Dood van koning Willem II

  • Datering van de gebeurtenis: 17-03-1849

Dood van koning Willem II

Koning Willem II verbleef in 1848 vaak in 's-Gravenhage in verband met de herziening van de grondwet, maar in november na de afkondiging daarvan was hij enige tijd in Tilburg, vooral om de voortgang van de bouw van zijn paleis te controleren. Op 13 februari 1849 opende hij weer in de residentie de zitting van de nieuwe nu rechtstreeks gekozen Tweede Kamer der Staten-Generaal. De vorst voelde zich toen al niet zo goed. Tegen de uitdrukkelijke wens van zijn lijfarts, dokter P.F. Everard, vetrok hij op 13 maart naar zijn geliefd Tilburg, zeggend: 'de frissche, versterkende lucht van Tilburg zal mij wel spoedig beter maken.' Per rijtuig reed hij naar Rotterdam waar hij nog een voor hem gebouwd stoomjacht ging bezichtigen. Bij het afdalen van de trap struikelde hij en viel zes treden naar beneden. Tegen een toegesnelde adjudant zei hij: 'Het is niets.' De reis werd voortgezet in een stoomboot tot Geertruidenberg en vervolgens per rijtuig naar Tilburg. Om 2 uur 's nachts kreeg de koning het erg benauwd. De snel gewaarschuwde Officier van Gezondheid der 2e klasse Van Hees en de Tilburgse arts F.N. Maes, verrichtten een aderlating.

De gebeurtenissen daarna volgden elkaar snel op. Reeds de volgende morgen om zeven uur was lijfarts Everard vanuit 's-Gravenhage in Tilburg aangekomen, en op vrijdag 16 maart arriveerde zijn zoon prins Hendrik, die direct door de koning werd ontvangen. 's Avonds kwam koningin Anna Paulowna in Tilburg aan. De toestand van de vorst was dermate verslechterd, dat dokter Everard het verstandig vond de koningin in het aangrenzende vertrek te laten verblijven. Op 17 maart, 's nachts om een uur, nam de benauwdheid toe en kon de koning het bed niet meer houden. Hij werd in een stoel geplaatst en 'daar zinkt de laatste kracht weg, en houdt het hart op te kloppen. Het was vijf minuten voor drie uur in den morgen van Zaturdag den Zeventienden Maart 1849 toen Willem de Tweede de eeuwigheid is ingegaan.'

Aannemer Goyarts kreeg zijn laatste koninklijke opdracht: voor 72 gulden vervaardigde hij een 'Eike houte bruijn gemaakte lijk kiest [...] volgens plaatselijk gebruik' voor 36 gulden. Ook maakte hij 'een Zinke Kiest in de Zelve' voor 22 gulden. Totaal werd 72 gulden in rekening gebracht.

Bron: Ronald Peeters, Koning Willem II. Opperbevelhebber van het leger, ondernemer en grootgrondbezitter in Tilburg (Tilburg, 1999).

Tilburg Wiki:

Media