Louis Sparidans
- Datering van de gebeurtenis: 10 t/m 17 mei 1940
Onder de titel ‘Het had erger kunnen zijn' evalueerde de ‘Nieuwe Tilburgsche Courant' op zaterdag 18 mei 1940 de eerste oorlogsweek in Tilburg als volgt.
Hieronder het tweede gedeelte van deze evaluatie.
Let op de relatief laconieke toonzetting!
De Duitschers arriveeren
Op eersten Pinksterdagmiddag werden de Duitschers in grooter massa gesignaleerd op den Moergestelsche weg. Pioniers begonnen onmiddellijk met het provisorisch repareeren van de ophaalbrug op Koningshoeven.
Een voorpost werd uitgezonden naar den burgemeester, die kon verzekeren, dat de stad geen verzet meer bood.
De Fransche en Nederlandsche strijdkrachten waren teruggeweken tot achter Goirle, Dongewijk en Dongen. Omstreeks vier uur snorden de eerste Duitsche motorrijders over den Heuvel naar den Bredascheweg.
Tilburg was in Duitsche handen en het ergste was hiermede voorbij althans het strijdtoneel was verplaatst tot voorbij de stad in westelijke richting.
Ook in de lucht was het al vanaf Zaterdagmiddag aanmerkelijk rustiger geworden.
De bevolking herademde. Voor het eerst kon men weer rustig slapen en wel in de nacht van Eersten op Tweeden Pinksterdag.
In den fraaien morgen van Tweeden Pinksterdag omstreeks elf uur werd het niets meer vermoedende centrum der stad nog even opgeschrikt door het verschijnen van twee Fransche vliegtuigen die om onverklaarbare redenen zich van hun bommenlast ontdeden.
Hierdoor werd de machinehal van Beka in de St. Jozefstraat vernield en vielen groote brokstukken op tegenover gelegen huizen. Het is een wonder dat hier geen persoonlijke ongelukken zijn geschied.
Twee bommen vielen vlak tegen het fabrieksgebouw en vernielde vele ruiten hiervan der tegenover gelegen huizen.
Voorts lieten de Fransche vliegers een bom vallen bij de splitsing Goirlesche en Rielscheweg, waardoor een huis totaal in stukken geslagen werd.
Een vrouw, weduwe en moeder van zeven kinderen, vond den dood ......
Hiermede waren de verschrikkingen ten einde en beleefde Tilburg de volgende dagen slechts het eindelooze voorbijtrekken der geweldige Duitsche armée.
Ook thans is het nog steeds heen en weer trekken van Duitsche voertuigen van allerlei aard.
Naar het westen gemeenlijk nieuwe aanvoer, naar het Oosten Roode Kruis-wagens met gewonden en vrachtauto's met Belgische krijgsgevangenen.
De Duitschers in Tilburg
Men zal het er over eens zijn - hoe men ook over de situatie denkt - dat het optreden der Duitsche bezettingstroepen over het algemeen zeer correct is.
De bevolking gedraagt zich gelukkig ook voorbeeldig en dit heeft bij de Duitsche militaire autoriteiten groote voldoening gewekt.
Men moet zich in het onvermijdelijke schikken en aanpassen.
De Duitsche soldaten zijn vriendelijk en voorkomend en voldaan over de verre van onvriendelijke ontvangst door de bevolking alhier. De verstandhouding laat dan ook niets te wenschen over.
Men beware zijn kalmte en houde zich vooral strikt aan de voorschriften al zijn die misschien voor onze Brabantsche gemoedelijkheid wel eens wat kras.
Burgerzaken en militaire zaken.
Bekendmaking:
Alle zaken die bij het gemeentebestuur thuis horen, dienen bij het gemeentehuis te worden afgedaan.
Bij de Feldkommandantur worden uitsluitend Duitsche militaire aangelegenheden behandeld.
Berichten door de radio doorgegeven gelden niet voor Tilburg.
Voor onze stad gelden uitsluitend de regelingen en verordeningen, die door den burgemeester in overeenstemming met de plaatselijken commandant zijn vastgesteld.
