Dodenweg N281 naar Breda

  • Datering van het voorwerp: 19-de en 20-ste eeuw

Als je geen paard ter beschikking had was een reisje naar Breda een probleem, twee honderd jaar geleden. Reizen deed je als het kon met één of meer paarden voor de koets, de diligence, of anders als ruiter te paard. Brabant was berucht om zijn slechte zandwegen om te lopen doordat grote delen van de provincie moerassig waren. De meeste wegen waren daardoor modderpaden, of in ieder geval lastige karrensporen.

Na twintig jaar touwtrekken van Tilburg, en met de provincie en met de staatsbankier koning Willem I, kwam in 1827 de rijksweg Breda-Tilburg-Den Bosch gereed. Om die weg via Tilburg in plaats van over Loon op Zand te laten lopen, kostte de gemeente Tilburg f 30.000, wat te vergelijken is met een bedrag van ca. € 300.000 gulden nu, te betalen door een beperkt aantal welgestelden.
Bij zo'n rijksweg moeten we denken aan een ‘kasseibaantje' met basaltkeien, toen ook wel Napoleonkoppen genoemd. Op een stugge boerenkar was het nog geen pretje om op deze weg te rijden maar was je in ieder geval minder afhankelijk van het weer.
Dan was er eindelijk een geplaveide weg naar Breda maar nog niet voor vrij gebruik. Als je naar Breda moest, kwam je vier keer voorbij een tolhuis en kon je dus vier keer tol betalen. Die tolheffing verdween rond 1870 en toen kon iedereen wel vrij gebruik maken van de weg. Bijna iedereen, want als je in de jaren 1898 tot 1906 een automobiel had mocht je overal vrij rijden, behalve op zulke rijkswegen. Om daarop te mogen rijden moest je een kentekennummer op je auto hebben, dus betalen. Jammer genoeg weten we van diverse Brabanders dat ze in die tijd een auto hadden, maar ontbreken verdere gegevens omdat ze niet geregistreerd stonden. Via andere, provinciale wegen konden ze ook overal komen.

Uniek voor deze oude rijksweg naar Breda is het fietspad, dat in 1902 langs deze weg kwam. Het eerste fietspad in Nederland dat twee grote steden verbond!

De ellende als ‘dodenweg' duurde van de jaren dertig tot de jaren zeventig.
In veel opzichten was het afdekken van de kasseien met asfalt in de dertiger jaren een verbetering. Eindelijk een egaal wegdek om rustig te kunnen rijden met het toenemende autoverkeer. Maar de weg was nu niet alleen gevaarlijk bij sneeuw en ijs in de winter. Het probleem met het toenmalige asfalt was dat als het een tijd niet had geregend er een vettige aanslag op de weg achterbleef waardoor bij de minste regen de weg veranderde in een glijbaan.
Dat ondervond o.a. de 53-jarige Tilburger Herman Swagemakers, Bredaseweg 391, op vrijdag 25 oktober 1935 toen zijn auto op het spiegelgladde wegdek onbestuurbaar werd en tegen een boom langs de weg tot stilstand kwam,
afb. 1 en 2. Herman Swagemakers die al vanaf 1924 auto reed heeft dit ongeluk niet overleefd.

Ook kon, zelfs bij goed weer, de mooie rij bomen langs de kant een gevaarlijke situatie opleveren, afb. 3.

Het gevaar met het gladde asfalt bleef tot in de jaren zeventig.
Twintig jaar eerder, in de vijftiger jaren kwam er voor deze weg Tilburg-Breda een probleem bij en genoot de weg daardoor landelijke faam. Het werd toen een driebaansweg. De derde baan, de middenbaan, konden automobilisten benutten als ze even iemand wilden inhalen. En van die mogelijkheid werd uit beide richtingen driftig gebruik gemaakt, soms zelfs van twee kanten tegelijk!
Het leek wel Russisch-roulette, zoals sommige automobilisten zolang mogelijk op die middenbaan bleven rijden. Er werd beweerd dat als NAC in Tilburg kwam spelen er twee rijstroken voor NAC nodig waren. Nodig voor een stukje bravoure van de NAC supporters.

In december 1971 was de huidige snelweg A58 tussen Tilburg en Breda klaar voor gebruik. Toen kwam er rust op de oude drie-baans rijksweg/dodenweg N282 die daarna snel gewijzigd werd in de huidige twee-baans weg. De weg is nu wel weer druk in gebruik maar verdient de bijnaam ‘dodenweg' (nog) niet.

Afb. 1 en 2: Het restant van de auto van Herman Swagemakers op vrijdag 25 oktober 1935 op de rijksweg Tilburg-Breda.
Een Amerikaanse Nash-Twin-convertible uit de jaren 1930-1934.
Het kenteken N-4627 stond vanaf 1924 op naam van Herman Swagemakers.
Dit zal dus niet zijn eerste auto geweest zijn.

Afb. 3: De solide eiken langs de weg konden tegen een stootje.

Tilburg Wiki:

Media