Paulien Vissers-Geerts

  • Geboortedatum: 1923
  • Sterfdatum:

Jonge Kraamverzorgster in de Tweede Wereldoorlog

Paulien Geerts was 17 toen de oorlog uitbrak. Zij woonde toen met haar ouders, broers en zussen in de Hesperenstraat. Zij herinnert zich die tijd nog goed en heeft er ook over geschreven in haar dagboeken. Ook later, toen bepaalde herinneringen aan die tijd terug kwamen. Zo schreef zij op 30 oktober 2004:

"Zestig jaar geleden werd Tilburg bevrijd. Ik liep met mijn zus Corrie door de stad en we zagen de veteranen, de bevrijders van weleer daar. Ik zei tegen mijn zus: Zullen we eens kijken, of mijn Canadees er bij zit ? Ze gooiden snoepjes, net als toen in 1944. Zo aandoenlijk. Ik was er gewoon opgewonden door. Even schoof voor het beeld van de 81-jarige vrouw een vrouw die aan het begin van haar twintiger jaren staat, de toekomst nog voor zich. Ton Wilson heette hij, mijn Canadees. Hij was stapelgek op mij. Hij schreef brieven in het Engels, vanaf het front. Ik kon er niks van lezen, mijn broer een beetje. Hij wilde met me trouwen, maar ik moest er niet aan denken naar Canada te gaan".

Aan het eind van de oorlog was Paulien in de wijkverpleging in de wijk Broekhoven van Tilburg. Zij zat daar met een moeder, kind en baby in de kelder, omdat er verschrikkelijk geschoten werd. Het huis was al eerder getroffen door een granaat. We zaten met een pan op ons hoofd ! De man van die vrouw werkte bij de BB (Burger Bescherming) en kwam gewond thuis. Verder kan ik me daar niet zo veel van herinneren. Op 27 oktober 1944 werd Tilburg bevrijd en we hoorden, dat de Amerikanen, Engelsen en Schotten vanuit Berkel-Enschot oprukten. Maar verder wist of hoorde je niets. Paulien: "We zouden geëvacueerd worden naar het Fraterhuis aan de Gasthuisstraat, maar ik wilde liever naar huis, naar mijn eigen familie. Ik was bang, dat in onze buurt ook alles beschoten was. Maar er bleek niets aan de hand te zijn. Wel zaten ze ook daar in de schuilkelder, die mijn vader en broers samen in de tuin gegraven hadden".

Voordat Paulien thuis kwam beleefde ze nog een angstig avontuur. ‘Ik kwam een Duitser tegen op de hoek Groenstraat / Oerlesestraat, met een geweer op zijn rug. Ik vermoed dat het een deserteur was. Hij vroeg mij naar een adres. Achteraf heb ik vaak gedacht: hij had me net zo goed kunnen doodschieten. We stonden daar helemaal alleen. Niemand had het geweten".

In de oorlog begon Paulien als jong meisje aan een opleiding tot kraamverzorgster bij het Wit-Gele Kruis op de hoek Bisschop Zwijssenstraat / Primus van Gilsstraat. Daar was ook het zuigelingen- en kleuterbureau. De theorie van de kraamzorg kreeg ze bij de nonnen. Paulien vertelt: "Maar je kon in de oorlog geen diploma krijgen. Je had de Culturele Kamer, wat inhield dat je niet mocht werken tenzij je onder de Duitsers wilde werken. Dus je kon ook geen diploma halen, dat zou een ‘Duits diploma' zijn geweest. Ik werkte al wel in de kraamverpleging, van 1945 tot ongeveer 1950, samen met een gediplomeerde verloskundige. Van haar kreeg ik aanwijzingen: let hier en daar op, laat mij halen als het nodig is.Ik moest haar inderdaad eerder laten komen. Je wordt een goede kraamverzorgster, kreeg ik van haar als compliment".

Van Tilburg naar Breda en retour

Omstreeks 1950 ging Paulien Geerts naar Breda om alsnog een opleiding tot kraamverzorgster te volgen, met diploma. Ze bleef ook in Breda werken. "Het was voor de tijd natuurlijk bijzonder dat je het kraamdiploma mocht halen. Ik vertelde thuis dat ik dat graag wilde en ik mocht het gaan doen. Ons pa en ons moeder brachten ht toch maar op: 45 gulden per maand. Ik heb een leuke tijd gehad in Breda, op Moederheil zoals het toen heette. Maar ik had ook ontzettend heimwee naar huis".

Uiteindelijk ontmoette ze haar toekomstige man in Breda/ Ulvenhout, trouwde en kreeg drie kinderen. En ... ze bleef bijna 50 jaar in Ulvenhout wonen, ondanks de heimwee. Sinds een jaar of tien woont Paulien Vissers-Geerts weer in Tilburg, in het centrum.

Op 4 december 2000 schreef ze ook over de 2e Wereldoorlog in haar dagboek: "Ik heb een oorlog meegemaakt. Ik weet wat het is als je land, jouw grond bezet is. Laarzen die je hoort stampen door de straten. Waar oorlogsliederen door klinken. Dat je op ieder woord dat je tegen vreemden zei op moest letten, dat ze het niet overbrachten. Wat in onze ogen landverraders waren. We mochten niets, moesten voor acht uur 's avonds binnen zijn. We mochten niet met drie mensen op straat samen staan te praten. We mochten niet lachen. Als de bezetters dat zagen dachten ze dat wij ze uitlachten. Soms bekruipt me wel eens het gevoel als ik bv. naar de bieb loop, dat we weer bezet zijn. Zoveel vreemdelingen lopen er weer door de straten. Ik versta ze niet, velen gaan niet voor jou even opzij. Ik zie dat harde, dat brutale van de oorlog in hun ogen en op hun gezichten. Kijk uit, hier zijn wij en straks zijn wij de baas".

Met dank aan mevr. Vissers-Geerts

Foto's Beeldonline Tilburg

Foto 1 Bevrijdigingsdag 9 mei 1945 (Tilburg en het Zuiden waren in oktober 1944 al bevrijd, de rest van het land nog niet). Die dag bracht Prinses Juliana (vanaf 1948 Onze Koningin) een bezoek aan Tilburg. Veel mensen verzamelden zich op de heuvel en bij het Paleis-Raadhuis.

Foto 2 Prent uit 1945 van Jos Vos, leerling van Luc van Hoek. Maria OLV van Fatima en Petrus (Peerke) Donders nemen een speciale plaats in. Heel wat Tilburgers hebben in de oorlog tot hen gebeden om het einde van de oorlog te bespoedigen.

Mieke-Nelie van der Heijden

Media