De adventstijd op de Pius X-school in Tilburg

  • Datering van de gebeurtenis: jaren '50

De adventstijd op de Pius X-school in Tilburg

De jaren '50...

Men durfde nog een school de naam van een heilige te geven, de directeur werd nog ‘hoofd der school' genoemd en veel leerkrachten waren in het bezit van een bijnaam.

Frater Frederico (van Dongen), het hoofd, had de bijnaam: ‘de Frik'. Frater Antonius (Bodden) werd ‘Tontje' genoemd.

In het schooljaar 1952/1953 ‘zat' ik in de derde klas (nu groep vijf) bij frater Ladislas (van Iersel). Een zeer aimabel mens waarbij het goed toeven was. Maar ook hij ontkwam er niet aan. Zijn pseudoniem was: ‘Latje'.

We hadden de eer in een splinternieuw lokaal op de bovenverdieping te mogen vertoeven.

In die tijd heerste op de Pius X-school in de Theresiastraat te Tilburg in de vier weken voor kerstmis een aparte sfeer.

Frater Antonius, een erg bezige bij, had In de week voor de eerste zondag van de advent al de nodige dennentakken vergaard. Die lagen in een hoek van de tuin. Voor ons leerlingen een signaal dat weldra de adventskrans in orde gemaakt zou worden.

Iedere maandagmorgen in de adventstijd ging je niet zoals gewoonlijk rechtstreeks naar je klaslokaal, maar naar de hal. Frater Frederico stond halverwege op de trap. Hij hield een korte toespraak en las een gebed voor. Daarna stak hij een kaars aan. Elke week kwam er een brandende kaars bij. Hoe dichter bij kerstmis, des te meer licht ‘in de tent'.

Het waren dikke kaarsen die elke morgen om 9 uur bij het binnenkomen brandden. Zuinig als de fraters waren werden ze, als alle leerlingen in hun klaslokaal aanwezig waren, snel weer gedoofd. Op die manier gingen ze jaren mee...

Elke leerkracht zorgde ervoor dat minimaal één week voor de kerstvakantie een kerststal in de hoek van het klaslokaal opgebouwd werd. Het was elk jaar weer dezelfde frater die dit werk als eerste geklaard en dus ‘gewonnen' had. Soms dacht ik dan: zat ik maar bij hem...

Binnen enkele dagen was elk klaslokaal voorzien van een kerststal.

In december 1952 was ik met nog enkele klasgenoten door frater Ladislas uitverkoren om op een vrije woensdagmiddag hulp te bieden bij het zetten van de kerststal. Ik voelde me zeer vereerd. Toch had ik echt niet het idee zijn ‘fiepke' (lievelingetje) te zijn.

De kerstspullen ging je op de zolder halen. Het was een hele bijzondere ervaring. Een zolder vol met mooie schoolplaten en leermiddelen. Je keek je ogen uit. Dit was trouwens voor een leerling de enige kans dit eldorado eens te kunnen bezichtigen.

Het kersttafereel bestond uit een echte stal met een dak van stro, paaltjes van berkenhout en beelden van gips. Met rotspapier werd op de achtergrond een berglandschap nagebootst.

Prachtig zo'n levensecht tableau. Sprak me geweldig aan.

Inmiddels heb ik, waarschijnlijk o.a. door deze ervaring, een ‘kerststallenkick' eraan overgehouden. Jaren geleden heb ik een beeldengroep van gips op de kop kunnen tikken. Precies dezelfde kerstgroep als die in de jaren '50 op de Pius X-school gebruikt werd. Wellicht dezelfde mal gebruikt.

Kleindochter Julia (2002) komt me de laatste jaren assisteren bij het zetten van de kerststal. Ze beleeft er evenals ik vroeger en nu veel plezier aan. Over genen en DNA gesproken...

 

Afb. 1: Pius X-school (2009).

Afb. 2: Links: frater Antonius, 4e van links: frater Ladislas, 5e van links: frater Frederico (1950).

Afb. 3: Speelplaats (2009)

Afb. 4: Trap (2009).

Afb. 5: Gang (2009).

Afd. 6: Klaslokaal van frater Ladislas op de eerste verdieping (2010).

Afb. 7 Trap naar de zolder (2010).

Afb. 8: Zolder (2010).

Afb. 9: Zolder (2010).

Afb. 10: Julia (2011).

Afb. 11: Julia (2011).

 

Jos Naaijkens