Pelgrimage naar den Heuvel

  • Datering van de gebeurtenis: eind jaren '40 - begin jaren '50

Pelgrimage naar den Heuvel

Eind jaren '40, begin jaren '50. Bijna iedere zondag hetzelfde ritueel.

Het was een hele tippel voor een nog niet uit de kluiten gewassen mènneke. 's Morgens een bezoek brengen aan de ouders van moeder in de Molenstraat te Tilburg. Na de koffie via de Koestraat richting Heuvel, waar de ouders van mijn vader in het bezit waren van een bakkerij.

De overweg over en aan de linkerkant o.a. café "Kras", de sigarenwinkel van de Vries, café van der Loo, KNO-arts van Iersel, de ingang van de Metropole en het huis van de familie Kerstens.

Tegen een uur of vijf weer huiswaarts, parochie Theresia. Om de pelgrimage een beetje draaglijker te maken werd voor de terugweg meestal een andere route gekozen. De Spoorlaan, Gasthuisstraat, Lange Nieuwstraat en de Stedekestraat.

De bakkerij was een mooi pand met enkele Jugendstilkenmerken. Vanuit de winkel keek je zo de lange Spoorlaan in. Een weids uitzicht met toen nog aan beide kanten prachtige herenhuizen.

Achter de winkel waren twee huiskamers gesitueerd. Daarachter lagen de keuken en de bijkeuken. Via een binnenplaats kwam je in de bakkerij waarachter weer een niet al te grote tuin met een perenboom en een notenboom.

Maar het was het hondenhok dat me het meest aansprak. De jachthond van opa moest altijd wel even over zijn kop geaaid worden. Oma vond het meestal een aandoenlijk tafereel. De hond die vaak op landgoed "Den Ooievaarsnest" bij Alphen de commando's van mijn opa opvolgde viel nu als een blok voor dat ventje.

Bij een bakker op bezoek gaan had ook zo zijn voordelen. Het hongergevoel werd nooit op de proef gesteld. Altijd was er wel een appelflap of een amandelbroodje van de zaterdag over. En medio november bij de intocht van Sinterklaas kwam het mij, omdat ik een zekere angst voor deze goedheiligman bezat, zeer goed uit in de erker van het bovenhuis plaats te kunnen nemen. Een prima uitzicht en ver weg van het voetgetrap.

Maar toch... Met het toenemen van de jaren begon de animo voor de zondagse gang naar de opa's en oma's wat af te nemen. Steeds dezelfde neefjes en nichtjes, steeds dezelfde voorspelbare gesprekken en last but not least... steeds dezelfde bedevaartsroute.

Rond mijn twintigste ontmoette ik mijn vrouw. Al filosoferend over de toekomst kwam het idee ter sprake om met de eventueel toekomstige kinderen iedere zondag ónze ouders met een bezoek te vereren. Zouden we dat onze kinderen ook aandoen?

Nee dus... De bezoeken aan opa en oma vonden meestal plaats op een andere dag dan de zondag.

Maar met die pelgrimages naar den Heuvel is me één opmerking van oma steeds bijgebleven. Een van de keren dat traditiegetrouw de jachthond van opa door mij over zijn kop geaaid werd, zei ze: "Josje... Gij zult nôot 'n mèske vèène wè zôo veul van oe houdt as diejen hond van opa..."

Wie hierover meer wil weten geef ik de raad eens bij mij langs te komen.

Jos Naaijkens