Nacht van het boek

  • Datering van de gebeurtenis: 1981-1997

Literaire anekdoten

Tussen 1981 en 1997 werd in Tilburg regelmatig de Nacht van het Boek georganiseerd. Dat literaire evenement vond altijd plaats in de boekenweek en werd zowel in de schouwburg als op de universiteit van Tilburg gehouden. Er kwamen veel mensen op af en schrijvers van allerlei status en allure traden aan om voor te lezen uit eigen werk, om te discussiëren over een thema of geïnterviewd te worden.

Ik ben een behoorlijk aantal keren geweest en zag en hoorde onder meer Harry Mulisch, Hugo Claus, Remco Campert, Adriaan van Dis, Tom Lanoye, Bob den Uyl, Boudewijn Büch, Gerrit Komrij, Louis Ferron, A.F. Th. Van der Heijden, Tessa de Loo, Kristien en Hemmerechts.

Waar schrijvers bijeen zijn, is het nooit saai.

Zo herinner ik me de aankomt van Adri van der Heijden op de universiteit. Hij werd door iemand van de organisatie ontvangen en vroeg zeer terecht om een programmaboekje. Die bleken op te zijn. Van der Heijden beschouwde dat als kennelijk een zo’n grote nalatigheid ten aanzien van zijn persoon, dat hij in een felle woede ontstak en rechtsomkeer dreigde te maken. Men heeft blijkbaar een boekje ergens op de grond zien liggen of er een aan een argeloze bezoeker weten te ontfutselen, want Van der Heijden bleef en hield zijn voorlezing.

Ook Remco Campert moest een keer zijn weerzin om te blijven, overwinnen. In de Studiozaal van de schouwburg werd hij geïnterviewd door Adriaan van Dis ten overstaan van een zeer rumoerig publiek. De nacht was gevorderd en menig brein en fatsoen beneveld. Kortom: er werd niet geluisterd, maar gepraat. Campert kreeg het verzoek wat gedichten voor te dragen, maar na twee gedichten wilde hij er de brui aan geven. Stikkend van woede stotterde hij dat “dit eh, ge, eh, dit gebrul” toch echt geen pas gaf. Van Dis wist zowel de zaal als Campert kalmer te krijgen, maar een succesvol optreden is het niet meer geworden.

Dat was ook de voorlezing van Bob den Uyl niet in een van de edities. De man lispelde zich haast onverstaanbaar door zijn verhalen heen, waarmee nog maar eens onderschreven is dat een goede schrijver, en dat was Bob den Uyl zeker, nog bepaald geen goede lezer is.

Gerrit Komrij was dat in 1996 wel. Hij las tot groot vermaak van de aanwezigen onder meer het hilarische “Komrij’s patentwekker” voor. De zaal lag in een deuk, maar desondanks moest een aanwezige broer achteraf op hem in spreken dat de voordracht wel degelijk een succes was. Waar een groot dichter klein kan zijn.

Ooit is Cees van Raak, Tilburgs dichter en publicist, hem letterlijk ten voeten gevallen tijdens zo’n Nacht om een lofdicht op Komrij te declameren. Komrij was er een beetje verlegen mee: “Kom, sta nou maar op…”

Een goede herinnering heb ik aan de vlaming Ton Lanoye. Na zijn voordracht was het mogelijk de ter plekke aangeschafte boeken door hem te laten signeren. Een vriendin van mij vroeg –kennelijk ook een borrel te veel op- hem of hij echt Ton Lanoye was. Heel verbaasd antwoordde hij dat hij dat inderdaad was en signeerde het boek. Later op de avond keken we naar de signering, bleek er te staan: Met Dank! Jef Geeraerts. Jef Geeraerts is een Vlaamse collega-schrijver.

Niet tijdens de Nacht van het boek, maar wel in Tilburg geschiedde op 26 november 1988 het kleine wereldwonder dat Jeroen Brouwers bij boekhandel Gianotten signeerde. Wie zijn werk kent, weet dat zulke gebeurtenissen hem een gruwel zijn en dat hij ze mijdt als de pest. Hoe openbaarder, hoe vervelender het hem is. Ik had behalve het boek “De zondvloed”, dat toen net uit was en dat de reden was voor de signeersessie, ook zijn roman “Zonsopgangen boven zee” bij me. Dat boek was ook verschenen als kwartaalkeuze in de serie “Schrijvers van nu” bij de ECI. Het stofomslag was ik kwijt, zodat er alleen maar een muisgrijs gevalletje was overgebleven. Ik gaf het aan mijnheer Brouwers om zijn handtekening in te zetten en hij was bevreemd zijn boek in deze staat aan te treffen. Ik zei hem dat dat het boek was uit de ECI-serie, waarvan hij in zijn brievenboek had geschreven dat hij zo blij was met deze uitgave omdat het meteen een oplage goed voor een tweede en derde druk betekende en dat ik door dit boek aan zijn werk verslingerd was geraakt. “Daar ben ik helemaal niet blij meer mee!”, bromde hij, zo toch wel een beetje een domper plaatsend op mijn vreugde eens oog in oog met de grote meester te staan.

Media