Bertje Eijgenraam

  • Geboortedatum: 1907
  • Sterfdatum: 2002

In 1995 werd Bertje 'akela' Eijgenraam (1907-2002) geïnterviewd door Joep Eijkens, toenmalig verslaggever van het Brabants Dagblad. Eijgenraam was actief binnen de verkennerij (vandaar haar bijnaam) en werd, ongediplomeerd, de eerste maatschappelijk werkster in de stad. Eijkens noteerde haar persoonlijke herinneringen over het wel en wee in de Koningswei*:

De Koningswei, dat was een stel mensen die in vuile krotwoningen woonden en die er onder de oorlog echt als paria’s geleefd hadden. Er hebben daar toen ook Duitsers gezeten. Er werd gezegd: daar moet je niet naar toegaan, er wordt gedronken en die meisjes heulen met de Duitsers. Iedereen deed lelijk tegen de mensen van de Koningswei, maar ze kenden die mensen ook niet. Wij hebben ze leren kennen door er vriendschappelijk en hartelijk tegen te zijn. En dan kun je veel bereiken, hoor!

We zijn begonnen bij de huizen aan te kloppen (…) en te vragen of ze kinderen hadden. Nou, die hadden ze in overvloed. Die moeders vonden het geweldig dat we iets voor de kinderen wilden organiseren. Voor die moeders was het: nou nemen ze nota van ons. Dus we werden geweldig ontvangen. Huisbezoek deed je trouwens met z’n tweetjes, en altijd overdag, nooit ’s avonds.

Ja wat deden ze? Niet veel. Met een kar todden en kleren ophalen langs de deur… Ik weet wel dat oude mennekes – als die teveel gedronken hadden en geen geld hadden – hun kaart van de sociale dienst aan de kroegbazen gaven, die dan hun uitkering gingen innen. Ja, dat was mensonterend. Daar hebben we tegen gevochten. Ook tegen die mennekes hoor! Dat we zeiden: waarom doede zo stom!

Als Christ rond het middaguur het Angelus luidde dan zag je de oude mannekes aan komen lopen om in het wijkhuis te komen eten. Voor het eten werd gezorgd door de Zusters van Liefde, de fraters en ook de trappisten. Koos ging het op zijn bakfiets halen. Maar als de trappisten aan de beurt waren, dan kwamen die mennekes niet, want dan was er geen vlees. Maar dan zorgde ik voor een stukske worst…

(over kinderen) Je moest ze complimenten geven, daar waren ze zeer op gesteld. Ze waren heel gevoelig voor als ge bijvoorbeeld zei: wat hedde toch goed gewerkt. Thuis hoorden ze dat nooit en op school werden ze vaak gepest. Ook door de fraters en de zusters hoor! Dat zo’n onderwijzer zei: ge kunt wel zien dat ge uit de Koningswei komt. Dan ging ik naar die school en zei: dat is toch niet nodig. Dat vond ik dan zo onrechtvaardig, hè.

De mensen zijn veel opener geworden. Het was een clan. Van ons hebben ze geleerd ook met andere mensen om te gaan. En ze zijn mondiger geworden. (…) Ik denk dat ik meer van hen geleerd heb dan zij van mij. Ik had nooit geweten dat ze zo lief waren, ja, zo braaf.

* Interviews over de Koningswei werden verzameld door Stichting Straat in het kader van de manifestatie die in november 2011 zal plaatsvinden omtrent het vijftigjarig jubileum van de sanering van de wijk

Tilburg Wiki: