Jan van Wees, een mens van muziek en humor

Jan van Wees; een mens van muziek en humor

Dit verhaal beschrijft het leven van mijn zwager Jan van Wees; als muzikaal vakman.

Na een vierjarige pianostudie aan de Tilburgse muziekschool werd Jan al op 17 jarige leeftijd hulporganist in een van de Tilburgse kerken en na zijn militaire dienstplicht werd hij dirigent en organist. Het kerkkoor bereikte onder zijn leiding diverse hoogtepunten. Van jongs af aan heeft hij kerkmuziek als hobby gehad.

Jan werd geboren op 6 april 1933, te Tilburg. Zijn ouders waren: Anna Kruijssen en Peter van Wees. Jan was de oudste in een gezin van zes kinderen.

Hij trouwde op 23 juli 1959, in Tilburg, met Riet van Beurden. Haar ouders waren: Corry Verschuren en Janus van Beurden. Riet is de oudste van zeven kinderen.

Riet heeft Jan leren kennen via de muziek; als lid van een koortje in de Sint Annaparochie. Zingen was haar lust en leven. Jan had het koor opgericht en was de dirigent. Via hem, kwam ze later ook bij de “Verenigde Zangers” terecht. Ze zong bij het “Hasselts Gemengd Kapelle Koor”, waar Jan ook nog dirigent is geweest. Verder was Riet lid van het dameskoor “Sint Cecilia” en van de “Zuid Nederlandse Operettespelers”. Ook in huiselijke kring zong Riet met haar drie zusjes of vriendinnen, met als vaste begeleider Jan aan de piano.

Jan was graficus van beroep. Hij verdiende zijn dagelijkse brood met hard werken, punctueel en met verve. Hij oefende zijn beroep met vreugde uit. De ontwikkelingen binnen die techniek bleven ook niet achter. Jan ontwikkelde zich mee en kon zich zo blijvend verdienstelijk maken. Van letterbak tot toetsenbord, van zetten tot klikken. Hij werkte voor het Nieuwsblad en diverse drukkerijen en maakte rouwkaarten en gedachtenisprentjes. Vroeger mocht Jan bij de krant de recensies schrijven van muziekuitvoeringen op zaterdagavonden bij het Molentje in Tilburg.

Op iets latere leeftijd had hij de smaak helemaal te pakken: hij ging koordirectie studeren, aan het Brabants Conservatorium in Tilburg en aan de Kerkmuziekschool in Utrecht. Ook volgde hij een cursus “Harmonie – en Fanfaredirectie” in Rotterdam en een vervolgcursus “Orkestdirectie” bij de “Samenwerkende Nederlandse Korenorganisaties” te Utrecht.

Vijfenveertig jaar lang dirigeerde hij koren in Tilburg en wijde omgeving. Enkele koren zijn: het grote “Gemengde Koor” van Druten, waarmee hij een plaat maakte. Dameskoren in Tilburg en Gilze .Het “Herenkoor van Loon op Zand” waarmee hij een CD heeft gemaakt.

Vele concerten en optredens per jaar, bijvoorbeeld in de Nieuwe Koninklijke Harmonie in Tilburg en in de Elst in Waalwijk. Medewerking aan plechtigheden in zowat alle Tilburgse kerken, de Sint Jan in den Bosch, de grote Basiliek van Brussel-Koekelberg, een historische kerk in Keulen en in een moderne kerk in Odiliapeel. Muzikale uitwisselingen met een Duits koor in Siegen. Deze opsomming is verre van volledig.

Aan het orgel was Jan in zijn element. Hij was bedreven in improviseren. Hier kwam de Bourgondiër tot zijn recht, die hij niet alleen was in eten en drinken, maar ook in zijn muzikale opvattingen. Als hij orgel speelde, dan konden bij wijze van spreken de stukken eraf vliegen. Bij het gouden kloosterfeest van zuster Roefina, tante Anna van Beurden, in Den Bosch, vielen de nonnen zowat van de kerkbanken. Ze wisten niet dat het orgel in hun kloosterkerk dit geluid kon voortbrengen.

Als een uitvoering goed was verlopen grijnsde Jan van oor tot oor. In de kloosters, kerken, kathedralen en abdijen in heel Europa, genoot hij pas echt als hij het orgel mocht bespelen. Op zijn tijd speelde hij meditatieve sfeermuziek.

Jan was een echte Tilburger, die met plezier en spitsvondigheid het leven van harte leefde, een rasechte musicus, die zijn talenten gebruikte. Hij was een amicaal mens, die met zijn gaven van hoofd en hart steeds attent was op een goede sfeer, overal waar hij kwam. Zijn persoonlijkheid speelde daarbij een belangrijke rol. Jan had het vermogen om mensen te enthousiasmeren, te begeesteren, te stimuleren en te instrueren in de zin van te leren. Om mensen te laten ontdekken waartoe ze samen met anderen, in staat zijn. En hij deed dat op veelal meeslepende en soms ook van gedrevenheid getuigende wijze, vanuit een houding, die door iedereen aanvaard werd, en op geëigende momenten doorspekt met humor.

Ongetwijfeld zeker zovele mensen heeft hij met zijn orgelspel tot ontroering of blijdschap gebracht, getroost of een muzikaal hart onder de riem gestoken, in nauwe verbondenheid met de Romeinse liturgie waaraan Jan zo gehecht was. Altijd strevend naar perfectie, soms brommend met ogen die dwars door je heen keken. Het resultaat van deze inzet, het vakmanschap en de accuratesse van Jan zullen ons tot in lengte van jaren bijblijven.

Hij leidde zijn koren en harmonieorkesten met vaste hand. Hij hoorde precies, wie wat verkeerd zong en gaf duidelijk, recht voor zijn raap aan, hoe hij dacht dat een stuk muzikaal verantwoord uitgevoerd moest worden.

Hij had een zuiver gehoor, misschien wel een absoluut gehoor en hij besteedde veel tijd en aandacht aan de verschillende stemmen, om tot de juiste toonhoogte en een goede afstemming te komen. Het koor tot klanken brengend, die uitnodigden tot luisteren en om waardering en bewondering vragen. En met veel geduld en inzet slaagde hij steeds in deze opzet.

Waardering voor zijn muzikale talent kreeg hij ook tijdens zijn leven, op 27 mei 1976 was hij 25 jaar organist en dirigent in de Trouwlaan, toen is hij benoemd tot “Ridder in de Orde van Paus Gregorius de Grote”. Op het einde van zijn leven, bijna 70 jaar oud kreeg hij postuum bij zijn begrafenis in Loon op Zand de Pauselijke onderscheiding “Pro Ecclesia et Pontifice”.

Ad van Beurden

Tilburg