Herinnering aan Leo-school

  • Datering van de gebeurtenis: 1950-1957

Herinnering aan de Leo-School

Vandaag, 6 september 2008, was ik weer eens terug op de LEO XIII school. Het gebouw staat er 100 jaren en dat werd "gevierd" met een Open Dag; een uitnodiging aan eenieder die de school nog eens zou willen bezichtigen..

Een nostalgische ervaring. Hele jaargangen bezoekers; grijze mannen die tenminste zes jaren van hun jeugd binnen die muren hadden doorgebracht. Sommigen spraken zelfs van een Handelsavondschool.

Vrijwel al mijn ooms, mijn vader, vele van mijn neefjes alsmede mijn broertje bezochten deze Lagere School.

Onderstaand een impressie van de lichting 1951 - 1957.

Eerste klas (1951 - 1952)

(1951 - 1952)

Zelf ben ik van '44; na de drie jaren Montessorischool in de Elsenlstraat was in 1951 de "grote school"aan de beurt.

Aanvankelijk een teleurstelling; immers de zuster (Zuster Wilhelmina) had haar best gedaan om mij te leren schrijven in schoonschrift, maar op de LEO XIII school werd begonnen met "ROOS" in blokletters.

Gelukkig was daar een jonge Frater Paulino die geduldig en met gevoel voor de beslommeringen in de kleine kinderziel, kon uitleggen dat het later allemaal wel goed zou komen.

Die eerste klas (foto 1951 - 1952) was een grote klas; de geboortegolf van meteen na de oorlog was nu terug te vinden op de lagere school.

Samen met vriendjes als Nob(ke) Brekelmans (Brekelmans Schoenenzaak Wilhelminapark), Peter de Cock (de Cock Bloemenzaak Wilhelminapark) en Guido Jacobs (Wilhelminapark), Frans de Kort (de Kort Bakkerij Smidspad), Ad van Gool (van Gool Lijmfabriek Goirkestraat) en Dries(ke) Mannaerts (Huisarts Mannaerts Goirkestraat) kon dat jaar niet meer stuk.

Zelfs de Gregoriaanse gezangen die Frater Paulino ons voorschotelde vanuit een geweldig groot gezangenboek op een metershoge houten standaard, ter voorbereiding op Eerste Heilige Communie, konden de aangename en inmiddels vertrouwde sfeer geen geweld aandoen.

Natuurlijk was er de discipline; in rijen opstellen en wachten op de bel om vervolgens zeer geordend en rustig naar binnen te gaan; daarna de armen over elkaar..

Er werd tijd geïnvesteerd in een Kerstverhaal dat door de leerlingen visueel moest worden uitgebeeld alsmede later in een toneelstuk; "De wolf en de Zeven Geitjes" (foto) .

Voor de rest deden de dagelijkse gebeden hun vruchtbare Roomse werk.

Gedurende het speelkwartier "bokspringen (met kick)", "haktollen (met pees)" en "landjepik"op de speelplaats onder voortdurend toezicht van tenminste een zorgzame scheidsrechterfrater.

Kortom het bleek een heerlijke lagere school; overzichtelijk, met discipline (maar niet klemmend) , grote klassen (soms wel 50 leerlingen per klas), perfect onderwijs (deels door zorg van de Fraters van Tilburg deels verzorgd door burger onderwijzers), grote speelplaats met Christus beeld "Laat de kinderen tot mij komen", schoonschrift met kroontjespennen, houten schuifbare schoolborden, schoolbanken met inktpot.. Liniaal en inktlap onder de klep; "zachtjes sluiten".

Wat een tijd. Waarden en normen (Rooms Katholiek) werden - als een constante druppel - ingeprent. Niet storend maar wel effectief.

