Bomen en Udenhout

  • Datering van het verhaal: 9-11-2010
Bomen en Udenhout. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Die twee woorden treffen we ook in één bedrijfsnaam: Boomkwekerij Udenhout aan de Schoorstraat. Typischer Udenhout kan het toch niet. Maar schijn bedriegt: het bedrijf bestaat in die vorm slechts zes decennia. De familie Van Iersel is pas na 1950 op grote schaal beroepsmatig als boomkwekerij begonnen aan de Groenstraat. Later aan de Schoorstraat en op vele, overal in Udenhout voorkomende, percelen. In totaal nu op 125 hectare waardoor het bedrijf qua grootte tot de top tien van Nederland behoort.

Boomkwekerij Udenhout telt 45 man/vrouw personeel in vaste dienst en kweekt om en nabij vijfhonderd verschillende bomen. Vroeger kweekte de Udenhouter geen bomen. De boeren hadden bijna allemaal een stuk bos voor geriefhout voor huishouden en bedrijf. Zoals musterd (takkenbossen voor de oven), palen en timmerhout. Er was geen sprake van onderhoud of kweek.

Als er bijvoorbeeld een populier was omgevallen, hakte de boer de top eraf en stak die in het gat in de bodem. Eikels voor nieuwe eiken kon men zelf wel vergaren. Er waren wel jaarlijkse publieke verkopen van hout. Om en om bij de familie Heessels (van Boslust) aan de Schoorstraat of bij De Weijer op ‘t Gommelen. Die openbare verkopen waren vooral ook een sociaal gebeuren waar men elkaar in een goede sfeer trof. Zo waren er vaste bezoekers waarover men nu nog allerlei verhalen over vertelt. Zoals over Willeke Martens, eigenaar van veel grond en onroerend goed in Udenhout: "Willeke had veel bosgronden en jaarlijks vonden er houtverkopingen plaats in café ‘t Gommelen en dat was een festijn voor verkopers en kopers. De verkopers hielden de openbare verkoop goed in de gaten en noteerden de prijzen maar naarmate de verkoop vorderde, schreef Willeke steeds minder op en de kastelein des te meer. Willeke kwam standaard bezopen thuis."

Vooral de families Weijtmans, Vromans en Van de Voort handelden in partijen hout. De familie Van Iersel verkocht al in 1870 eiken- en berkenplantsoen aan het kasteel van Loon op Zand. Dat was restant van het materiaal voor eigen gebruik. Dus van professionele teelt was geen sprake. De vroegere eigenaar van de boomkwekerij, Harrie van Iersel, zocht het ontbreken van boomkwekerijen ook in de economische omstandigheden: "Elke Udenhoutse boer had de kans om bomen te kweken. Maar na de oorlog waren akkerbouw en veeteelt ook nog redelijk rendabel. Er ontbrak een afzetkanaal voor bomen. Die moesten ze zelf verkopen. In de regio werd wel her en der naaldhout geplant waarmee de mijnen onderstut werden. Maar die werden op termijn alle gesloten."

In de jaren vijftig en zestig groeide de vraag naar groen enorm dankzij de stadsuitbreidingen. In elke straat moesten bomen komen. Vooral het economisch snel groeiende West-Duitsland vroeg om grote bomen.