- Datering van het voorwerp: 2005
In de afgelopen 50 jaar heeft het gilde St. Hubertus Berkel een passende stijl en een waardigheid gevonden. Het sober geklede groepje, is nu heden ten dagen een schoongekleed gezelschap geworden, waar de bevolking trots op is. De eeuwenoude afkomst is af te lezen aan het voorkomen, het tonen en benadrukken van heringevoerde oude gebruiken.
Gilde St. Hubertus Berkel is op 10 november 1860 heropgericht als schutters- of Koningsgilde uit het eerdere “Mussen en Mollengilde (1850)” door wethouder Laurens Smeijers (1851-1864) en 23 andere inwoners van Berkel. Mede-oprichter burgemeester Jan Baptist Adams (1857-1863) werd secretaris/penningmeester.
Oprichting van een vendel- en tamboersgroep
In de vergadering van 5 juni 1951 werd besloten te komen tot een groep vendeliers en tamboers. Daar men slecht bij kas zat werd het uitgesteld. Op de vergadering van 6 juni 1953 komt het weer op de agenda. Er word een commissie benoemd bestaande uit; C. Mutsaerds (hoofdman) J. Korthout, B. Roosen en L. van Ras. Deze krijgen vergunning van de gemeente voor een huis-aan-huis collecte. Vijf complete vendels konden worden aangeschaft. Door het gemeentebestuur worden twee gildetrommen geschonken.
In zijn drie dagboeken over het Gilde St. Hubertus beschrijft J. Korthout uitvoerig zijn belevenissen met het tot stand komen van de vendelgroep. Hij beschrijft o.a. de aankopen van de vlaggenstokken, de bollen aan de vlagstokken, de stoffen en kleuren voor de vlaggen en het uniform die de vendeliers en tamboers zouden gaan dragen.
In 2001 kreeg het vendel-tamboersgroep uitbreiding van vier bazuinblazers. Het Gilde St. Hubertus Berkel heeft nu een prachtige kopgroep waar het met recht trots op is.
Het Gilde groeit
Sinds mei 1996 heeft het Gilde de beschikking over 11 JdB-banen. Deze zijn aangelegd in samenwerking met de Bond voor Ouderen en de KBO. Dat het Jeu de Boules erg geliefd is blijkt wel uit het ledenaantal want deze groep is momenteel het sterkst groeiende. Vooral de ouderen beleven er een mooie bezigheid mee. Sinds maart 2004 zijn de voorste vier banen overkapt door een tent met verlichting en verwarming, zodat er het gehele jaar kan worden gespeeld. Er wordt op maandagavond gespeeld door de leden van het Gilde en op donderdagmiddag door de 55-plussers van Berkel-Enschot.
In 2000 kwam een groep handboogschutters bij het Gilde. Deze groep was afgescheiden van de plaatselijke handboogvereniging. Achter de schutsbomen werd een prachtige schietbaan aangelegd waar men kan oefenen op het “gildeblazoen”. Op Kringdagen kunnen de handboogschutters de strijd aan gaan met andere gildehandboogschutters.
Herkenningstekens
Vroeger had het Gilde nog geen mooi kostuum zoals wij heden ten dagen dragen als men door de straat trok. Men ging toen in het “goeie goed”, maar waren wel herkenbaar omtrent de functie bij het Gilde.
In het reglement van 1860 staat de, “Volgorde bij het uittrekken”, hoofdstuk 9, art. X
1e Den standaard te paard met rooden sjerp en steekhoed met pluim.
2e Het klein vaantje te paard met sjerp en steekhoed
3e Den tromdrager in kostuum gekleed. (Staat niet beschreven hoe gekleed)
4e Een gekleed “Hubertus” te paard met aan elke zijde een zijner knegts te paard met steek en degens om.
5e Den Koning vergezeld van de twee jongste Diakens met oranje sluiers.
6e Den Hoofdman met spies en rooden sjerp en den Keizer neven hem.
7e De twee oudste Diakens met geele sjerp.
8e De Secretaris met geel/bruine sjerp en notitie houdende van alle zaken.
9e De gildenbroeders twee aan twee met de geweren. (mag nu niet meer, wapenwet)
10e Den gildeknegt en dragers der geweren.
Anno 2006 draagt het Gilde een prachtig kostuum, dat op 8 september 1996 voor het eerst werd gepresenteerd, maar met geen enkel herkenningsteken voor het bestuur.
Een sjerp over de schouder was niet gewenst, daar wij bij het kostuum al een sjerp om ons middel dragen. Het moest een goed zichtbaar draagspeld worden. Gilde St. Hubertus heeft, naar ontwerp van de Schatbewaarder Hans Maas, herkenningstekens voor de Overheid laten maken. Een zware zilveren speld, voorstellend een medaillon, met daarop de afbeelding van het “Hubertushert”, boven op het medaillon een kroon (koningsgilde) en onderaan het medaillon, de “Hubertushoorn” met daarin gegraveerd de functie van elk Overheidslid.