks opvoedende toneelvoorstellingen, zoals “Drank en Misdaad” en “Het is vergif”!

Maar de tijden veranderden, de welvaart steeg heel langzaam, de wereld ging wat vooruit. In 1917 waren er nog 1242 bekeuringen wegens openbare dronkenschap, in 1918 slechts 737. En in 1923 niet meer dan 462. Het grote diepe gat van sociale ellende van de 19e eeuw leek wat achter de rug te raken.. De drank scheen niet meer de rampzalige centrale plaats in te nemen van voorheen.

 

Maar dat leek maar zo. In de twintigste eeuw kwamen drank en drugs, en de daaraan verbonden criminaliteit en ontworteling pas in het groot opzetten. Met alle, ook persoonlijke, ellende, van dien, voor vele, vele duizenden mensen. Wij komen daar nooit meer vanaf.

 

 

 

Anton van de Wiel

 

 

 

Vrij bewerkt naar Rob Oostelbos, Nieuwsbl.vh Zuiden, 25-01-1985

Media