Een hondenleven

  • Datering van het voorwerp: rond 1900

Zoals er verschil is in paarden, er zijn nu eenmaal werkpaarden en luxe paarden, bestond er vroeger ook een onderscheid in werkhonden, de zogenaamde ‘bandhonden' en in ‘honden in weelde', oftewel luxe honden.
De bandhonden hadden een hondenleven als trekdier, onder of voor de hondenkar, afb 1 en 2.
De gemeenteverslagen in oude kranten geven een beeld van de toename in het aantal bandhonden. In 1878 waren dat er 425 in Tilburg en dit aantal steeg tot 1.418 bandhonden in 1913, dus kort voor de eerste wereldoorlog.

De behoefte om thuis een hond te hebben als gezelschapsdier steeg minder snel, van 285 luxe honden naar 694 honden in diezelfde periode, afb. 3 en 4.

Gelukkig voor de honden dat na de eerste wereldoorlog het gemotoriseerde verkeer toe nam, met name het gebruik van de T-Ford, waardoor er minder hondenkarren nodig waren!

Ook toen al was de belastingheffing op een hond, een melkkoe voor de gemeente. In 1885 was de hondenbelasting f 1,50 voor bandhonden en f 2,50 per jaar voor andere honden. Vergelijkbare ‘koopkracht' nu, ca. €16 resp. € 27.

Een regelmatig voorkomend probleem was de hondsdolheid. De honden moesten dan verplicht maandenlang een muilkorf dragen, die niet van leer mocht zijn en dus van metaaldraad was gemaakt. In het jaar 1907 was hier ruim 6 maanden een muilkorvenwet van kracht. In die tijd werden er 158 personen bekeurd en 237 honden afgemaakt (niet omgekeerd). De hondenbelasting ging dat jaar ook flink omhoog, naar 6 gulden voor sierhonden en 3 gulden voor bandhonden.

Een verdwenen beroep is dat van hondenslager. Er bestonden twee betekenissen voor het begrip hondenslager. Niet alleen voor iemand die honden uit de kerk moest jagen.
Een krantenbericht van juni 1918:
‘Na aangifte van vermissing van een foxterrier, door een bewoner van de Oerlesestraat, bracht een onderzoek de politie op het spoor van een hondenslager. In een schopping in dezelfde straat trof de politie 6 hondenvellen aan, waarvan 1 afkomstig van een foxterrier, hetwelk als van de vermiste hond door de eigenaar is herkend.‘
Er was toen sprake van voedselgebrek maar dan nog.....

De populariteit van honden is de loop van de tijd toegenomen. Was er in 1878 nog sprake van 1 hond per 40 Tilburgers, in 1913 was dat al 1 hond per 25 inwoners en nu in 2010 al van één hond per 15 personen, met ruim 13.700 (!) honden

En het gebruik van hondenkarren is pas verboden eind 1961.

Afb. 1. Jan Maas, geb. Tilburg 1912, met de hondenkar van zijn vader, broodbakker Bart Maas aan de Herstalsestraat nr. 46. Bakker Maas (1879-1968) verhuisde in 1938 naar Heikantsebaan nr. 196. (Beeldonline-012037)

Afb.2. Hondenkar met melkkannen van P.C. Maas, Rielscheweg 57.
(Beeldonline-048570, 1915)

Afb. 3. Wonend op Koningshoeven, Caspar Houben, fabrikant (1823-1899) en echtgenote Antonetta L. Verbunt samen met een zeldzame Napolitaner-hond. (Beeldonline-004621)

Afb. 4. Tilburger Jacobus M. de Kok, geboren in 1906. ( Beeldonline-007308)

Media