- Datering van de gebeurtenis: Eind jaren veertig (20e eeuw)
Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: er bestond toen nog helemaal geen carnaval in Tilburg!
Ja, misschien toch. Helemaal in het geniep in achteraf-zaaltjes, waar het 't daglicht niet kon verdragen. Want, ik was toen pakweg tien/twaalf jaar oud en ofschoon we op school leerden dat carnaval weliswaar bestond, leerden we tevens dat zulks wel een hele zondige, losbandige aangelegenheid was!
Daarom leerden we "pesjonkelen", als tegemoetkoming voor Onze Lieve Heer, alsmede ter compensatie van alle losbandigheid die er op hetzelfde moment plaatsvond in onder meer Den Bosch en Breda. Pesjonkelen? Wat is dat, zal menigeen vragen. Dat vergt enige uitleg.
Tijdens de zondag alsook de maandag en dinsdag daaropvolgend, voorafgaande aan Aswoensdag, werd in die tijd in alle kerken in Tilburg het Allerheiligste uitgestald. Dat gebeurde middels een monstrans op het hoofdaltaar met in het midden van die monstrans een grote hostie. Die hostie stelde Het Lichaam van Christus voor.
Dit bood de gelegenheid aan iedereen in onze parochie (de Theresiaparochie) om O.L. Heer wat milder te stemmen, door af en toe even in de kerk te gaan bidden. Maar ........ je kon ook volle aflaten verdienen! Aflaten, waarmee op slag zonden werden vergeven, waardoor overledenen rechtstreeks naar de hemel konden gaan, zonder een tussenstop in het vagevuur.
Voorwaarde was wel dat je daarvoor eerst zes onzevaders en zes weesgegroeten bij het Allerheiligste moest bidden, om vervolgens even de kerk uit te gaan, waarna je vervolgens weer opnieuw aan een kersverse aflaat kon beginnen. En zo verder ........ en dat heette pesjonkelen!
De dinsdagavond (vóór Aswoensdag) werd toen vastenavond gevierd. Dan aten we in Tilburg oliebollen of pannenkoeken, met een glaasje fris! De gedachte hierachter was dat op Aswoensdag een periode aanbrak van veertig dagen vasten; je moest er dus een tijdje tegen kunnen!
Dat was "onze carnaval" eind jaren veertig en we prezen ons gelukkig dat wij niet waren zoals al die "zondaars" in Den Bosch en Breda. En wat hadden we een hoop aflaten verdiend! We konden met een tevreden gevoel, daags daarna, ons askruisje gaan halen!
Louis Sparidans