Op granaten zitten

  • Datering van de gebeurtenis: 1945-1950


Uit het Brabants Dagblad van 28 november 2007;
‘BIEST-HOUTAKKER RAAKT NA DRIE DAGEN TOCH NOG ZIJN MORTIERGRANATEN KWIJT.'

Een enkele keer, duikt het bericht weer op dat er een gevaarlijk projectiel is gevonden. Een specialistische afdeling van defensie (de Explosieven Opruimings Dienst) gaat dan op pad om de vliegtuigbom of granaat onschadelijk te maken. Vaak een gevaarlijke operatie.

Tijdens de tweede wereldoorlog was mijn vader aangesloten bij de luchtbeschermingsdienst wat later een vervolg kreeg als H.V.D. (hulpverleningsdienst). Hij was commandant en zijn afdeling werd tot ver na de oorlog ingezet om munitie te ruimen in heel Nederland.

Iedere morgen meldde zich een klein baasje in uniform compleet met pet met een beleefde klop op de huiskamerdeur.
"Goede morgen samen"
"Goede morgen Keesje" was het antwoord van mijn pa.
Keesje Kokke was de naam van de chauffeur van mijn vader, die zelf niet over een rijbewijs beschikte. Kokke was een vrolijk ogend baasje met een doorgroefd gezicht.

De dag begon meestal met elkaar in de maling te nemen. Dan stapten ze in de jeep en gingen op weg naar de plaatsen waarvan men een melding had binnengekregen, dat er een vreemd en verdacht voorwerp was gevonden. Het kwam herhaaldelijk voor dat er op de plaats des onheil een politiekordon was aangelegd en dat de omgeving hermetisch was afgesloten voor na later bleek een verroeste koffiepot of iets dergelijks. Maar bijna dagelijks trof men wel overblijfselen aan van de oorlog, zoals granaten, kogels en zelfs bommen.

Bij ondeskundige behandeling konden deze tot ontploffing komen. Mijn vader met zijn team waren de specialisten en wisten hoe het spul onschadelijk gemaakt kon worden. Soms werden de projectielen ter plaatse tot ontploffing gebracht. Zeer zeker niet zonder gevaar. Verschillende collega's zijn omgekomen bij deze activiteiten.

Mijn pa is wel eens door het oog van de naald gekropen. Bij het onschadelijk maken van een partijtje slaghoedjes, ging deze bij een laatste inspectie plotseling af. Waarschijnlijk veroorzaakt door een kluit zand. Ontelbare scherfjes troffen hem in gezicht en handen.

Het meest onwaarschijnlijke heb ik gevonden dat er even buiten Tilburg in de richting van Riel op een weiland een bouwvalletje stond, waarin de dagelijkse "buit" werd opgeslagen.
Op een kwade dag is er brand ontstaan, die met gevaar voor eigen leven door mijn vader en zijn collega is geblust. Een groot gedeelte van Tilburg ontsnapte zodoende aan een regelrechte ramp. Later zijn de koelbloedige mannen hiervoor koninklijk onderscheiden.

Soms mocht ik een dagje mee op pad. Vooral in de Loonse en Drunense duinen werden hele voorraden granaten gevonden. Terwijl ik me vermaakte in de omgeving werden de verroeste granaten zorgvuldig achter in de jeep gelegd. Dit betekende dat mijn zitplaats vol met het oorlogstuig lag. Er zat niets anders op dan boven op de projectielen te gaan zitten.

Je diende dus wel een blind vertrouwen te hebben in de deskundigheid van je pa. En natuurlijk had ik dat. Ondanks de vele plagerijen, die ik moest doorstaan. Want wat kon ik wel niet allemaal gebeuren als ik niet muisstil zou zitten. Het vertrouwen was dan wel heel groot maar je durfde toch nauwelijks te gaan verzitten. Je hield je bovendien gedeisd om te voorkomen dat je als lastig werd bestempeld, zodat een vervolg van zo'n spannende en gezellige dag zou uitblijven.

Foto. Tijdschriftartikel met commandant van der Meijs in 1948 aan het werk in het Friese Engelum, gemeente Menaldumadeel, met het demonteren van een 500 kg bom.