Alle leerlingen jongensschool Heikant (2)

  • Datering van de foto: 1912
  • Wie staan erop: 2 uitsneden van de groepsfoto jongensschool Heikant, Tilburg. Hierop staan, vermoedelijk, onderwijzers van de school.

Naar aanleiding van de schoolfoto van de Heikant uit 1912 de volgende reactie: Mari de Croon, die als kind voorkomt op deze foto, heeft zelf een interview gegeven waarin iets over deze school wordt verteld. Dit interview op een geluidscassette komt van mijn broer Gerard. Die bij dit onderwerp toevallig zelf de meeste vragen stelde. Het volgend commentaar is een onderdeel van een interview dat de kleinkinderen met een microfoon in 1983 van Mari ‘afnamen’. Hun opa speelt aardig mee en geeft antwoord op alle vragen.

Mari: “In 1911 ben ik op de lagere school gegaan, daar was toen het patronaat gezet in de Heikant. Dat was toen nog een openbare school toen ik er naartoe ging. Toen ik eraf ben gegaan werd het een bijzondere school, door de pastoor zogenaamd overgenomen. Je had er vroeger - straks dacht ik er nog aan - die helemaal bij de Gele Hoef woonden op het einde van de Quirijnstok, die gingen naar de fraterschool. Je had mensen die dachten: fraters! Die van Van Son, Harrie en Sjef en die van Van den Akker ook.”

Vraag: “Wie waren de onderwijzers, van de eerste tot de zesde?”

Mari: “In de eerste klas was dat meester Pol en die nam temet mee afscheid ook. Niet omdat ik op school kwam natuurlijk.Toen kregen we allemaal nog een kwatta, een reep chocolade, van de dochter van Janus Paay, waarvan een broer nou missionaris is.”

Vraag: “O, van bakker Paaymans?.”

Mari: “Ja, tegenover Mannaerts' fabriek. In de tweede klas hadden we meester .... Van Opheusden. En er is nog een meester Van Rooy geweest en een meester Raaymakers uit Oisterwijk, meester Van de Zanden en die moest in dienst met de mobilisatie in de eerste wereldoorlog. Die gaf ook les aan boerenjongens aan de landbouwschool. Dat heb ik later nog eens in de krant gezien. En meester Van Riel uit de Goirkestraat, dat noemden we toen de Brede Weg en meester Venmans...”.

Vraag: “En die spraken allemaal Tilburgs?”

Mari: “Nee toch niet. Nee, er was ook geen ene Tilburger bij, behalve dan meester Van Riel.” Vraag: “En die sprak Tilburgs?”

Mari: “Nou Tilburgs? Beschaafd Tilburgs!” (gelach) Er wordt opgemerkt: “Opa heeft op de lagere school Frans gehad. Dat kun je nog wel merken”

Mari:” Ja, Frans was zo'n beetje facultatief. Bijles. Dat was een dubbeltje in de maand. Franse les.”Vraag: “Was dat 7 jaar onderwijs?”

Mari: “Nee! Ik ging met mijn zesde naar de lagere school en ik kwam er met mijn 12e af.” Vraag: “Hebt u ook op de bewaarschool gezeten?”

Mari: (blij het woord herkennend) “Ja! Dat was vroeger de bewaarschool. Daar hadden we zuster Christien, zuster Philibert en ... zuster Adela.” Verderop in het interview vertelt Mari over de leerstof.

Vraag: Wat was er te lezen in huis?

Mari: “De Roomse Jeugd”.

Vraag: “Kun je je nog verhalen daarvan herinneren?”

Mari: “Ja, Roomse Jeugd (peinzend). Daar moest je ook wel eens mee colporteren. Je moest er drie abonnees voor werven. Ik kreeg toen dat boek van Percy Wynn en Tom Playfair en Harry Dee.Dat waren leuke boeken. En je vroeg laatst nog eens naar dat boek van Willem Roda. Dat heb ik ook gelezen. Meester Venmans vroeg eens: Wat vinden jullie het leukste jongensboek? Ik had dat toevallig gelezen. Willem Roda ! Ik vond dat een fijn boek.En in de Roomse Jeugd stond dat verhaal van Mozes, die gevonden werd...” Er wordt opgemerkt: “De Redder heette dat. Van Christine Vetter, ik heb dat ook gelezen. Dat was de invloed van de kerk... katholiek zijn, dat was zeker ...?”

Mari: “Ja, dat was het natuurlijk. Als je de Roomse Jeugd kreeg en je liep naar huis, dan liep je hem zo te lezen.De Engelbewaarder lazen ze op de fratersschool. De Roomse Jeugd was een uitgave van Mosmans uit Den Bosch.”

opmerking: “Ook al uit Den Bosch ? Okki en Taptoe komen ook uit Den Bosch. Ja, Mosmans is overgenomen door Malmberg”

MarI: “Malmberg was eigenlijk een meester Malmberg.”

Vraag: “Behalve de Roomse Jeugd hadden jullie geen boeken?”

Mari: Nee, ik herinner me wel dat in de eerste wereldoorlog Het Nieuwsblad van het Zuiden kwam. Dries van Loon bracht hem rond.Daar was het Zondagsblad nog bij. We hebben de Katholieke Illustratie nog gehad en ons moeder las De Nieuwe Eeuw.

Media