WO II (10) - o.a. de dierentuin, twee weken na het begin

  • Datering van de gebeurtenis: Van 10 tot 24 mei 1940


Precies twee weken nadat de Tweede Wereldoorlog was begonnen, schreef de ‘Nieuwe Tilburgsche Courant' op vrijdag 24 mei 1940 hoe het het Tilburgse dierenpark in die periode was vergaan.
De bioscopen gingen ook weer open.

Hierna volgt het letterlijke verslag.

De bioscopen zijn weer open.

Na een stilstand van 14 dagen gaan heden drie bioscopen weer open, n.l. de Harmonie, de Royal en het Chicago-familietheater.
De Stadsschouwburg kan om bepaalde redenen nog niet openen.

Alle drie theaters komen met keurige programma's.

Omdat er door het gemis van twee theaters veel te weinig plaatsen voor een stad als Tilburg ter beschikking zijn, is het zaak tijdig voor plaatsen te zorgen.

Vooral op de veranderde begintijden der voorstellingen moet worden gelet, n.l. op werkdagen om 7 uur. Het verheugt ons, dat door heropening van deze 3 bioscopen wij weer een stap nader zijn tot onze normale levenswijze.

 

Burgers Dierenpark onder het bombardement


Angstige uren, doch park en beesten zijn intact gebleven.
Zondag gaan de poorten weer open.

Uren en dagen van spanning en angst zijn er door mensch en dier beleefd in Burgers Dierenpark aan den Bredascheweg. Men weet het, dat de hevigste bombardementen in Tilburg hebben plaats gevonden aan den westkant der stad bij de Belgische spoorlijn en verder naar het Westen, waar het Dierenpark gelegen is.

Vooral in den voormiddag van den eersten Pinksterdag heeft het er hier geweldig gespannen en het mag wel een wonder genoemd worden, dat het park met zijn bewoners dit alles zoo betrekkelijk goed doorstaan heeft.

Reeds Zaterdag werd het park door de Franschen bezet, die doorlopend aan de vliegtuigaanvallen hebben blootgestaan.
Een der bommen kwam tegenover het park bij den Bredascheweg terecht. De sporen hiervan ziet men aan de zware, baksteenen pijlers van den hoofdingang, waar heele stukken steen zijn afgerukt en aan gaten in de gaas-afrastering, maar vooral aan de woning van de directie.

Nagenoeg geen ruit is hier heel gebleven. Door een der ruiten vloog een bomscherf binnen, die zich dwars door bimsmuur(?) boorde na een spiegel vernield te hebben en vervolgens in een andere kamer tegen de muur sloeg.

Gelukkig bevond zich de directeur met zijn familie niet meer in de woning. Dezen alsmede de exploitante van het restaurant waren reeds eerder in het park gevlucht.

De vele angstige uren hebben zij doorgebracht, liggende in de bosschen en des nachts onderdak zoekend in een varkenshok midden in het park.

Uit den aard der zaak gingen de bombardementen niet ongemerkt aan de dieren voorbij.

Dezen zaten echter allen opgesloten in de nachthokken, zoodat er voor uitbreken niet direct gevaar aanwezig was zoolang tenminste niet een bom de kooien vernielde.

De beesten gingen echter vreselijk tekeer.

Leeuwen liepen onrustig in hun kooien op en neer en deden onophoudelijk hun vervaarlijk gebrul hooren. De hyena's wier geluid reeds onder normale omstandigheden zoo akelig om aan te hooren is, jankten op een wijze, die door merg en been sneed, het pluimgedierte fladderde angstig door de kooien, vooral de struisvogels schenen bijzonder onder den indruk te zijn.

Zeer grote angstsymptomen vertoonde ook de olifant. Nog lang na afloop der bombardementen stond hij te rillen op zijn zware pooten en in drie dagen heeft hij niets gegeten.

Dit laatste verschijnsel heeft zich trouwens ook bij de meeste andere dieren voorgedaan, zij allen toonden heelemaal geen eetlust.

Wat hier in het park beleefd is in het vuur van de strijd laat zich nauwelijks beschrijven, men moet het zelf hebben meegemaakt.

De vliegmachines, zoowel Duitsche als Fransche scheerden vaan zóó laag over de boomen vertelde ons een ooggetuige, dat men geloofde dat ze de toppen hiervan zouden meenemen of direct zouden neerstorten.

Toen de strijd geluwd was en men de situatie in het park eens ging opnemen kon de directeur de ontdekking doen, dat er wel averij aan de woning was aangericht, doch dat tenminste de dieren en daarmede zijn bestaan, behouden waren gebleven.

Geen enkele bom had het park zelve getroffen.
Dit beteekent echter niet, dat nu de moeilijkheden voor dit mooie bedrijf voorbij zijn. Zij schijnen thans pas te komen.

Zoo heeft men op het oogenblik met groot voedselgebrek voor de dieren te kampen.

Daar het hier echter méér dan een particuliere betreft - het Dierenpark is immers een van de weinige touristische aantrekkelijkheden van onze stad - heeft men vertrouwen, dat zoowel de militaire als burgerlijke autoriteiten alle pogingen in het werk zullen stellen ons Dierenpark zijn moeilijkheden te boven te doen komen.

Ook het publiek kan hiertoe het zijne bijdragen door een veelvuldig bezoek.

Het park heeft dit - ook al vanwege de langen en kostbaren winter - hard noodig om in stand te blijven en geen Tilburger zal toch willen dat het verdwijnt.

Zondag a.s. gaan, volgens een advertentie in dit nummer, de poorten weer open.

 

Helaas, in 1973, dit jaar 40 jaar geleden, werd de Tilburgse dierentuin alsnog gesloten!

Tilburg Wiki:

Media