Herinnering aan de bevrijding

  • Datering van de gebeurtenis: september oktober 1944

Herinneringen aan de oorlog en de bevrijding van Tilburg

Het is eind september 1944 en het Duitse Sprengkommando is bezig de Centrale werkplaats van de NS, in de volksmond "het Atelier" genoemd, op te blazen. Hemelsbreed wonen we zo'n kleine 500 meter van 't Atelier af. De hele omgeving van de NS werkplaats is gewaarschuwd de ramen af te plakken met plakband en ramen die open konden ook open te zetten, om te voorkomen dat de ruiten springen.

De Duitsers gaan grondig te werk, ze doen er drie dagen over om alle bruikbare materialen en gebouwen te vernietigen zodat de oprukkende geallieerden er geen gebruik meer van kunnen maken.

Roetvlokken dwarrelen langzaam omlaag in ons tuintje aan de H.Berkvensstraat. Zware zwarte rookwolken zijn zichtbaar boven den Besterd, het lijkt wel alsof er een zwaar onweer hangt.

Mijn vader kijkt bedenkelijk omhoog "stelletje rotzakken" mompelt ie, want hardop zeggen kan gevaarlijk zijn. Een paar deuren verder woont immers iemand waarvan gezegd wordt dat ie bij de SS is.

Eindhoven is op 18 september bevrijd en nu rukken de Prinses Irene Brigade en de 15e Schotse Divisie via Hilvarenbeek op naar het westen van Brabant.

Dat gaat vanaf half oktober gepaard met artilleriebeschietingen, die vooral het zuiden van Tiburg treffen, maar er wordt voortdurend alarm gegeven en ik weet nog dat we regelmatig in de kelder onder trap zitten te schuilen met pannen en een vergiet onze hoofden beschermend. Er liggen matrassen op de grond en er staat er een voor het kelderraam.

Regelmatig komen ook de V1's en V2's overvliegen. Een klein rood stipje hoog in de lucht richting het westen wordt door iedereen nagestaard. Als het geluid ophoudt is óf zijn doel bereikt óf de brandstof is op, maar hij sputtert nogal en als de stilte te lang aanhoudt gaat het in koor "Onze Lieve vrouwke, gift ‘m nog een douwke!!" En groot is de opluchting als ie dan weer doorvliegt.

Louis Sparidans vertelt hierover ook op boeiende wijze zijn relaas in zijn "Herinneringen aan de Theresiawijk" elders in dit Geheugen:

"Mijn jongste (of eigenlijk mijn oudste) herinneringen, behalve het overlijden van mijn moeder dan, dateren uit de tijd dat ik op de kleuterschool zat bij de zusters aan de Nijverstraat. Destijds heette dat nog "de bewaarschool". Dat was tijdens de oorlogsjaren en we hadden nog niet eens elke dag "school". Er waren daar aanvankelijk namelijk ook nog Duitse soldaten resp. nadien Engelse soldaten (de Tommies, zoals wij ze noemden) geïnterneerd. Dus waren er maar een paar lokalen als bewaarschool in gebruik. Als ik al naar school "mocht", ging ik met mijn (oudere) zussen mee die naast die bewaarschool op de lagere school zaten (de huidige basisschool).

Ik noemde het al, het was oorlogstijd, en behalve een beetje plakken, vouwen en knutselen, herinner ik me vooral dat we vaak onder ons tafeltje moesten kruipen. Ik geloof dat dat bedoeld was als oefening voor het geval er alarm zou zijn. Maar misschien was er ook wel echt alarm af en toe (er vlogen aan het eind van de oorlog immers regelmatig V-een's resp. V-twee's over ons heen, bedoeld voor de haven van Antwerpen of voor Engeland), maar het kan ook zijn dat de zusters het wel een stuk rustiger vonden, als al die peuters zich koest hielden onder hun tafeltje.

Ik herinner me het geluid van die "raketbommen" nog goed. Zolang ze "floten" was er niets aan de hand, maar o wee als ze ophielden met fluiten, dan konden ze "overal" terecht komen. Ik herinner me dat ik op een zondag wel eens met onze pa ben gaan kijken naar zo'n inslag in de Van Hogendorpstraat. Er waren ook doden bij gevallen; het was verschrikkelijk, in mijn herinnering"

Maar eind oktober 1944 is Tilburg bevrijd. Ik loop aan de hand van mijn vader door de Koestraat en ter hoogte van het Atelier staat een openbaar urinoir beter bekend als "de pisbak van de Koestraat" Daarboven hangt een pop in SS uniform aan een galg. Ik schrik ervan, maar mijn vader stelt me gerust dat het maar een pop is en dat de mensen blij zijn dat de Duitsers weg zijn.

Op het Dr. Schaepmanplein staan tanks geparkeerd en bij ons thuis is een Schotse cavalerist uitgenodigd op de thee. Mijn moeder heeft een cursus Esperanto gevolgd en Engels en weet dus goed met die soldaat te praten. Wij, de kinderen, krijgen met gulle hand chocolade.

Op 22 maart 1945 overlijdt mijn moeder als gevolg van de bevalling van haar vijfde (doodgeboren) kind. Pa brengt ons met de kinderwagen te voet naar Riel, mijn oudste zus (4 jaar) en ik (bijna 6) lopen ook, de twee kleinsten zitten in de kinderwagen. We zullen die ruim 7 km nog vaak lopen.

In de berm van de Rielseweg tussen de beukenbomen in, zijn schuttersputten gegraven, die nog een herinnering zijn aan de verbeten strijd rondom Tilburg eind vorig jaar.

We worden in Riel opgevangen door een zus van mijn vader en zullen daar bijna een jaar logeren.

Begin mei 1945 wordt de bevrijding van heel Nederland gevierd.

In Riel wordt een optocht georganiseerd met de plaatselijke harmonie. Mijn oom Christ staat naast me langs de kant, met een helm en de blauwe overall van de Binnenlandse Strijdkrachten. (Dit uniform zie je nog jaarlijks bij de dodenherdenking op de Waalsdorpervlakte.)

Op een boerenkar wordt een man in het Duitse weermachtuniform afgeranseld met een bos stro, maar het is voor zo'n manneke als ik een verschrikkelijk gezicht, ik duik achter de rokken van mijn tante.

En nu, 65 jaar later, brandt dit beeld nog altijd op mijn netvlies.

Henk van Mierlo

Nuenen

Bronnen: Ik heb getracht herinnering en werkelijkheid een beetje bij elkaar te brengen door het boek "Tilburg 1940 - 1945" door Frans Janse en Ronald Peeters te raadplegen en er enkele feiten van te gebruiken.

De foto's zijn uit BeeldOnLine van het Regionaal archief.

afb. 1 Het atelier gezien vanaf het dak van Elias aan de Industriestraat

afb. 2 en 3 geven een indruk van de vernielingen aan de Centrale werkplaats van de NS

Tilburg Wiki:

Media