Jongens en meisjes

  • Datering van de gebeurtenis: november 2005

Soraya: waar heeft u alemaal gewerkt?
Frans Jansens: ik was in 1940 veertien jaar. Er was thuis geen geld om mij te laten studeren dus ik moest maar gaan werken. Een oom had een bakkerij, en daar werkte ik in de vakantietijd al vaker, dus thuis zeiden ze: word maar bakker. Zes jaar ben ik bakker geweest en toen moest ik soldaat worden. Dat ben ik drie en en half jaar geweest, en toen ik terugkwam heb ik één jaar bij de Phillips gewerkt, in Tilburg en toen ben ik bij Enneking gaan werken. En vanuit Enneking ben ik naar de textielschool gegaan en later heb ik in de avonduren nog de MULO gehaald. Maar toen Enneking ging sluiten kwam ik op straat te staan en heb ik lang moeten zoeken voor een nieuwe baan, want ik was ondertussen al te oud geworden. Ik vond een baan bij het GAK en daar heb ik toch nog 15 jaar kunnen werken.
Nathalie: mevrouw Til, heeft u ook draden in de machines gedaan?
Mw Til van Son: nee, ik heb nooit aan een machine gestaan. Ik ben stopster geweest. Dat wil zeggen als de lappen, of zoals ze toen zeiden: de stukken, ergens kapot waren omdat een een draad uit was dan moest ik dat repareren. Veel meisjes deden ook spinnen, maar dat heb ik nooit gedaan.
Nathalie: gingen die dan apart, jongens en meisjes?
Mw Til van Son: nou, meisjes en jongens waren niet apart maar in de stopperij werkte nou eenmaal alleen maar meisjes, dat moet wel gezegd worden. Jongens waren daar nog geeneens welkom. Aan de apretuur daar stonden jongens en meisjes door elkaar.
Frans van Gender: ...Der waren maar twee mannen: de afdelingschef en de man die de lappen kwam nakijken voordat ze naar de stopsters gingen, en dan had je het wel gehad.
Mw Til van Son: maar nou niet denken dat die grote, sterke man dat stuk, want dat wàs zwaar!, Even mee op zijn plek legde. Nee!, Die werd bij mij op mijn schouder gegooid en die kon-de zèlf meenemen. Dus het was voor een meisje verschrikkelijk afzien; hard werken. Der waren er bij die 50 kilo wogen!
Frans Janssens: en het beroerde was: in de zomer, dan werden de winterstukken gemaakt, maar dan waren de stoffen veel zwaarder!
Nathalie: deed dat dan pijn?
Mw Til van Son: dat zou op den duur veel pijn doen, ja. Maar als je jong bent kun je veel hebben, hè?
Frans van Gender: als nou zo’n stuk heel zwaar was, dan pakte ze dat bij de punten en dan sleepten ze het zó over de grond!
Mw Til van Son: die stukken waren tòch vies, hè? Die moesten nog gewassen worden.
Frans van Gender: maar als meneer Hein dat zag, dan eh...!
Frans Janssens: dan ging zijn hoedje naar achter. Dat betekende dat-tie flink uit kon gaan vallen!

In opdracht van het Stadmuseum, voor het ‘Geheugen van Tilburg’, heeft de Werkgroep Saanderdaags kinderen gevraagd oud-textielarbeiders te bevragen over hun arbeidsverleden. De deelnemende kinderen komen uit groep 8 van de basisschool te Hasselt. De oud-textielarbeiders zijn woonachtig in verzorgingshuis ‘Den Herdgang’ of betrokken bij het Textielmuseum.

Media