Tilburg na de bevrijding deel 6

  • Datering van de gebeurtenis: 1944 - 1945

VOEDSELVOORZIENING EN DISTRIBUTIE
Toen de oorlog dreigde werd er in 1938 al gedacht over een systeem om de schaarste, die ongetwijfeld zou ontstaan, op een eerlijke manier te verdelen. Op 12 oktober 1939 ging de suiker op de bon en op 5 november volgden de peulvruchten. Dat was op proef (maar dat werd er niet bij gezegd) om het distributiesysteem te testen, want van beide artikelen was er genoeg.
Ik zal proberen het Distributiesysteem, dat erg ingewikkeld was, zo eenvoudig mogelijk uit te leggen:
Iedereen had een Stamkaart, daarmee moest je naar het distributiekantoor om je bonkaarten op te halen.
De distributiekantoren tekenden op die stamkaart, aan welke bonkaarten je inmiddels had ontvangen.
In de krant moest je bijhouden welke nummers er in een bepaalde week werden aangewezen en hoelang ze geldig waren. Soms werd die tijd verlengd als iets er niet was.

Daarna moest je bekijken hoe je ze besteden zou en tot slot in de winkel maar afwachten of het allemaal klopte en of het er ook was. En natuurlijk moest je gewoon betalen. De overheid stelde de prijs vast.

Je was vaak afhankelijk van de betrouwbaarheid van de winkelier. Bij de melkboer bijvoorbeeld leverde je vooraf voor een week de bonnen in, die daarop dagelijks leverde. Als hij om welke reden dan ook onvoldoende melk had, was je toch je bonnen kwijt.


Ook de winkeliers hadden het moeilijk met de bonnenadministratie. Zij konden pas nieuwe voorraad inslaan door de bonnen, die ze moesten vragen aan de klanten, op speciale vellen te plakken en in te leveren. In ruil daarvoor kregen zij weer nieuwe toewijzingen.

Terwijl Tilburg inmiddels in bevrijd gebied lag was er toch schaarste; het bevrijde gebied breidde zich uit waardoor de transportlijnen langer werden én het aantal monden dat gevoed moest worden nam toe.
Bovendien waren de slechte toestand van de wegen en spoorlijnen en de gebombardeerde of opgeblazen bruggen extra belemmeringen.

Dat vroeg om een goede organisatie van de distributie, maar juist de meest belangrijke zaken als melk- en brood- en vleesvoorziening wilden nogal eens tekort schieten.
Vaak was het transport van de boer naar de verwerkers (de bakkers, slagers, de melkfabriek) het probleem, vooral omdat het over teveel schijven liep. Volgend artikel uit de krant van 20 dec. 1944 is tekenend voor de situatie;

 

MELKVOORZIENING TILBURG
De vorige week is het niet altijd mogelijk geweest de melkvoorziening vlot te doen verlopen. De oorzaken van deze stagnatie waren niet te zoeken bij de melkfabriek of bij de verkopers.. Zij deden hun best.
Daar de moeilijkheden met de melkvoorziening te groot zijn om inééns radicaal te worden opgelost, bestaat er veel kans dat ook in de toekomst nog wel eens enige hapering optreedt.
Om in dit verband misverstanden te voorkomen is besloten, dat alle melkverkopers aan hun wagen (en/of winkel) een duidelijk leesbaar opschrift zullen plaatsen, waaróp staat aangegeven, hoeveel melk zij die dag kunnen verstrekken.
Wij vertrouwen, dat de huismoeders begrip zullen tonen voor de moeilijkheden, die de melkvoorziening ondervindt en bij hun leveranciers niet zullen aandringen op méér melk, dan officieel door de fabriek is vastgesteld

In de winter van 1944 op 1945 nam de brandstoffenhandel buiten de bonnen om, de zwarte handel dus, een grote omvang aan. Dit leidde tot grote ontevredenheid. Lezers wezen daarop en de redactie was met hun van mening dat er moest worden ingegrepen.

Rond de bevrijding van heel Nederland moest er bovendien, en als de wiedeweerga, gezorgd worden voor de mensen boven de rivieren, die de lange hongerwinter hadden moeten doorstaan. Daardoor ontstond hier in het Zuiden opnieuw een groot tekort omdat de boeren de grote toenemende vraag niet aan konden. Weliswaar kwam de voedselhulp vanuit Amerika snel op gang, de schaarste bleef nog lang heersen.

Van lieverlee gingen ook goederen zoals huishoudelijke artikelen op de bon en werden er zelfs verboden ingesteld om dergelijke waar en huisraad te vervoeren.
Dat werd ook ingegeven door de snel toenemende zwarte handel. En vergeet niet dat er nogal wat weggehaald werd bij gearresteerde NSB-ers en "andere landverraders" zoals die werden genoemd.
Er werd ook flink gemopperd als mensen weer eens tevergeefs naar de bakker waren gegaan en er was weer eens geen meel aangevoerd, zodat er niks te bakken was.
En zelf thuis bakken kon alleen als je voldoende hout en of kolen in je fornuis kon stoken.
Het gas dat je maar twee en half uur per dag kon gebruiken was nodig om het eten te koken en je mocht niet eens een gasoven gebruiken.

Er verscheen op een gegeven moment zelfs een recept op de voorpagina van de krant hoe je een (rogge)brood kon stomen of koken. Nou was voorpagina ook betrekkelijk want meestal had je alleen een voor en achterkant.

Wat mensen stak in die tijd was dat er, ondanks de distributie, toch mensen waren die kans zagen voedsel te ruilen tegen luxe goederen.

Zoals ik in deel 1 van deze reeks al schreef, ik put mijn "kennis" over een aantal zaken uit een halve jaargang van het Nieuwsblad van het Zuiden van net na de (Tilburgse) bevrijding eind oktober 1944.

In een van de volgend artikelen zal ik dieper ingaan op de zwarte handel en andere uitwassen.

Henk van Mierlo
Nuenen

Bron distributiesysteem:documentaireserie NPS De oorlog
Stam- en bonnenkaart komen o.m. uit de tentoonstelling van wijkcentrum Theresia.

Media