Gij zult niet .....

  • Datering van de gebeurtenis: De jaren veertig en vijftig van de 20e eeuw


Mijn jeugd en die van velen van mijn leeftijd in Tilburg met mij wordt vooral gekenmerkt door zinnen die beginnen met ‘Gij zult niet .....'

Waar wel eens gesproken wordt over ‘die goeie ouwe tijd' ontkom ik er af en toe niet aan, zeker niet als ik zie hoe onze kleinkinderen thans opgroeien, om in die zin herinnerd te worden aan mijn eigen jeugd.

En nu bedoel ik nog niet eens ‘De Tien Geboden' die er vanaf klas 1 op de lagere school ingehamerd werden. Iedere Tilburgse jongen of meisje kon ze destijds onmiddellijk opdreunen als er om zou worden gevraagd.

De fraters en zusters in Tilburg die praktisch alle lagere scholen in Tilburg ‘bemanden', meenden dat de catechismus het belangrijkste document was dat elk kind eigenlijk ‘van binnen en buiten' moest kennen, d.w.z. ‘uit het hoofd', tenminste ‘de kleine catechismus'.

Daar kwamen indirect ook weer ‘de zeven hoofdzonden' uit voort, achtereenvolgens, ‘hoogmoed, hebzucht, wellust, jaloezie, vraatzucht, woede en vadsigheid'.

Niet te verwarren met ‘doodzonden', want dan kon je het wel helemaal ‘schudden' ..... als dat je overkwam.

Het was de tijd van ‘het rijke roomsche leven', zij het dat dat vooral betrekking had op ‘de pracht en de praal' die destijds de RK Kerk in Tilburg ten toon spreidde.

Soms meen ik nóg te merken hoe diep deze gevoelens van ‘schuld en boete' bij veel oudere Tilburgers nog aanwezig zijn, als ik met hun over ‘die goeie ouwe tijd' van vroeger praat.

Maar gelukkig hebben de meeste jongere mensen (en die ontmoet ik ook vaak) daar tegenwoordig helemaal geen last meer van.

Media