Als BROZEM op pad . .

  • Datering van de gebeurtenis: Jaren \\'60

VERTELLING XV (uit Bouwjaar1945 van Jan Kwantes)

(...) Zodra ik zestien was wilde ik ook op een eigen brommer rijden. Van onze pa kreeg ik die niet zomaar, daar moest voor gewerkt worden en gespaard. Ik had al eens vakantiewerk gedaan bij leerfabriek DE HINDE en bij handschoenenfabriek GRENOBLE. De daarmee verdiende centen had ik tijdens mijn vakanties in Haamstede al opgemaakt. Als ik zes weken naar Haamstede ging dan werkte ik daar de eerste weken op het land om aardappelen te rapen of aardbeien te plukken. De laatste weken had ik dan zelf geld om te besteden. Met het geld dat ik nu met vakantiewerk bij de conservenfabriek HERO in Breda zou gaan verdienen had ik al een tweedehands bromfiets gekocht. Onze pa had het voorgeschoten. Het was een Batavus met een 50 cc JLO-motortje. Door er een beetje aan te sleutelen kon je er een snelheid van wel 60 km per uur mee halen. Normaal kon en mocht je er maar 40 km per uur mee rijden, ze waren immers door de fabriek op die maximale snelheid afgesteld.

Ik reed daar natuurlijk mee naar Breda omdat ik in de avondploeg werk had gezocht in verband met de maximale beloning. Ik vertrok op tijd zodat ik om 17h00 uur bij de prikklok was. ´s-Nachts om 03h00 uur zat het werk erop en scheurde ik terug naar Tilburg. Het werk was smerig en heet. Met een soort benzineslang moest ik grote groene mandflessen van wel 100 liter vullen met gloeiend heet bessensap. Ik begon een steeds grotere hekel te krijgen aan het eentonige, smerige werk, maar kon me niet veroorloven om er mee te stoppen. Het geld van de brommer moest immers netjes terugbetaald worden aan ons pa.

Op een van die middagen reed ik richting Breda met mijn bromfiets samen met een jongen van school, Bart, die ook bij HERO werkte maar bij een andere afdeling. Via hem kwam ik op het idee om eerst IN te klokken en vervolgens de poort weer uit te lopen. Niemand had dat in de gaten, je moest alleen zorgen dat je voor 03h00 uur weer terug was om weer uit te klokken. Zo gezegd zo gedaan. Na geklokt te hebben waren we met onze brommertjes vrolijk op weg vanuit Breda naar de kermis in Eindhoven. De hele avond hebben we plezier gehad en tegen de tijd dat er weer UITgeklokt moest worden stonden we in Breda keurig in de rij om de kaart in de klok te laten stempelen. Bij Hero hebben ze er niets van gemerkt. Het gebeurde wel vaker dat er plotseling jongens wegbleven, die elders waren ingezet of niet meer terugkwamen.

Maar de volgende morgen stond onze pa aan mijn bed met de vraag waar ik de vorige avond en nacht geweest was. "Bij de Hero": zei ik, als eerste reactie. Maar daar trapte hij niet in en vertelde me dat ik op de kermis was gesignaleerd in Eindhoven. Hier had ik niet van terug en voelde het schaamrood op mijn wangen komen. Een vertegenwoordiger, die mijn vader regelmatig in de winkel bezocht en ook nog eens uitgerekend op deze morgen, had me daar herkend en die ochtend tegen mijn pa verteld: ‘Ik heb jullie Jan nog gezien gisterenavond op de Eindhovense kermis. Ik heb hem zelfs nog op een pilsje getrakteerd.' De eerste serieuze aanvaring met mijn vader was het gevolg. Hij was woedend, zó had ik hem nog eens gezien toen ons Ton jaren eerder tegen de met hem gemaakte afspraken in, veel te laat thuis was gekomen. Er zou voortaan beter op me gelet worden en mocht voor straf de eerste weekenden niet weg.

Enfin, de brommer is uiteindelijk afbetaald en ik hield nog geld over om ermee met mijn vriend Fons op vakantie naar Haamstede of Rüdesheim te gaan.