In het hoofdgebouw waren 6 klassen gehuisvest;

Klas 1 Frater Paulino (alleen voor een klas van 52 leerlingen; vriendelijke geduldige frater)

Klas 2 Dhr Schellen (half Tilburg heeft bij hem - thuis - later ooit een typediploma gehaald)

Klas 3 Dhr van Gool (strenge ouderwetse onderwijzer)

Klas 4 Frater Theodorus (bijnaam "de Stier" - trok nu en dan aan oortjes)

Klas 5 Frater Feliciano (bijnaam "de Buffel" - vriendelijke oude baas)

Klas 6 Frater François (hoofd van de school ; keuzejaar Ambachtschool, MULO of HBS)

Tweede klas (1952 - 1953)

(1952 - 1953)

In een apart gebouw - de gymzaal - was (mogelijk in de oude kleedruimte) nog een extra klas ondergebracht; een bijzondere klas. Dat werd mijn tweede klas (foto 1952 - 1953)

Die stond onder leiding van Mijnheer (Henk) Adriaanse. In een en dezelfde ruimte werd door hem aan twee jaargangen les gegeven. De helft van de leerlingen behoorde tot klas 2, de andere helft tot klas 4.

Terwijl de ene groep nog bezig was met "tafels" leren, werd aan de andere groep "breuken" uitgelegd.

Een voortreffelijk onderwijzer met echte onderwijskwaliteiten (dat kon ik natuurlijk later pas beoordelen).

De foto is genomen van slechts een deel van zijn klas; namelijk klas 2.

Het manneke zittend op de bank rechts, beentjes over elkaar, afgezakte sokken ben ik: Frans(je) Beerens (toentertijd wonende Wilhelminapark 15 Herenmodezaak).

De jongen zittend op de bank links, beentjes over elkaar met opgetrokken sokken is Dries(ke) Mannaerts (zoontje van Dr. Mannaerts, arts, toen wonende in de Goirkestraat).

De jongen in het midden van de bank is Guido Jacobs (toentertijd wonende Wilhelminapark 6). Op de foto, links naast die Guido zit Rene(ke) Appels (zoontje van notaris Appels uit de Goirkestraat)

De jongen zittend op de grond - op de foto links vooraan is Van Gorp (toen wonende Ringbaan Noord).

Verder herken ik al die gezichtjes nog wel, maar de namen zijn in de loop der tijd verdwenen.

Derde klas (1953 - 1954)

De derde klas (foto) die onder leiding stond van "Mijnheer van Gool" werd een echte disciplineklas. Van enige humor of vriendelijkheid kan ik mij niets herinneren; alles zeer serieus. . Misschien had de watersnoodramp in Zeeland daar nog iets mee te maken. In het zweet des aanschijns zult gij uw brood verdienen.

Het was een echte werkklas waarin voor het eerst "de breuken" aan de orde kwamen letterlijk en figuurlijk. Gestrengheid was troef; duidelijk werd gemaakt dat er in het leven ook nog gewerkt moest worden. Wie niet horen wil moet voelen. Niet iedereen kon gemakkelijk meekomen. Voor zover ik mij herinner ontstonden in dat jaar de eerste "zittenblijvers"; jaartje overdoen. Ik had geluk en mocht (na het nemen van de foto) naar de vierde. Eindelijk vakantie; dus op naar Scheveningen.

Vierde klas (1954 - 1955)

Frater Theodorus (foto) bleek een frater van bijzonder kaliber. Ook hier gestrengheid troef. Onrust in de klas werd afgestraft met een venijnige draai aan het tussen de vingers geknepen oor. Geen wonder dat de spelletjes gedurende het speelkwartier ook tekenen van enig "geweld" begonnen te vertonen. Elkaar wild achternarennen; bescheiden vechtpartijtjes. Maar in de winter werd de speelplaats "bespoten"om wat ijs te verkrijgen en een glijbaantje te maken.

Ik voel de vingers van Theodorus nog in mijn oor nadat ik hem in de klas gevraagd had wat dat nou precies betekende: "De Onbevlekte Ontvangenis van de Maagd Maria". Ik moest mij bij Frater François (directeur) melden. Die heeft mij uitgelegd dat ik het later allemaal vanzelf zou gaan begrijpen. Nou daar nam je dan genoegen mee net als met al die schitterend getekende schoolplaten waarop de geschiedenis en de bijbel werden uitgebeeld. Het was wel erg duidelijk dat de Joden Jezus hadden vermoord..

Het werd een jaar dat vele leerlingen "over zich heen lieten komen".

