De eerste juf van de Leoschool

  • Datering van de gebeurtenis: 1960

Mevrouw Jeanne van der Schoot-Lipsch [1934] werd door haar ouders na de lagere school naar kostschool gestuurd in Valkenburg, een keurig interbaat voor ‘meisjes van den gegoeden stand'. Zij volgde daar de Mulo. Kostschool was goed voor je, het stond garant voor een goede schoolopleiding, je leerde je netjes en gedisciplineerd te gedragen en de strakke dagorde kon voor het latere leven alleen maar voordeel opleveren.
Na valkenburg volgde de kweekschool in Maastricht, ook een internaat. Op 20-jarige leeftijd behaalde Jeanne er haar onderwijsakte. Haar eerste baan als onderwijzeres begon in Schin-op-Geul waar ze uit ruim 60 sollicitanten als beste werd gekozen. Het salaris bedroeg in die tijd zo'n 200 a 250 gulden per maand voor een beginnend docent maar Jeanne moest dat thuis volledig afgeven. Ze kwam uit een groot gezin dat het salaris van de werkende kinderen goed kon gebruiken. Alleen een klein bedrag mocht ze van haar moeder als zakgeld houden.
In Schin-op-Geul had Jeanne een collega-leerkracht die al bijna 40 jaar lesgaf aan dezelfde klas, het communicantenklasje en dat was van háár! Het schrikbeeld dat dit mogelijk je loopbaan betekende deed Jeanne ertoe besluiten zich nooit langer dan vijf jaar aan dezelfde school te verbinden. Aan sleur had Jeanne een hekel en tientallen jaren aan dezelfde groep of op dezelfde school lesgeven vond zij verstikkend.
Dus werd Schin-op-Geul na vijf jaar verwisseld voor Horst. En na vijf jaar Horst verhuisde Jeanne naar Tilburg om daar les te geven aan de Leo III-school. Al had haar vader ernstig bezwaar tegen dit ‘zappen', ze hield vast aan haar principe: alle sleur vermijden!. In Tilburg ging ze op kamers wonen en in deze vreemde en verre stad had ze steun van haar broer die in Tilburg studeerde. Daardoor was de overgang van Limburg naar Brabant ook redelijk gemakkelijk.
Inmiddels bekwaamde Jeanne zich verder in de onderwijskunde. Om van alle markten thuis te zijn en aan meer typen onderwijs les te kunnen geven behaalde ze allerlei diploma's: de hoofdakte, het Ward-diploma [speciaal voor muziekonderwijs aan 1e en 2e leerjaar], het godsdienstdiploma -A , het getuigschrift voor de Mater Amabilis-school en als laatste in 1981 nog de bevoegdheid om te werken in het buitengewoon onderwijs.
Op de Leo-school heeft ze het erg naar haar zin gehad: "Het was een genot om met de kinderen bezig te zijn". Haar klas telde ongeveer 40 leerlingen maar dat was nooit een probleem. Het was de tijd van discipline, fatsoen en respect voor elkaar. De fraters en die enkele mannelijke lekendocent hadden er geen enkel probleem mee om de eerste juf [later kwam er een tweede bij] als collega te verwelkomen. Het leek heel gewoon dat er een vrouw les kwam geven.
In Tilburg leerde Jeanne haar man kennen en trouwen betekende in die tijd dat je als vrouw je baan opzegde. Jeanne nam na vijf jaar [!] Leo-school ontslag tot groot ongenoegen van haar schoolhoofd, die in haar een uitstekend onderwijzeres zag vertrekken.
Maar lesgeven zit natuurlijk in je bloed, ook bij Jeanne. Na haar ontslag stelde zij zich beschikbaar als invalkracht. Tot 1989 heeft ze nog her en der menig onderwijzer voor korte of lange tijd vervangen. Al die jaren ging haar dat gemakkelijk af. Ze vond ook deze afwisseling alleen maar prettig en was nog steeds ‘juf'.
Na 1989 werd achter het lesgeven echt een punt gezet maar het contact met kinderen kon ze niet zomaar opgeven; nog jarenlang was ze kinderoppas en heeft ze zich ook lange tijd over een pleegkind uit Rotterdam ontfermd.

Auteur; Piet van Eijkeren
Met dank aan: Jeanne van der Schoot-Lipsch