Katholieke Vrouwen

  • Datering van de foto: Juni 2008
  • Wie staan erop: 1. Jeanne de Rooij, 2. Ricie van de Bruggen, 3. Francis Leenheers, 4. Hanny van Laak, 5. Ella op 't Hoog, 6. Trees Corbey, 7. Annie Robben, 8. Toos van de Pas, 9. Rian van Esch, 10. Petra Witlox, 11. Victoire Knibbeler, 12. Mien Govers.

Twaalf dames van KVO Berkel-Enschot en Heukelom deden in de maand juni mee aan het project ‘Tilburg 200 vrouwen, een ontmoeting in textiel'. Zij bezochten daarvoor tweemaal het Audax Textielmuseum Tilburg.

Ook de KVO-dames hebben bijzondere verhalen over textiel en hun relatie met Tilburg of liever gezegd Berkel-Enschot en Heukelom. Zo vertelt Francis Leenheers hoe ze tijdens haar zwangerschap van het eerste kind, een doopmutsje smockte voor haar eerstgeborene. Het doopmutsje werd gemaakt van haar trouwjurk. Ricie van de Bruggen kwam in de jaren zeventig naar Berkel-Enschot. Hoewel zij de modevakschool had gedaan, had zij na haar trouwen geen tijd meer om met textiel te werken. De melkhandel, die zij runde met man Tijn, slokte al haar aandacht op. Jeanne de Rooij heeft een boerenzakdoek meegebracht. Als symbool voor het boerenleven in Heukelom. Jeanne werkt samen met haar man in een varkensbedrijf waar zeugen en vleesvarkens groot worden gebracht. Victoire Knibbeler groeide op in de binnenstad van Tilburg. Haar moeder was een dochter van middenstand in textiel, opa had een peperkoekwinkel, vader was ambtenaar. Victoire zag allerlei textieltechnieken die moeder vaardig was; van frivolité tot en met breien en borduren. Victoire maakt nu geborduurde ansichtkaarten van papier! Hanny van Laak behaalde diverse diploma's in de textiel, tot en met het diploma van lerares toe. Toch kregen de werkzaamheden in de groentezaak prioriteit. Vader van Laak werkte bij De Regenboog, een textielververij in Tilburg. Ella op 't Hoog koopt allerlei (proef)lappen op de markt, van gedessineerde tot en met glanzende gordijnstoffen. Hiervan maakt zij clownspoppen en andere aardigheden voor neefjes en nichtjes. Petra Witlox toont een doopjurk die zij maakte van haar eigen trouwjurk. Voor textiel heeft ze echter weinig tijd. Zij is immers al járenlang bestuurslid van de Verzamelaarsvereniging. Trees Corbey volgde wel een textielopleiding in Tilburg maar kwam terecht bij een technische dienst. Momenteel geeft zij computerles bij de KBO in Berkel-Enschot. Annie Robben moest op school vlak na de oorlog kleertjes naaien van ultradun vloeipapier. Zorgen dat het naaiwerkje niet scheurde en beduimeld raakte, was een hele toer. Toch naaide zij voor haar kinderen talloze kleren, breide truien en mutsen en haakte poncho's. Toos van de Pas vertelt het verhaal van haar man die op de Tilburgse veiling werkte. Momenteel is Toos bezig met stamboomonderzoek wat zal resulteren in een familieboek. Rian van Esch blijkt eveneens creatief; ze breide een omslagdoek voor haar kinderen, maakt evenals Victoire kaarten én bedacht de naam voor basisschool Berkeloo. Mien Govers begon met het maken van kinderkleding na de geboorte van haar kinderen. Zij ging hiervoor op cursus in Tilburg. Het zoeken van de geschikte stof ,de gepaste modellen en kleuren werden haar hobby. Maar gezien de prijs van de kleding, omgerekend ritsen, knopen, garen en de tijd(kleinkinderen), stopte zij met het maken van kleding. Daarna vond zij veel voldoening in sport- en verenigingsleven.

Fotografie: Jan Stads