Fraterscholen in de West

  • Datering van de gebeurtenis: vanaf 1940

Vanaf 1940 (begin van Wereldoorlog II) nam het onderwijs op de Antillen toe. Dat was o.a. vanwege een groeiende industrie, de olieraffinaderij. De scholen groeiden uit hun voegen. Nieuwe fraters werden aangetrokken. Zo kwamen er in januari 1940 weer vijf nieuwe fraters en in 1946 volgden er veertien . De oorlogsgebeurtenissen (ook op de Antillen!) werden door de fraters op de voet gevolgd. Ze namen deel aan de Luchtbeschermingsdienst en leefden mee met gebeurtenissen als beschieting en torpedering van tankers. In 1944 vierden zij mede feest toen Prinses Juliana kort voor de bevrijding een bezoek bracht aan Curaçao. Na de oorlog werden er wederom nieuwe scholen opgericht: in 1948 het Canisiuscollege, 1953 de Piusschool op Wishi en in 1954 het Radulphuscollege.

Tot aan 1961.

Toen vierden de fraters van Tilburg hun 75-jarige aanwezigheid op de Antillen. Het was een moment van feestvreugde maar eveneens van bezinning op de toekomst. In eerste instantie waren zij naar Curaçao gekomen vanwege de behoefte aan mannelijke religieuzen in het onderwijs. Er waren in de loop der tijd meer congregaties bijgekomen evenals leken in het onderwijs. De leiding van de congregatie van Tilburg besloot om niet verder uit te breiden met fraterscholen. De fraters trokken zich meer en meer terug, maakten plaats voor leken, vestigden zich in andere gebieden zoals Brazilië en Zuidwest Afrika. Vanuit het moederland kwam er weinig fris bloed. In 1956 waren er nog vierenvijftig fraters verdeeld over drieëntwintig scholen. In 1969 waren er nog slechts twintig fraters actief op achttien scholen! Ook cijfers over de herkomst van de leerkrachten in het onderwijs spreken voor zich: in 1950 was zestig procent van Nederlandse afkomst, dertig procent van Surinaamse en slechts tien procent van Antilliaanse. Bijna twintig jaar later, in 1969 was het aantal Nederlandse leerkrachten gedaald tot tweeëntwintig procent tegenover negenenzestig procent Antillianen.
In 1961 overleed frater Radulphus, een legendarische figuur in het onderwijswezen op de Antillen. Frater Radulphus werd op het kerkhof van het Moederhuis in Tilburg begraven. In 1967 kwam er nog slechts een enkele frater vanuit Nederland naar de Antillen. De laatste frater was Dominique Nijsten, die arriveerde in 1975. In 1970 werd het fraterhuis St. Thomas opgeheven.

In 1986 herdachten tien fraters op Scherpenheuvel en zes fraters op Bonaire hoe 100 jaar geleden er drie van hun congregatieleden arriveerden in een klein huisje op Curaçao met de gedachte uit hun Leefregel: ‘Onze congregatie tracht een bijdrage te leveren om de wereld meer bewoonbaar te maken.’

Bron: foto Collectie Beeldonline Rgionaal Archief Tilburg