Tilburgse Zeekastelen

  • Datering van de gebeurtenis: 18-de Eeuw

Bij ‘Kasteel van Tilburg’ denk je automatisch aan het kasteel dat hier tot ca. 1750 heeft gestaan, gebouwd als mooie traditionele burcht met slotgracht (afb. 1).
Daarnaast hebben we in de achttiende eeuw ook nog drie ‘zeekastelen’ gehad, oftewel schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) met de naam ‘Kasteel van Tilburg’.
De VOC had veel schepen nodig, gemiddeld acht per jaar in de achttiende eeuw. De levensduur van de schepen was kort. Deels omdat het hout van de schepen niet bestand was tegen gebruik over langere periode in de tropen. De meerderheid van de schepen ging echter verloren door stormen, zeerovers en ander onheil. Voor de nieuw te bouwen schepen waren evenzoveel namen nodig. Ondanks de naam ‘Kasteel van Tilburg’ is er toch geen sprake van een serie schepen met de naam ‘Kasteel van ...’. Het enige andere vernoemde kasteel is het ‘Kasteel van Woerden’. Waarom Tilburg wel? Dat is niet duidelijk maar Tilburg stond goed bekend in Amsterdam, waar men de meeste schepen bouwde, door de levering aan de Amsterdamse kooplieden van het Tilburgse laken, de wollen stoffen, die men over de hele wereld kwijt kon.

‘KASTEEL VAN TILBURG’-1 (1737-1740)
Het eerste van de drie schepen was een groot VOC-vaartuig (850 ton) dat in oktober 1737 via Texel vertrok om naar Batavia te gaan, waar het in juni 1738 aankwam. Bij het vertrekt uit Nederland waren er 263 mensen aan boord. Er moet dus voldoende ruimte geweest zijn voor, onder andere 263 slaapplaatsen, grotendeels hangmatten. De VOC schepen waren nodig voor de reizen van en naar Batavia maar ook om de tientallen VOC-vestigingen in Azie, van Ceylon tot Japan, langs te gaan om goederen te ruilen, zonodig tegen zilveren of gouden munten.
Dit eerste ‘Kasteel’ vertrok in december 1739 weer uit Batavia, dus na ruim een jaar verblijf in de regio, terug naar Nederland maar heeft de Kaap nooit bereikt. Begin 1740 moet het zijn vergaan ergens tussen Batavia en de Kaap.

‘KASTEEL VAN TILBURG’-2 (1747-1752)
Het tweede en nieuwgebouwde ‘Kasteel van Tilburg’, weer van 850 ton, vertrekt naar de Oost in mei 1747. Dit schip bracht het er beter af want het slaagt er in om drie keer een reis naar Batavia te maken . Om onbekende redenen verwisselde de VOC in 1752 de namen van de schepen ‘Kasteel van Tilburg’ en ‘Diemen’ met elkaar. Nu onder de naam ‘Diemen’ vertrekt het nog een keer naar Indië, waar het in 1756 ten onder gaat.

‘KASTEEL VAN TILBURG’-3 (1752-1764)
Het laatste ‘Kasteel’ heeft het langste geleefd. Zoals hierboven vermeld werd in 1752 het schip ’Diemen’ omgedoopt in het ‘Kasteel van Tilburg’. Dit schip was al vier keer op-en-neer naar Batavia gevaren, van 1744 tot 1752 onder de naam ‘Diemen’. Als ‘Kasteel van Tilburg’ vertrok het nog twee keer vanuit Nederland naar de Oost, waar het nog zes jaar van 1758 tot 1764 gebruikt werd voor het rondreizen langs de diverse handelsposten. Totaal heeft dit schip twintig jaar dienst gedaan, waarvan twaalf jaar als ‘Kasteel van Tilburg’, waarna het tenslotte in 1764 wordt ‘opgelegd’

Over alle drie de genoemde schepen is uitgebreid, maar gortdroog archiefmateriaal beschikbaar. Bekend zijn de namen van de bemanningsleden, de logboeken, gedetailleerde vrachtlijsten met daarbij de waarde van elk goed, enzovoorts.
Het menselijke aspect ontbreekt jammer genoeg. Een Duitse matroos George Naporra, die ook op het ‘Kasteel van Tilburg’-3 voer, heeft vanaf 1752 een dagboek bijgehouden, dat recent is gepubliceerd. Dit dagboek geeft een uitstekend beeld van de menselijke verhoudingen en leefomstandigheden van het gewone scheepsvolk aan boord. Hierin staat ook terugreis van Naporra in 1756 van India naar Textel op het ‘Kasteel van Tilburg’-3 met daarbij een toelichting op een scheepsramp.
‘Op het laatste stuk van de route werd besloten om ‘achterom’ te gaan, dus met het oog op kaperschepen om Schotland heen. De hele reis waren er vier schepen bij elkaar gebleven, waaronder het ‘Kasteel van Tilburg’ en de ‘Nieuwe Vijvervreugd’. Dit laatste schip is op 27 juli in de lucht gevlogen na een ontploffing in de kruidkamer. Eén van de opvarenden van het ‘Kasteel van Tilburg’ beschrijft hoe hij die bewuste middag omstreeks half vier, grote rookwolken op de ‘Nieuwe Vijvervreugd’ waarnam. De rook kwam uit de konstabelskamer (van het hoofd van de bewapening, F.K.) en uit de vensters van de kajuit. Kort daarop volgden enorme steekvlammen bij de grote mast en het kabelgat, waarna met een daverende klap het achterschip in de lucht vloog. Men hoorde een ‘yslyk gekerm’ en zag de mensen met wijd uitgestrekte armen en benen in de lucht vliegen. Kort daarna zag men het schip onder ‘groot gesis’ in het water verdwijnen.
Het ongelukkige schip was met 1150 ton het grootste van de vloot en had honderdvijftig man aan boord, van wie er maar 45 konden worden gered door de overige drie schepen. In zee zag men nog de zwaar verminkte lichamen drijven, mede van de ‘juffrouw met haer kind en slave meyd’. Dit was de vrouw van koopman Schook, die met haar man vanaf de Kaap terug mocht naar Nederland samen met hun op de Kaap geboren dochtertje en hun dienstmeid.Een maand later, op 28 augustus kwam het ‘Kasteel van Tilburg’ aan bij Texel waarna George Naporra de VOC-dienst heeft verlaten.

Totaal heeft er 20 (3+5+12) jaar een ‘Kasteel van Tilburg’ de zeeën bevaren, in en naar de Oost.

De kansen voor de bemanning om te overleven bij de VOC waren klein, zoals te zien in het Geheugen-artikel over de ‘Tilburgse zeehelden’.

Literatuur:
1. ‘Tilburg in de koloniën, de koloniën in Tilburg’ van John Boeren en Luud de Brouwer in ‘Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur’; 2001, nr. 1, pag 3-18
2. ‘Naporra’s omweg; Het leven van een VOC-matroos (1731-1793)’ van Roelof van Gelder, 2003

Afbeelding:
1. Het Kasteel van Tilburg; RAT 016918
2. VOC-schepen aan de Kaap de Goede Hoop.

Media