Een bloementapijt voor het Allerheiligste (4/6)

  • Datering van de gebeurtenis: Jaren zestig
Vanaf de ingang van abdij Koningsoord (Berkel) tot aan het rustaltaar werd een loper gelegd bestaande uit geverfde houtkrullen en verse bloemblaadjes. Deze loper was afkomstig van Abdij Koningshoeven waar daags van tevoren, op donderdag de H. Sacramentsprocessie werd gehouden. De houtkrullen en sjablonen werden meegebracht naar de abdij van Koningsoord. De inmiddels overleden Broeder Samuel, bleek de creatieve geest achter dit kunstwerk. Met hulp van vrijwilligers tekende hij met krijt en sjablonen symbolen zoals een ark, een kruis, de aartsengelen en andere decoratieve vormen. De tekeningen werden met bloemen en houtkrullen ingelegd door een aantal vrijwilligers, meestal buurtbewoners. Om het ‘tapijt’ te fixeren werd er water overheen gesprenkeld. Voor het verzamelen van de bloemblaadjes werden de kinderen uit het dorp gevraagd om daags van tevoren langs de deuren te gaan. Ik herinner mij hoe een groepje kinderen door de Dom. S. Dubuissonsstraat liep met een emmertje. Ze belden aan bij de huizen en vroegen om bloemblaadjes. De bewoners moeten daarvan op de hoogte zijn geweest door middel van een schrijven of een aankondiging in de kerk. Als de emmertjes vol waren, liepen de kinderen naar het Trappistinnenklooster om de blaadjes af te leveren. Onder een grote poort of overkapping was één van de zusters of broeders bezig met het sorteren van de bloemblaadjes op kleur. Het waren houten veilingkisten met allerlei gekleurde bloemblaadjes. De volgende dag zouden deze blaadjes gebruikt gaan worden in het meterslange, indrukwekkende bloementapijt. Bij het bekijken van de dia’s, is te zien dat het grootste deel van dit tapijt uit geverfde houtkrullen bestond. Slechts hier en daar lagen verse bloemblaadjes als toefje in het midden. Aan de zijkanten lagen groene takjes van coniferen. Het tapijt was elk jaar verschillend. Het ene jaar waren er meer bloemen dan het andere jaar. De loper werd speciaal gelegd voor het Allerheiligste Sacrament. In de processie was alleen de priester toegestaan om over de loper te gaan. Hij hield er rekening mee dat zijn toog niet te lang was, waardoor het hele tapijt door de war zou raken. Dit verhaal is een onderdeel van een 'paper' dat werd geschreven in het kader van de studie ‘Regionale geschiedenis in Brabant: werkcollege ‘Dagelijks leven in rooms Brabant 1917 – 1954’ aan de Universiteit van Tilburg o.l.v. Prof. Dr. A. J. A. Bijsterveld.