Werk voor allen

  • Datering van het verhaal: 1957-1976

Zoals het een goed katholieke stad betaamt, begint het allemaal met de Broeders van Liefde. Eind jaren 30 van deze eeuw starten zij met een Arbeidsvoorziening voor Onvolwaardigen. Later komt er van de overheid een regeling om langdurig werklozen en fysiek gehandicapten aan de slag te krijgen. Daarnaast zorgt de katholieke kerk in Brabant voor verschillende

initiatieven op dat gebied. Op 1 januari 1969 treedt de Wet voor Sociale Werkvoorziening in werking.

 

Van beschutte werkplaats naar breed werkbedrijf. Sociale werkvoorziening in het Tilburgse.

'Ieder mens heeft recht op arbeid '. Dat zegt de Verklaring van de Rechten van de Mens, maar hoe heeft dat in de loop van de tijd vorm gekregen? Bijvoorbeeld in de sociale werkvoorziening, die de afgelopen jaren flink veranderd is. In de tijd dat de Diamant-groep 50 jaar bestaat, kijken we kort terug naar de ontwikkeling. Van beschutte werkplaats naar breed werkgelegenheidsbedrijf.

Tilburg ziet er voor de Tweede Wereldoorlog nog heel anders uit. De stad is in die tijd veel kleiner en kent nauwelijks werkloosheid. De textielindustrie floreert en zorgt voor de werk- en leefomgeving van veel inwoners. Politiek gezien heeft de Katholieke Volks Partij het voor het zeggen. Later wordt dat minder, maar nog in 1969 heeft de partij 25 zetels in de gemeenteraad en 4 van de 5 wethouders.

Ook wat betreft de sociale werkvoorziening is het verschil met nu opvallend. Er is nog geen overkoepelend orgaan: vanaf de eerste initiatieven is een tweedeling te zien.

Particulier

Aan de ene kant zijn er vanuit de kerk particuliere initiatieven. De Arbeidsvoorziening voor Onvolwaardigen (in de volksmond het AVO-fabriekske) van voor de oorlog is er voor verstandelijk gehandicapten. In latere jaren groeit dat uit tot een Stichting voor alle mannelijke gehandicapten: WeMiVa, Werkplaats voor Minder Validen. Na een voorbereidingsperiode van een paar jaar wordt in 1957 begonnen met een eerste werkplaats in een oude fabriekshal. Er vinden velerlei werkzaamheden plaats op het gebied van metaal- en houtbewerking. Zo worden er vogelkooien gemaakt. Ook voor een secuur werkje als het strippen en tapen van hoogspanningskabels voor tv draait men zijn hand niet om. Huisvesting blijft een probleem, want er komen steeds meer medewerkers en afdelingen. Pas na 8 jaar komt er een moderne nieuwbouw aan de Zevenheuvelenweg.

Voor verstandelijk gehandicapte meisjes ligt het begin wat later. In 1952 richt de Mgr. Zwijsenstichting voor die groep het St. Martha-atelier op. Aan het hoofd komt zuster Luchesio, die werkt op een BLO-school (Bijzonder Lager Onderwijs) en dus de nodige ervaring heeft. Het atelier begint in een houten barakkenschool met drie leslokalen en een overblijfruimte. Het werk van de meisjes bestaat eerst nog alleen uit borduren, haken, breien, kinderkleertjes maken en knutselen. De resultaten worden op scholen en fancy-fairs verkocht en de winst onder de maaksters verdeeld. Na enige tijd gaat het atelier ook voor bedrijven werken; kinderjurkjes, pyama's en trappelzakken horen tot het vaste aanbod. Nog weer later komt daar ook inpak- en montagewerk bij. Ondertussen is een ruimere behuizing aan het Stuyvesantplein ingezegend en betrokken.

