Mijn eigen oorlogske (1)

  • Datering van de gebeurtenis: 1940 - 1945

In het begin van de Duitse bezetting was er een discussie bij ons aan de keukentafel, vooral tussen mijn resp. 8 - en 10 jaar oudere broer Mart en zus Tonnie. Het was waarschijnlijk kort vóór de Duitsers alle jeugd-organisaties (behalve uiteraard de Jeugdstorm) verboden.

De vraag was: moeten we niet vrijwillig bij de Jeugdstorm gaan, want straks kan het verplicht worden, en dan krijgt het schorem, het uitschot, dat er nu al lid van is, de leiding over ons, en worden zij de baas......

Dat was in het begin, toen het idee dat Duitsland de oorlog wel eens zou kunnen winnen, nog leefde.

Nog een herinnering aan de eerste dagen na de capitulatie van het Nederlandse leger (15-05-1940). De radio onderbrak geregeld de uitzendingen voor een kort programma: de eerste tonen van de 5e symfonie van Beethoven, gevolgd door een theatrale stem die riep:"Vlamingen, leg de wapens neer !"
In die begintijd gingen de jongeren 's avonds in groepen naar de Heuvel, waar N.S.B-ers en aanhangers van de Nederlandse Unie steevast tegen elkaar vochten. Of het dan echt om aanhangers van de Ned. Unie ging weet ik niet, het is wel zo blijven hangen. Hoelang dat duurde en hoe het uitpakte weet ik niet meer.
De Nederlandse Unie was in het begin van de bezetting als symbool van anti-Duitsheid algemeen gerespekteerd.

Echt gebrek hebben we in de oorlog niet geleden. Onze Pa was voor de oorlog verzekeringsagent en werkte vooral onder de boeren, waarvan hij er veel kende. Met zijn fiets ging hij de boer op, regelde iets, en bracht vervolgens boter, eieren, spek of zo naar huis. Ik herinner me dat hij een radio opscharrelde voor een boerke. Die bond hem achter op de fiets, de radio viel er nog een keer vanaf, en de boer naar huis. Daar bleek één station het te doen..... Bij familie in Udenhout viel, geloof ik, ook wel eens iets te ritselen. Voor kachelhout gingen we naar het Bels Boerke in de Houtstraat.

Wij woonden naast een bejaarde vrouw, die niets had dan een grote dochter, die op het fabriek werkte. Ik herinner me dat het meisje altijd op een sukkeldrafje liep, en ze lachte altijd vriendelijk. Toen overleed ze plotseling.
Zij was lid geweest van het NAF (Nederlands Arbeids Front), de NSB-vakbond. Ik hoorde onze Pa en ons Moeder, die naar de begrafenis waren geweest, tegen elkaar zeggen dat ze zo goed af was. Maar ik meen dat het na de oorlog, met de reaktie tegen het NAF, nogal mee is gevallen.

Onze Pa was in die tijd bij de Medische hulpdienst van de Luchtbeschermingsdienst te Tilburg. Op een dag in '44 moest hij met de ambulancewagen van het ziekenhuis richting Loon op Zand, om een zieke op te halen.
Op de Loonseweg dook een Engelse jager neer om de auto te beschieten. Het rode kruis bovenop was duidelijk zichtbaar, maar in dit stadium keken ook de Engelsen blijkbaar nergens meer naar. Mogelijk hebben de Duitsers daar zelf aanleiding toe gegeven. De inzittenden moesten de sloot induiken en de auto werd in brand geschoten. Tilburg was zijn laatste ambulancewagen kwijt en candidaten voor het ziekenhuis werden van toen af vervoerd met de stootkar.
Of het bij die gelegenheid was, weet ik niet (meer) maar langs de Loonseweg moest een gewonde Duitser geholpen worden. Toen was daar, zowat bij de huidige TV-toren ergens een weilandje met een krot, waarin de "Rooie Doezelbos" woonde, een toen daar nogal bekend type.
De Duitser moest voorlopig ergens liggen, en de Doezelbos trapte de schuurdeur open, daar kon de soldaat in het stro liggen. Zijn kameraad, die hem fel beschermde, schreeuwde:"Nein ! Ein Bett !"
De soldaat werd dus in de bedstee van de Doezelbos gelegd; de Luchtbeschermingsmannen dachten, en zeiden later dat het daar bepaald niet vlooienvrij geweest zal zijn......

Een andere keer werd de Luchtbeschermingsdienst erbij gehaald om de lichamen van Britse piloten te bergen. Er was een Engels vliegtuig neergeschoten en de Duitse burocratie had even tijd nodig gehad, vóór de stoffelijke overschotten vrijgegeven konden worden. Het was voor de LB-ers een onplezierige opdracht de in vergaande staat zijnde lichamen uit het toestel te halen. Een van de LB-ers zei tegen een toezicht houdende Duitse officier hoe erg hij dit vond, ook voor de Britse jongens.

Waarop de officier antwoordde: "Een tijd geleden had ik Bombenurlaub. Mijn vrouw en kinderen waren bij een bombardement omgekomen. Dat was óók erg !"

Commentaar van de Tilburgers die dit verhaal hoorden: "Dat zijn de ergsten..... Voor zulken moet je oppassen......"

Een andere aangrijpende opruimactie moesten onze Pa en zijn collega's doen, toen de Duitsers het huis van de welbekende Coba Pulskens, die Engelse piloten verborg en hielp ontsnappen, waren binnengevallen, drie Engelse piloten daar hadden neergeschoten en Coba hadden meegenomen.
De lichamen van de piloten moesten door de Luchtbescherming verwijderd worden.

Bij de foto's: Foto nrs 1 en 2, dat was nog de goeie ouwe tijd. Foto nr. 3. : onze eigen familie. V.l.n.r.: onze Mart, Ik zei de gek, ons Moeder en ons Tonnie.


Wordt vervolgd.


Anton van de Wiel

Media