De pastoors van de Heikant (I)

Leonardus van der Steen

Links achteraan, net voor het kruisbeeld en onder een eerbiedwaardige kastanjeboom, bevindt zich het oudste grafmonument van het kerkhof bij de Mariakerk in Tilburg-Noord. Hier rust sedert eind februari 1904 Leonardus Gregorius van der Steen, stichter van de Parochie van O.L.V. Onbevlekt Ontvangen en de bouwpastoor van de Mariakerk. Zijn overlijden kwam niet onverwacht, maar was toch een schok voor de Schans en de Heikant.

Leonardus van der Steen

Laten we echter niet al te zeer vooruitlopen op de feiten, eerst de voorgeschiedenis.  
Eeuwenlang is de Heikant een gehuchtje geweest dat als het ware vastgeplakt zat aan Tilburg. Het werd bewoond door boeren, dagloners, thuiswevers en handwerkslieden, stuk voor stuk armoedzaaiers die kerkten in de grote kerk van het Goirke. In de jaren zestig van de negentiende eeuw werd het pastoor Wilhelmus van de Ven van de Goirkese H. Dionysiuskerk te gortig. Het liep op zondagen de spuigaten uit en van een ordentelijke zorg voor de parochianen kon nog maar nauwelijks sprake zijn. Bovendien was de afstand van de pastoor tot zijn verste parochianen groot en waren zij vaak heel moeilijk te bereiken. En tot slot: de pastoor was al dik in de zeventig.
Hij trok de stoute schoenen aan en schreef een brief naar bisschop Zwijsen met het verzoek een tweede kerk in de Heikant op te mogen richten. Zwijsen stemde toe in 1871 en op 7 mei 1872 legde Van de Ven zelf de eerste steen van de nieuwe kerk, die was ontworpen door de Tilburgse architect J.C. van den Heuvel. Het was de bedoeling van Van de Ven dat de nieuwe kerk een soort dependance van de Goirkese kerk zou worden, maar daarvoor voelde de bisschop niets: hij benoemde kapelaan Leonardus van der Steen tot bouwpastoor en gaf hem de leiding over de nieuwe parochie.
De kersverse pastoor toog onvervaard aan het werk. Hij had het tij bepaald niet mee: de bouwkosten bedroegen ruim 40 duizend gulden, maar aan giften, subsidies en opbrengsten van collectes was maar 16 duizend gulden binnengekomen, zodat in 1873 een kerk werd opgeleverd zonder bijvoorbeeld banken, een orgel, een communiebank en een preekstoel. Dat werd in de jaren erna allemaal met veel moeite bijeengesprokkeld.
Op 1 augustus 1873 werden de bouwwerkzaamheden afgerond. Op 8 september 1873 vond de inwijding plaats door de deken van Tilburg Wilhelmus van de Ven, inderdaad, de man die zijn zinnen op de dependance had gezet. Hij zal de inwijding wellicht met gemengde gevoelens hebben volbracht, ook al betekende het een aanzienlijke verlichting van zijn werk. Op 23 juni 1879 werd de Mariakerk door Mgr. Godschalk geconsacreerd. Later begon Van der Steen aan een tweede bouwproject voor de gelovigen in de Heikant, het Liefdesgesticht ten behoeve van de Zusters van Liefde dat in 1902 gereed kwam. Vijf jaar later zou het worden omgebouwd tot klooster en weer zeventig jaar daarna tot een wijkcentrum.

Harde werker en zorgzame hoeder
De wieg van Leonardus stond in Den Bosch, in 1828, een jaar waarin ook Jules Verne, de Russische schrijver Tolstoj en Henri Dunant werden geboren, maar waarin verder eigenlijk helemaal niets bijzonders gebeurde. Van meet af aan stond voor de jonge Bosschenaar vast dat hij geboren was om de kerk te dienen. Hij voltooide zijn priesteropleiding 'met den meesten lof' en werd in 1854 tot priester gewijd. In eerste instantie werd Van der Steen professor aan het seminarie, maar dat was zeker niet een functie die hem bij zijn wijding voor ogen had gestaan. Hij greep dan ook de mogelijkheid om kapelaan te worden in Dreumel (en later Vierlingsbeek) met beide handen aan. Leonardus was een harde werker die zich nooit door problemen uit het veld liet slaan en dat was ook in de burelen van het bisdom opgevallen. Toen er in de Heikant een nieuwe parochie in het leven was geroepen, was het niet moeilijk een nieuwe herder te benoemen.
Volgens de Nieuwe Tilburgsche Courant werd Leonardus door zijn parochianen op handen gedragen. Hij was een zorgzame hoeder, stond bij tij en ontij voor zijn gelovigen klaar waarbij in het bijzonder kinderen en armlastigen zijn aandacht hadden. Hij zette zich als regent van het St. Elisabeth Gasthuis in voor de zieken (en dat waren er heel wat). Hoe groot de dankbaarheid van de Heikanters was, bleek toen zij hem in 1898 ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag een kelk en een communiebank cadeau deden. Daarvoor hadden zij diep in de buidel getast, ook al zat de gemiddelde Heikanter er toen verre van warmpjes bij.
Korte tijd later al werd door verschillende gelovigen voor de eerste keer gesproken over de viering van zijn gouden priesterjubileum in 1904. De plannen voor een grootse viering werden in de jaren daarna steeds concreter, maar helaas nam de gezondheid van Leonardus van der Steen tegelijkertijd zienderogen af.

Op dinsdag 23 februari 1904 stond in de lokale krant een artikel met de kop 'KERKNIEUWS. Leonardus Greg. Van der Steen †'. Het bericht meldde het overlijden van de pastoor op de zondagavond ervoor. Als een verrassing was dit nieuws niet gekomen, zo lezen we: "Reeds bereidde men zich voor op de plechtige viering van het gouden priesterjubilé van den Z. Eerw. heer Van der Steen, wel is waar met vreeze, in aanmerking genomen zijn zwakke gezondheid en hoezeer die vrees gewettigd was, is gebleken: de stichter van de Parochie (…) is Zondagavond overleden."
Leonardus werd op donderdag 25 februari 1904 onder het toeziend oog van alle gelovigen in de Heikant naar zijn laatste rustplaats gebracht. Daar rust hij nog altijd, onder de weelderige kastanjeboom bij het kruisbeeld.

Bronnen
- Mooi Meegenomen, februari 2011
- Mooi Meegenomen, februari 2023
- Wiki Midden-Brabant
- Nieuwe Tilburgsche Courant, 23 februari 1904
- Berry van Oudheusden, Heikant een Wereldwijk, 2021

Media