Primus van Gils (2)

  • Datering van de gebeurtenis: 1795 - 1834

We gaan dus verder met de lotgevallen van Primus Van Gils.
Toen het revolutionaire Frankrijk de Oostenrijkers had verslagen en België had geannexeerd, moest ook daar de Revolutie ingevoerd worden. Ook de universiteit van Leuven werd uitgenodigd op 19 januari 1795 in feestdos aanwezig te zijn bij de inhuldiging van de Redetempels die, als we het goed begrepen hebben, op den duur de taak van de kerken over zouden nemen.

De weigering om aan de uitnodiging gevolg te geven was mede ondertekend door Antonius van Gils. Daarna verbleef hij, van begin augustus tot 27 september 1795 als missionaris in Noord Frankrijk. En in Frankrijk was de revolutie, na de val van Robespierre c.s. juist zo'n beetje over zijn hoogtepunt heen, en, terug in Leuven, werd Van Gils Rector Magnificus van de universiteit.

Maar het was toen nog lang geen koek en ei. In een verklaring op 18 april 1797, ook door Van Gils getekend, maakte de Universiteit bezwaar tegen de eed op de Franse Republiek en haar wetten, met onder andere de burgerlijke constitutie van de geestelijkheid.

Het Franse Directoire verscherpte toen de eedsformule nog en maakte problemen tegen de weigeraars. Dat was voor Antonius van Gils aanleiding uit te wijken naar Nederland ("De Bataafse Republiek"), en zo belandde hij op 7 december 1797 als vluchteling in zijn geboorteplaats Tilburg.

Van Gils werd zeer haastig benoemd tot assistent van deken Nicolaas Fr. Du Messie, van Boxtel. Daarmee werd voorkomen dat Van Gils tot de Franse "emigranten" zou worden gerekend, die ook alhier werden opgespoord en vervolgd. Op 23 december 1797 werd hij assistent bij pastoor Joannes Bosmans van de Sint Catrien in Den Bosch.

Maar tegelijk werd Van Gils belast met, wat een levenstaak zou worden: het oprichten van een seminarie voor het Vicariaat van Den Bosch. Dit was nu nodig door de opheffing van de Leuvense universiteit en het daaraan verbonden Willibrords- of Boschcollege. Er werd spoed achter gezet. Per 1 januari 1798 huurde Van Gils twee huizen in Den Bosch bij de Grote Hekel, waarin op 29 januari het seminarie geopend werd en op 12 februari de eerste theologieles gegeven werd.

Hij werd de stichter van het Klein Seminarie Beekvliet op het gelijknamige landgoed en medestichter en president van het groot seminarie Nieuw Herlaer te Sint Michielsgestel, waar ook de mede gevluchte Leuvense archieven terechtkwamen.

Antonius van Gils legde de basis voor de kerkelijke geschiedschrijving alhier, met zijn Katholyk Meyerijsch Memorieboek in 1819. In een tijd dat, vanuit een zekere gezichtshoek, de Noord Brabanders een soort "Vlamingen"waren (en daar in elk geval héél dicht bij stonden) is het leuk eens te kijken wat deze Tilburgse "Bels" zoal geschreven heeft:

De twee cosijns. Eenvoudige samenspraaken over de religie-zaaken van dezen tijd (Antwerpen 1797).
De gronden van het christen-catholiek geloof, tegenover de gronden der philosofie ('s Bosch 1800)
Katholyk Meyerysch Memorieboek ('s Bosch 1819).

En zijn schrijfstijl was niet voor de poes: "Soo gij die kiest of die, dan wordt die verkosen en dan sal het gaen als in Vrankrijk, dan worden onze kerken geslooten en onze priesters op den dijk gejaegd.......".enzovoort.

In zijn oude dag werd Antonius getroffen door pijnlijke zaken, zoals de sluiting van seminaries door Willem I. Nadat zijn geestvermogens en lichaamskrachten enige jaren aan het afnemen waren, overleed hij op 10 juni 1834.

Anton van de Wiel

De afbeeldingen:
1. Primus Van Gils, 1758 - 1834
2. Klein Seminarie Beekvliet
3. Groot Seminarie Nieuw Herlaer

Bronnen, onder andere:
A.J.A.C. van Delft, heemkundige artikelen in Cubra
P.D.M. Pijnenburg, in Cubra
Tilburg, stad met een levend verleden
Encyclopedie van Tilburg
De Paap van gramschap

Media