Vijfde klas (1955 - 1956)

De frater in de vijfde klas, Frater Feliciano, (foto) was klein van stuk maar groot door zijn geduld. Hij straalde een weldadige vriendelijkheid uit. In zijn klas werden de eerste lezingen gehouden over "arme kindjes in de rest van de wereld". Een frater (Gerardus of Andreas?) uit de missie kwam indrukwekkende verhalen houden over delen van deze aardbol waar we nog maar nauwelijks aan toe waren gekomen met aardrijkskunde. Uit die tijd moeten de rijtjes stammen die nu nog in mijn hoofd zitten: Balie, Lombok, Soembawa, Soemba, Floris, Timor. Dat was nog eens iets anders dan Hoogezand en Sappermeer.

Natuurlijk was het de bedoeling dat in deze tijd de "roepingen" duidelijk zouden worden. "Zou dat niet iets voor jullie zijn om zo ver van huis voor arme kindjes te zorgen en het verhaal van Jezus aan de heidenen en mensen van een ander geloof te vertellen?" Ook hier weer prachtige schoolplaten waarop waarschijnlijk "Ons Indië en andere Overzeese Gebiedsdelen" stond afgebeeld.

Voor het eerst werd mij duidelijk dat en ook nog andere religies bestonden waar kennelijk hele volksstammen in konden geloven; dat de Katholieke Kerk minder vanzelfsprekend was als ik altijd had aangenomen. Over Joden en Protestanten - laat staan over Moslims - werd thuis nooit gesproken.

Zesde klas (1956 - 1957)

Dat prille religieuze besef had op mij een averechts effect. Frater François, die de leiding had in klas zes (foto) maar tevens ook hoofd van de school was, moet daar nog wel eens een slapeloze nacht van hebben gehad. Natuurlijk werden alle Latijnse teksten van de Heilige Mis moeiteloos uit het hoofd werden geleerd in het kader van de opleiding tot misdienaar. Natuurlijk kon vrijwel iedereen de (Nieuwe) Catechismus foutloos opdreunen; elke week overhoringen en een cijfer op een weekrapport.

Niettemin was ik van mening dat je pas "Je Plechtige Heilige Communie" kon doen nadat je kennis had genomen van die andere religies. Dat had Frater François nog nooit zo bij de hand gehad. Vroege pubertijd zeker. Frater François maakte zich ernstig zorgen over mijn zielenheil. Mijn ouders vreesden al een "negatief" advies voor een behoorlijke vervolgopleiding in dit zo belangrijke schooljaar. Wekenlang werd op mij ingepraat, op school en thuis. En ja hoor, uiteindelijk heb ik mijn overtuiging verloochend voor een nieuwe fiets en dus netjes samen met alle anderen de gelofte gedaan dat ik heel mijn leven "Christus zou uitdragen".

Met Christus op zak mocht ik naar de HBS. Daarvoor had ik tenslotte in de zesde klas ook de Franse taal in het lesprogramma gehad. Voor het eerst in mijn leven, beloftevolle (en volgens mijn vader zondige) meisjes in de klas.

Toen ik - natuurlijk vele jaren later - in militaire dienst ging schreef deze Frater François mij nog eens in een brief dat ik "alles moest onderzoeken maar het goede moest behouden". Hij had een ijzeren geheugen..

Vele jaren later heb ik hem (intussen ernstig bejaard en wonend in het Fraterhuis aan de Gasthuisstraat) bij toeval nog eens ontmoet. Hij was nog steeds in het bezit van alle (zorgvuldig handgeschreven) cijferlijsten en weekrapporten van al zijn leerlingen in alle klassen gedurende zijn gehele "directeur periode".

Hij kon nog precies uitleggen waarom de ene leerling naar de Ambachtschool moest, welke naar de MULO en welke naar HBS of Lyceum. Wat een toewijding.

Van de Katholieke Kerk heb ik inmiddels wat afstand genomen maar de Fraters van Tilburg hebben voor altijd een warm plaatsje in mijn herinnering. Als hun Hemel (die van de kleurige schoolplaten) echt bestaat, dan verdienen zij daarin een ereplaats.

Frans Beerens