wedervaren op Leoschool

  • Datering van de gebeurtenis: 1956-1962

Van 1956 tot 1962 bezocht ik de Leo-school, voluit de Leo-XIII school, vernoemd naar Paus Leo XIII. Op de naamdag van deze Paus was er op de Leo school, die toen een van de twee jongensscholen was in de parochie het Goirke, altijd een festiviteit. Maar ook andere festiviteiten waar deze school rijk aan was staan nog levendig in het geheugen: lachen, gieren, brullen dag waarop allerlei grappigs werd gedaan voor de hele school, of de spellendag, met allerlei sport- en spelactiviteiten, waarmee je bonnetjes kon verdienen, die je weer voor snoep kon inwisselen, enzovoort.

In de jaren waarover ik spreek leefden we nog in het rijke roomse leven, en dat was goed merkbaar. Zo verzorgde pastoor Van Beurden godsdienstlessen. De school werd geleid door de fraters, die erg veel voor het onderwijs deden, en met hart en ziel daarvoor actief waren. Zo waren het de fraters die al schoolradio hadden gemaakt, met een studio in de zesde klas (huidige groep 8), en elke ochtend werd, na het bidden uiteraard, iets van een uitzending verzorgd, waarbij ook de leerlingen werden ingeschakeld. In die jaren had je nog klassen van 40 tot 50 kinderen, gehuisvest in het nog bestaande gebouw aan de LeoXIII straat. De hoge lokalen, lange gangen, glimmende tegels waren karakteristiek aan scholen van die tijd. Ik heb daar een goede tijd gehad, want leren en ontdekken werden gestimuleerd, en de school was voor die tijd erg modern, al was het onderwijs klassikaal. Maar er werd in moderne pedagogische en didactische werkwijzen geinvesteerd.

Zo herinner ik me levendig dat bij conflicten tussen leerlingen rechtbankje werd gespeeld, waarbij frater Fulgens voor rechter speelde, er een partij met aanklagers en een met verdedigers was. Het werd subtiel zo gestuurd, dat er een bevredigend compromis werd bereikt. Ook mochten we in het kader van projecten mensen gaan interviewen, of naar de brandweerkazerne om te zien hoe daar werd gewerkt.

In de eerste klas hadden we een frater die kon toveren: hij goot melk en meel in een hoge hoed, tikte er met een stok op, en plots zaten er koekjes in de hoed, waar we stukjes van kregen. Meester Schellen in de tweede klas was al ouder en tamelijk ouderwets, en wie des ochtends de mis niet had bijgewoond moest apart gaan staan. Ook tikte hij met zijn stok op de grond bij het gezamenlijk oefenen van de tafels van vermenigvuldiging. Wel mocht een aantal kinderen aan het eind van de week altijd een kadootje uitzoeken uit een grote doos.

In de vierde klas stond meeter van Gool, die altijd een stofjas aan deed, en sigaren rookte (dat mocht toen gewoon in de klas). En in de vijfde klas was er frater Feliciano, voor wie we een beetje bang waren, omdat hij zo kon briesen. En in de zesde klas kregen we veel vrijheid om zelf dingen te ontdekken.

Het was dus een fijne school, en de overgang naar de HBS viel dan ook danig tegen. Dat was veel strenger en met minder vrijheid.