Een tipje van de sluier

  • Datering van de gebeurtenis: Schrijfwedstrijd 2007
Dit verhaal werd ingezonden voor de schrijfwedstrijd 'De zomerse geheimen van Tilburg'. Deze wedstrijd is onderdeel van 'Tilburg Schrijft', een samenwerking van Cultuurmanifestatie Tilburg 2007 en OBT Midden Brabant.

In 1964 werd ik geslagen en kwam glimmend in een rol terecht.
Ik werd ergens in een postkamer afgeleverd en toen was het wachten totdat ik opgehaald werd.
Al snel werd ik in de hand van een man gelegd; een blijde hand, want deze man was, nadat er eerst vier zonen waren geboren, vader van een enorme dochter geworden.
Ik was, samen met nog meer doorleefd geld, bestemd voor de kraamverzorgster die zijn vrouw, dochtertje en het verdere gezin goed had verzorgt.
Zo kwam ik in een envelopje voor "de zuster" terecht.
Ik werd door haar vanuit 't envelopje in een portomonaie met verdeelde vakjes gestopt.
Het was inmiddels eind november 1964 en ik zat veilig in de portomonaie diep weggestopt in haar tas.
De tas die steeds meegenomen werd naar de uitjes die ze maakte en dat waren vooral de dansavonden in de buurt waar zijn woonde. Op een van die avonden hoorde ik dat zij door een jongen werd versierd.
In de jaren zestig, kwamen de vriendjes niet vlug aan huis, dus buitenshuis afspraakjes maken was noodzakelijk en dan alleen nog voor de zondagavond.
Het werd kerstavond, toevallig viel deze kerstavond op zondag en lag er een flink pak sneeuw. Er was afgesproken bij een danszaal, deze was dicht en waar ze ook aan wilde leggen, alles was afgesloten.
Toch was er een alternatief; de stationsrestauratie in een mooi ouderwets gebouw aan de Spoorlaan. Dáár konden ze terecht en er werd koffie besteld. Opeens werd de tas met mij in de portomonaie opgepakt en verdween ik uit de restauratie. De wc misschien??
Nee, haar vlugge stappen liepen de straat op en staken deze over, de tas werd opengemaakt, de portomonaie eruit en ik werd uit mijn veilige vakje gehaald. Ik werd in een holle buis van 'n hek bij het Scription museum losgelaten en viel naar beneden op een met lint samengebonden papierrol.
Mijn bezitster zei: Ik ben misschien wel voor een dubbeltje geboren, maar jij kwartje, brengt mij misschien geluk in de liefde met deze jongen, ik kom nog eens langs!
Haar stappen gingen terug naar de overkant, de restauratie in, terug naar het vriendje. Ik lag daar op die geheimzinnige rol in de buis te glimmen en kan een klein beetje licht boven mij zien.
'n Paar keer per jaar werd het donker, dan wist ik; dát is de hand van haar.
Als het goed ging was het een lichte vlugge hand. Waren er zorgen dan was het een zware hand die op de opening van de buis drukte...
Ondertussen zijn we 42 jaar verder. De rol waarop ik zolang geleden terecht kwam is vergaan.
Het lint is er nog, maar heeft het geheim niet vast kunnen houden. Het mooie ouderwetse station is vervangen door een modern gebouw, alweer 40 jaar geleden. Er is sprake van dat de Spoorlaan opgeknapt wordt. Ik hoor machines en veel geweld! Waar zal ik, kwartje, blijven?
Ik ben ondertussen niet zo glimmend meer en de holle buis hangt flink scheef. Ik hoor de machines richting mij komen en ineens wordt de buis eruit gelicht; ik val en voel een hand, ik voel dat het vertrouwd is.
Ik kom weer in 'n portomonaie terrecht en ga mee met haar....
Ondertussen is er de Euro en ik vrees dat ik, nu het nog kan, ingeleverd word.
Het loopt anders, ik word tevoorschijn gehaald, schoongemaakt en in haar muntenalbum gestopt. Daar ontbrak 1964, dus ik, nog in. Ik hoor haar zeggen: Kwartje wat hebben wij samen veel geheimen gedeeld, dat blijft zo. Deze zomer vond ik het tijd om je terug te halen en één geheim wil ik kwijt aan iedereen: De jongen van toen is al 40 jaar mijn man!