De gemeentehuizen van Tilburg

  • Datering van de gebeurtenis: 1683 - 2007

In 1329 werden door Hertog Jan III van Brabant zeven gezworenen uit Tilburg en Goirle aangewezen om toezicht te houden op de gemeint (dus de gemeentegronden). Daarmee begon eigenlijk, 680 jaren geleden, het gemeentelijk funktioneren van Tilburg.

Het dorp kreeg in 1452 van Philips de Goede een schepenbank, en die had in de regel onderdak in..... (wat dacht je?) de herberg van de schout. Over belangenverstrengeling gesproken..... Over de periode augustus 1672 - februari 1673 declareerde de schout Hendrick Verschuere, als herbergier 434 gulden bij de gemeente. Het ging onder meer om steekpenningen, in de vorm van patrijzen ( zulks in gemeentelijk belang), en een geleend paard. De nieuwe schout, Adriaen Bernagie, een edelman, moest niets hebben van dit soort toestanden, en in 1679 vroeg men aan de Raad van Brabant toestemming voor een gemeentehuis.

Men wilde hiervoor een stuk van de Heikese kerk gebruiken, waar al vanaf 1576-77 een ijzeren kist met schepenstukken werd bewaard, afkomstig van een herberg waar men eertijds vergaderde. En de gemeente begon meteen de kerk te vertimmeren - dit onder hevig protest van de protestante gemeente die de kerk toen beheerde. In 1683 kwam men tot een akkoord en had de gemeente op de plaats waar eens het doopvont stond, een raadszaal, een secretarie en, in de toren, een gevangenis! Dat bleef zo vele jaren, met een uitbreiding in 1726.

De gemeente bleef, door de eeuwen heen, toch een beetje vervelend voor de protestanten......In de Franse tijd - Tilburg was uit zijn kleren gegroeid - liet maire Martien van Dooren zijn oog vallen op de oude pastorie van het Heike, bewoond door de predikant, als nieuw gemeentehuis; en predikant en Kerkeraad waren daar niet blij mee. In april 1811 deed de prefect van het arrondissement aanzegging dat de predikant onverwijld uit het huis moest, en aldus geschiedde op 20 april......Maar het proces om compensatie sleepte zich voort tot 1816, toen koning Willem I vaststelde dat de arme zieleherder dringend een andere pastorie en genoegdoening moest krijgen.....

Tilburg bleef groeien en het duurde tot 1845, toen de gemeenteraad besloot tot "daarstelling" van een nieuw stadhuis. Dat werd ontworpen door Henri ("Sik") van Tulder en kwam gereed eind 1849. Het moet toen rond de Markt een gezellig gedoe van bouwvakkers geweest zijn, want in 1847 was ook de bouw van het koninklijk paleis begonnen.

Een 80-tal jaren waarin Tîlburg alsmaar bleef groeien, leefde en werkte men tevreden in het stadhuis, tot in 1931 het raadsbesluit kwam om het paleis - inmiddels de H.B.S. Willem II - tot stadhuis te verbouwen. De architect Oscar Leeuw restaureerde en verbouwde het "Paleis-Raadhuis", waarin vanaf 1936 B. en W. zaten, terwijl het oude stadhuis de Gemeente-secretarie werd.

Het wordt eentonig: Tilburg groeide en groeide. En toen Mr. C.J.G. Becht, alias Kees de Sloper, in 1957 burgemeester werd, kwam daarmee iemand op het pluche, die best door een porseleinkast wilde stampen, als het ging om grootschalige vernieuwing. Dus er kwam, in 1971, een kolossaal stadskantoor, bestaande uit een bestuursvleugel en een "administratietoren"van 9 verdiepingen. Maar ook dat is niet genoeg meer. Servicepunten, stadswinkels en stadskantoren liggen verspreid in de stad. Hoe dat allemaal zit is nog geen geschiedenis en laten we héél graag aan de stadsvoorlichter over.

En wat gebeurde er met het monumentale oude stadhuis? Dat werd in het jaar dat het stadskantoor gereed kwam, in 1971, afgebroken. Door Kees de Sloper. De nieuwe Schouwburgring moest breder......


Met heel veel dank aan Pierre van Beek en de schrijvers van "Tilburg, stad met een levend verleden".
De foto's zijn uit het Regionaal Archief Tilburg ("Beeld on line"): het stadhuis van Henri van Tulder, afgebroken in 1971, en het Paleis-Raadhuis, bescheiden en vertrouwvol leunend tegen het grote Stadskantoor......

Tilburg Wiki:

Media