Gemeentelijk

Anderzijds is er een onderdeel van gemeentelijke regelingen, die het Rijk oplegt en de gemeente invult. Dat zijn regelingen voor langdurig werklozen, bijvoorbeeld mensen die door het verdwijnen van ‘hun' textielfabriek hun baan verliezen en door beperkingen nergens anders aan de slag komen. Velen werken op de zogenaamde buitenobjecten: afrasteringen en schuttingen maken, dichtmetselen van te slopen huizen, hertekampen en speeltuintjes aanleggen. De eerste ploeg moet, in 1950, landwegen gaan herstellen. Dat mag niet al te veel extra kosten, dus schoppen en harken moesten zolang maar van de gemeentedienst Publieke Werken geleend worden... Ook op de Beekse Bergen en kunstijsbaan Theresia komen mensen te werken, om de grootste objecten te noemen.

Puur bureau-werk wordt verricht bij de hoofdarbeidersobjecten voor hoger geschoolde werklozen. Ze worden ondermeer te werk gesteld bij de Sociale Dienst en het Gemeentelijk Bureau voor de Statistiek. Ook wordt voor hen speciaal werk geschapen. In voormalig politieposthuis 'Den Besterd' begint in 1957 het Braille-object: het vertalen van allerlei boeken in braille. Het project zal bijna 30 jaar doorgaan en in totaal tot 2000 boeken komen.

In 1969 wordt de Wet Sociale Werkvoorziening aangenomen. Dat betekent een landelijke regeling om gehandicapten aan werk te helpen. Vijf jaar later treedt de man aan die in Tilburg het initiatief neemt tot wat nu de Diamant-groep heet: PvdA-wethouder Wim Evertse. De sociale werkvoorziening heeft een warme plek in zijn (politieke) hart en hij wil zich er duidelijk sterk voor inzetten.

Oprichting DSW

Vooral door de inspanningen van Evertse krijgen in het Tilburgse de verspreide initiatieven op het gebied van de sociale werkvoorziening een bundeling. Er komt in 1976 een centrale Dienst Sociale Werkvoorziening, oftewel DSW. Drijvende kracht Wim Evertse wordt voorzitter van de bestuurscommissie die toezicht houdt. In het logo van de DSW prijkt een diamant, die via verschillende gedaanteveranderingen nog steeds in gebruik is.

In die beginjaren is de DSW nog een bonte mengelmoes. De afdelingen zijn gehuisvest in heel verschillende onderkomens. Het St. Martha-atelier bijvoorbeeld heeft net vóór het opgaan in de DSW een spiksplinternieuw pand betrokken, 'de Vossenberg' aan de Swaardvenstraat. Maar het Dienstencentrum voor administratief werk zit in een stel oude barakken van de Katholieke Leergangen! In totaal biedt de nieuwe Dienst werk aan zo'n 1250 arbeidsgehandicapten.

Er is natuurlijk enorm veel veranderd sinds die tijd. Je was soms een echte sociale werkster. Er waren ook geregeld ouderavonden. Bij de medewerkers thuis probeerde je problemen op te lossen. Na het werk ging je op ziekenbezoek. Die dingen hoorden er gewoon bij. Dat hoeft nu niet meer, met alle professionele opvang enzo. Het zou trouwens ook niet meer kunnen.

Alles was heel strikt toen. Je moest je aan allerlei regels houden, en er waren veel meer regels dan nu! Toch was het atelier heel bijzonder voor die mensen. Thuis waren ze steeds een buitenbeentje. Nu kregen ze ook loon, hoorden ze erbij en telden ze echt mee. Tegenwoordig kan er wel meer. De eigen verantwoordelijkheid van de medewerkers is groter.”

(Riet van Overdijk, in 1958 werkleidster op het St. Martha-atelier en tot begin van deze eeuw bij de Diamant-groep)

 

In onze volgende bijdrage volgen wij de ontwikkeling van de DSW en komen uiteindelijk terecht bij de opvolger de Diamant-groep.

 

Sjoerd van der Weide,
Medewerker Communicatie
van de Diamant-groep

 

 

Redaktie: Rien van der Heijden

 

Bijlagen:
1-4: Oude logo's
5-6: Foto's uit het "oude doos".